Campagne: dinsdag 26 mei - Main contents
Energiecoöperaties, de wijkaanpak in Buytenwegh (Zoetermeer) en de Nederlandse zeehavens. Tijdens een verkiezingscampagne komt er een scala aan onderwerpen langs.
wereldkampioen-schoenmaker Tico Roozendaal helpt hangjongeren aan de slag (foto: Jan van Es/De Postiljon)
Juist in campagnetijd is er alle ruimte om mensen te spreken, waar je niet aan toekomt als het vergadercircus van de Kamer op volle toeren draait.
Ik begin de dag met een gesprek met Walther Lenting en enkele collega’s, die zich bezig houden met zelfopwekking van duurzame energie. Ik ken Walther, van huis uit natuurkundige, nog als oud-wethouder van Leefbaar Utrecht.
Zijn stelling is dat wetten verduurzaming tegen werken. Zo doen netbeheerders -nota bene publieke bedrijven- heel erg moeilijk als een aantal bedrijven of huishoudens hun eigen elektriciteit willen opwekken en via een eigen netwerkje distribueren. Zodra dat netwerk verbonden is met het publieke netwerk -en dat is nodig als backupvoorziening- geldt er een telefoonboek aan wettelijke eisen. Prima als die alleen betrekking hebben op leveringszekerheid en veiligheid, maar volgens Lenting worden de zelfopwekkers ook belast met allerlei kostenverhogende regels die helemaal niet nodig zijn.
Het is interessante informatie in het licht van de discussie van de Kamer met minister Van der Hoeven over het vereenvoudigen van zelfopwekking.
Daarna vertrek ik naar Zoetermeer, waar ik samen met de lokale SP-fractievoorzitter Daniël Westhoek de wijk Buytenwegh bezoek. Zoetermeer was veertig jaar geleden nog een dorp, dat vervolgens (net als gemeenten als Spijkenisse, Nieuwegein en Haarlemmermeer) tot groeikern gebombardeerd werd. Inmiddels wonen er meer dan 120.000 inwoners. Zo’n enorme expansie brengt specifieke problemen met zich mee. Een daarvan is een gebrek aan sociale samenhang.
In Buytenwegh bezoeken we allereerst het Resto VanHarte project. Resto VanHarte is een landelijk werkende organisatie, die de sociale samenhang wil versterken en uitsluiting wil bestrijden door laagdrempelige eetgelegenheiden. Inmiddels zijn er 27 wijken eetgelegenheden waar mensen uit de omgeving twee keer per week voor zes euro kunnen komen eten. Rond de maaltijd worden vaak ook nog activiteiten georganiseerd. De keuken en de bediening wordt grotendeels gerund door vrijwilligers en stageaires, vaak als eerste stap naar een opleiding op werk. In Buytenwegh werken er 12 schooluitvallers, die begeleid worden door Samantha de Nocker en Thea Weijenberg en professionele kok/docent Jos Swanink.
Daarna bekijken we de wijk, gebouwd in de jaren 80. Er zijn nogal wat woningen gebouwd boven openbare parkeergarages, die op dit moment beheerproblemen kennen. Dat komt me bekend voor: in mijn eigen wijk Lunetten speelde dat probleem vroeger ook. Inmiddels zijn de parkeerdekken afgesloten en in kleinere eenheden verdeeld. Bewoners kunnen een parkeerplaats huren voor bedragen tussen €10 en €25 per maand. De garages staan nu vol en je auto staat veilig. Enige punt van aandacht is het vragen van een redelijke huur en het vermijden van koppelverhuur: je moet mensen zonder auto nooit verplichten om toch een garageplaats te huren. Idee voor Zoetermeer?
In het wijkbureau hoor ik een goed idee van Peter Collignon: hij organiseert twee keer per jaar een kennismakingsavond voor nieuwe bewoners. Ze krijgen informatie over instellingen en verenigingen in de wijk en kunnen kennis maken met elkaar. Bijkomend effect is dat mensen het wijkbureau weten te vinden: 20% van de bewoners is inmiddels aangesloten op een e-mailservice met wijknieuws.
Buytenwegh heeft een eigen wijkagent, die in tegenstelling tot veel andere gemeenten helemaal is vrijgesteld voor dit werk. Hij zit nu drie jaar gestationeerd in de wijk. Volgens het huidige beleid moet je na maximaal vijf jaar doorstromen naar een andere locatie. De meeste wijkagenten vinden dat te kort. Na drie jaar ken je pas iedereen in de wijk, daarna heeft je werk het hoogste rendement. Het zou volgens hem slimmer zijn om wat langer van dat netwerk te profiteren.
Daarna spreken we nog met Tico Roozendal, wereldkampioen schoenmaken, in zijn winkel-werkplaats op het centrale plein van het winkelcentrum Buytenwegh. Roozendal had veel last van vandalisme en hangjongeren en besloot tot een bijzondere actie: jongeren kunnen een middag per week bij hem onder begeleiding hun eigen schoenen komen repareren. Inmiddels zijn er 15 jongeren die regelmatig bij hem over de vloer komen en is de overlast als sneeuw voor de zon verdwenen.
Veel te vroeg moeten we het bezoek afronden, omdat ik mee doe met een verkiezingsdebat van de Nationale Havenraad. De Havenraad is de lobbyclub van alle belangen rond onze zeehavens. Nummer een met stip is natuurlijk Rotterdam, maar ook de havens van Amsterdam, Vlissingen, Harlingen en Delfzijl/Eemshaven spelen een belangrijke rol in de Nederlandse economie en het logistieke netwerk in Noordwest Europa. Belangrijk discussiepunt was: moeten de havens onder één bestuur gebracht worden of niet? Wat mij betreft niet. Ik ben een groot voorstander van samenwerking, maar een fervent tegenstander van bureaucratische molochen die de creativiteit van het middenkader om zeep helpen. Laat de rijksoverheid een helder kader geven voor de beleidsvrijheid van de havens, zodat oneigenlijke concurrentie voorkomen wordt. Maar verder: geen schaalvergroting.
Natuurlijk vragen de havenbaronnen in koor om meer geld voor infrastructuur: of het rijk even €250 miljoen per jaar extra wil ophoesten voor betere achterlandverbindingen. Je moet maar durven, nadat er afgelopen tien jaar een vermogen in de Betuwelijn geinvesteerd is, op aandrang van diezelfde havenbaronnen. Daar zijn de vervoerprognoses in de verste verte niet waargemaakt en ook de beloften over private cofinanciering niet nagekomen. Een vervoereconoom van de Erasmusuniversiteit merkte dan ook fijntjes op dat het misschien slimmer is om eerst eens de bestaande infrastructuur beter te benutten met betere logistieke concepten. Zo is’t maar net.