Warmtewet: nog steeds dood papier - Main contents
De warmtewet moet stevig verbouwd worden om tot iets te komen dat werkt. Minister Van der Hoeven kreeg vanmiddag het groene licht om een wijzigingsvoorstel uit te werken, dat de Kamer in het najaar met de nieuwe regering kan afhandelen.
Erg flatteus is de conclusie niet: het initiatief-wetsvoorstel Ten Hoopen c.s. blijkt achteraf in deze vorm onwerkbaar. Ook blijkt de veronderstelling van de indieners –dat vrijwel alle stadsverwarmingsklanten teveel betalen- niet te kloppen. Op grond van boekenonderzoek van de NMa –bij 104 warmtenetten die 53% van alle warmteklanten bedienen- is het rendement op stadsverwarmingsnetten door de bank genomen juist erg mager.
Hoe het kan dat de Algemene Rekenkamer in 2005 op grond van een onderzoek naar zes netten juist tot de conclusie kwam dat er stevig verdiend werd kon ook minister Van der Hoeven niet volledig ophelderen. Ze gaf twee mogelijke verklaringen: de steekproef was klein en selectief en de ouderdom van het netwerk waarschijnlijk de belangrijkste verklarende factor voor het rendement.
Hoe dan ook: met de bestaande wet schieten de klanten niets op. De minister kreeg vervolgens van alle woordvoerders een wensenlijstje mee voor de wetswijziging die ze gaat voorbereiden. Ik gaf haar drie adviezen.
Veranker het publiek eigendom van stadsverwarmingsnetten, net als bij gas- en elektriciteitsnetten, in de wet. De minister zag dat in eerste instantie niet zitten, omdat volgens haar levering en netbeheer bij warmtebedrijven per definitie geïntegreerd zijn. Maar daar vergist de minister zich in. De warmtedistributieconcepten voor de regio’s Rijnmond en Amsterdam zijn juist gebaseerd op een ringleiding, waarop alle leveranciers van restwarmte (in de toekomst wellicht ook: duurzame warmte) kunnen invoeden. Van der Hoeven liet zich overtuigen en betrekt dit aspect bij de uitwerking.
Een tweede belangrijk punt is de stimulering van de levering van warmte door industrie en elektriciteitsproducenten met een wettelijk verplicht oplopend percentage nuttig gebruik van restwarmte. Van der Hoeven voelt er weinig voor om dit in de Warmtewet te regelen, maar wil wel met een alternatief voorstel komen in de Warmtevisie, die ze dit najaar aan de Kamer aanbiedt.
Mijn laatste suggestie was: zorg dat er een sluitende regeling komt om de aangeslotenen op een warmtenet te beschermen tegen het uitstappen van de bestaande exploitant via een sterfhuisconstructie. Als je weet dat het rendement op warmteprojecten bescheiden, soms zelfs negatief is, kan je voorspellen dat geprivatiseerde bedrijven als NUON en Essent straks af willen van hun bakstenen. Artikel 10 van de bestaande wet biedt dan alleen op papier bescherming, omdat er in de praktijk geen andere exploitant bereid zal zijn om tegen hetzelfde tarief het netwerk over te nemen. Ook op dit punt komt de minister met een voorstel.
Lees hier mijn volledige inbreng: EZ 20100630 AO Warmtebesluit DEF