Werkbezoek Aa & Maas - Main contents
Afgelopen donderdag was ik samen met Emile Roemer op bezoek bij waterschap Aa en Maas in Oost-Brabant. We bekeken vijf projecten die samen een aardig beeld geven van de taken van een waterschap. Ook Peter Glas van de Unie van Waterschappen nam deel aan het bezoek.
Na een bak koffie in de Petjesbar in Overlangel -tjonge, het lijkt wel of heel Brabant Emiel kent- fietsen we naar Keent. Dat is een buurtschap die vroeger in Gelderland lag. In 1938 is echter de Maas ter plekke recht getrokken, waarbij het gehucht aan de andere kant van de Maas in Brabant terecht kwam. In het kader van het project Ruimte-voor-de-Rivier werkt het waterschap samen met rijkswaterstaat aan de versterking van de rivierdijk rond de oude Maasarm, die bij hoog water onder water kan lopen. Op dat moment is Keent een eiland, beschermd door een eigen ringdijk, een van de kleinste dijkringen van Nederland. Ook die wordt versterkt. Een dassenburcht in de dijk wordt niet verwijderd: rond de burcht wordt een rasterwerk ingegraven om verdere uitbreiding te voorkomen en de dijk wordt ter plekke extra verbreed. Nobel, maar prijzig.
De oude Maasarm wordt deels verdiept om de waterbergingscapaciteit te verhogen en het achterste deel wordt omgevormd tot een wetland. Daarvoor moesten een aantal boeren uitgekocht worden, wat een hoop voeten in aarde had. Ook in Brabant zijn de meningen verdeeld over de verhouding tussen boerennatuur en natuurbeheerorganisatie-natuur. In ieder geval wordt door deze combinatie van verbetering waterveiligheid en natuurontwikkeling het piekniveau van de Maas met 8cm verlaagd.
In Ravesteijn krijgen we daarna een toelichting van de Osse SP-wethouder Jules Iding op zijn plannen met het buitendijks gebied van dit prachtige vestingstadje. Op dit moment vormen een mengvoerbedrijf en de spoordijk twee grote obstakels in de afvoer van de Maas. Jules wil vijf vliegen in één klap slaan met een geintegreerde ontwikkeling van het gebied: betere waterveiligheid, beter openbaar vervoer, natuurontwikkeling, restauratie van de vestigingstructuur en daarmee verhoging van de toeristische potentie van Ravesteijn.
De spoorbrug is het laatste stukje enkelsporig tracé in de verbinding tussen Den Bosch en Nijmegen. Da’s ook al een flessehals, dus door de spoorbrug te verbreden en de dijk te vervangen door aanbruggen kunnen het water en de treinreizigers beter doorstromen. Daardoor neemt ook de kwaliteit van het natuurgebied ten westen van de spoordijk toe.
Het mengvoerbedrijf staat nu pontificaal voor het vestingstadje en belemmert daarmee niet alleen de doorstroming van het water, maar ook het zicht op de historische kern vanaf de rivier. Ravesteijn mag zich verheugen in toenemende belangstelling van toeristen en recreanten. Iding wil daarom het waterfront verbeteren zodra de mengvoerfabriek verkast. Ook kan dan de passantenhaven voor de recreatievaart verbeterd worden.