Zuid-Afrikaanse geschiedenis bij de Franse Somme - Main contents
De reis langs de Grote Oorlog bracht me deze zomer ook in het Franse Amiens, de grootste plaats in de regio van de Somme. Net zoals Ieper een plek waar de strijdende partijen zich ingroeven en maandenlang vochten om enkele tientallen meters. De loopgraven liggen er nog. Ze worden gekoesterd als openluchtmusea, uitgebaat door de voormalige geallieerden. Canadese scouts wijzen je de weg.
De Lonely Planet reisgids, toch altijd wat Angelsaksisch ingesteld, vermeldde naast Engelse, Australische, Amerikaanse en Canadese grafmonumenten ook een Zuid-Afrikaans monument. Daar moest ik het fijne van weten.
Een groot grasveld. Daarachter een bombastisch monument. Het deed in me de verte denken aan het Voortrekkersmonument bij Pretoria (pardon, Tswhane), waar de Boeren de Slag bij Bloedrivier herdenken. Maar laat ik me niet verder in dat rare monument verliezen.
Dit monument bij Amiens herdacht gesneuvelde Zuid-Afrikaanse militairen uit de Eerste en de Tweede Wereldoorlog. Er staat een museum achter, vormgegeven als het Kasteel de Goede Hoop in Kaapstad, Jan van Riebeecks fort en het symbool van blanke macht in Zuid-Afrika. De eerste steen van het museum werd gelegd in 1984 door P.W. Botha himself. Huh? In 1984? De internationale samenleving geloofde toen nog steeds in een constructieve dialoog met het apartheidsregime in Pretoria. President Botha, die Groot Krokodil, initieerde een museumpje dat de loftrompet stak over de witte militairen en de eenheid tussen de Britse en de Afrikaner mannen benadrukte. De doden die vielen onder de zwarte troepen, die meegenomen waren voor het werk achter de linie, komen nauwelijks aan bod.
Het is 2010 en aan de vlaggenmasten in Delville Wood wappert niet meer het Oranje Blanje Bleu, maar de nieuwe Zuid-Afrikaanse vlag. In het laatste zaaltje van het museum zijn een paar panelen opgehangen die verhalen over de strijd van MK, de gewapende tak van het ANC. De rest van de tentoonstelling is intact gelaten.
Ik schreef mijn naam in het gastenboek, groette de Zuid-Afrikaanse suppoost en dacht er het mijne van.
De echte overlevers van de oorlog zijn de luizen. Isaac Rosenberg, een Britse soldaat, schreef er onderstaand gedicht over. Hij sneuvelde op 1 april 1918 nabij Arras.