Wetsvoorstel gasmarkt en voorrang voor duurzaam - Main contents
Drie jaar na mijn schriftelijke vragen over de perverse gasmarkt rondde de Kamer gisteren het debat af over een wetsvoorstel dat de werking van de gasmarkt gaat verbeteren. Een mooi succes voor al degenen die al jarenlang strijden tegen de monopolistische trekjes van de Nederlandse groothandelsmarkt voor gas.
In hetzelfde wetsvoorstel wordt ook geregeld dat bij krapte op het net duurzame stroom voorrang krijgt op grijze stroom. In dat deel probeer ik door middel van wat wijzigingsvoorstellen nog het een en ander te verbeteren. Per saldo wordt ook hier een stap vooruit gezet bij de voorrang voor duurzaam.
Nu is Gasterra nog de marktleider op de Nederlandse gasmarkt; is dat over 25 jaar Gazprom?
In het wetsvoorstel wordt nog wat geknabbeld aan de voorrang voor duurzaam door als eis te stellen dat dit alleen hoeft als de gevolgen “redelijk en proportioneel zijn”. Samen met collega’s van PvdA-CDA-CU heb ik een amendement ingediend om deze ontsnappingsclausule nog wat in te perken. Dat voorstel zal het wel halen. Hetzelfde geldt voor een amendement waarin ook elektriciteit uit productiegassen op de vorranglijst geplaatst wordt. Het belangrijkste voorbeeld daarvan is hoogovengas, dat ontstaat als bij/afvalproduct bij de staalproductie. Dat gas kan je affakkelen of nuttig gebruiken voor elektriciteitsproductie, wat natuurlijk verre te prefereren is. Maar door het voorgestelde congestiemanagement zou straks de situatie kunnen ontstaan dat productiegassen worden afgefakkeld terwijl een kolencentrale twintig kilometer verderop doordraait.
Dan heb ik nog een voorstel ingediend om in situaties dat de netwerkcapaciteit zodanig tekort schiet dat ook de producenten uit de voorrangslijst (duurzame energie, warmtekrachkoppeling en afvalverbrandingen) moeten afschakelen eerst de WKK’s uit te zetten en pas als allerlaatste de echte duurzame producenten.
Het is positief dat de wet op deze manier nog wat verbeterd wordt. Jammer is wel dat bij dit soort debatten er nauwelijks animo is om eens kritisch te kijken naar de gevolgen van de liberalisering van de energiemarkt voor de -verdwenen!- samenhang tussen investeringen in productiecapaciteit, netwerken en bij de afnemers. De wildwestpraktijken bij de nieuwbouw van elektriciteitscentrales vergen grote extra investeringen in het hetwerk, welke kosten gesocialiseerd worden richting de huishoudens. Ook vormen ze een grote belemmering voor de uitbouw van de duurzame elektriciteitsproductie.
Lees hier mijn inbreng in tweede termijn: EZ 20100202 TOE 31904 2eT SP