Racen zonder (voor)zorgen - Main contents
Gisteravond debatteerde de Kamer over een wetje dat de mogelijkheden voor de racecircuits van Zandvoort en Assen om internationale wedstrijden te organiseren verduidelijkt. Of verruimt?
het circuit van Zandvoort
Volgens minister Cramer van milieu beoogt het wetsvoorstel een verduidelijking van de zogenaamde 12-dagen regeling. Dat is een algemene regeling voor de bepaling van de geluidplafonds voor bedrijven: daarbij mogen de 12 rumoerigste dagen buiten beschouwing gelaten worden, omdat deze niet maatgevend zouden zijn voor de normale bedrijfsvoering.
Ook racecircuits maakten voor grote races aanspraak op deze regeling, maar de bestuursrechter sprak uit dat dit niet terecht is, omdat het organiseren van races voor circuits behoort tot de normale bedrijfsvoering. Dus moet de wet veranderd worden om te voorkomen dat de TT niet meer kan doorgaan, of de ambitie van Zandvoort om de F1 grandprix weer binnen te halen op sterk water gezet moet worden.
Mijn inzet voor het debat was bescheiden: de SP gunt de raceliefhebbers hun internationale evenementen, maar we vinden wel dat er wat voorwaarden aan verbonden mogen worden. Allereerst dat de races uitsluitend overdag gehouden worden en verder dat er geen andere activiteiten -bv. popconcerten- kunnen meeliften op de 12-dagen regeling.
Tot mijn stomme verbazing waren zelfs deze bescheiden waarborgen onbespreekbaar, zowel voor Cramer als voor de woordvoerders van CDA, PvdA, VVD en PVV. Alleen GroenLinks vindt ook dat de balans tussen de belangen van de raceliefhebbers en omwonenden beter geborgd moet worden.
CDA-woordvoerder Eddy Bilder beweerde zelfs dat de nieuwe wet slechts een verduidelijking, geen verruiming, inhoudt. Dat kon hij uiteraard na wat interrupties niet hard maken.
De laatste verdedigingslinie van Bilder en zijn Pvda-collega Jan Boelhouwer was vervolgens dat we het stellen van eventuele voorwaarden rustig aan Gedeputeerde Staten van Noord Holland en Drenthe kunnen overlaten. Een merkwaardig staaltje dubbele moraal, want wetgeving is juist bedoeld om kaders te stellen aan de bevoegdheden van lagere overheden (”bevoegd gezag”) bij vergunningverlening, vrijstelling en handhaving. Die willen anders immers nog wel eens wat opportunistisch worden en hun oren te veel laten hangen naar regionale economische belangen of politieke vrienden ter plekke.