'Kerk moet voorbeeld zijn op Haïti' - Main contents
Haïti is de gevolgen van de aardbeving in januari (230.000 doden, miljoenen mensen op slag dakloos) nog lang niet te boven. Kamerlid Joël Voordewind van de ChristenUnie is op bezoek in Haïti om te kijken hoe de hulp vordert en doet verslag voor het Nederlands Dagblad.
We zijn zondag naar een Creoolssprekende kerk geweest. Zij komen samen onder tentzeil omdat het kerkgebouw (tevens school) is aangetast door de aardbeving. Het heeft ‘code geel’, wat betekent dat het gebouw te onveilig is om ervan gebruik te maken en eerst aanzienlijk gerepareerd moet worden. Maar de eigenaar heeft hier geen geld voor, dus staat het leeg. De 450 leerlingen komen nu samen onder een tentzeil. Dit maakt duidelijk dat naast het kwart van de huizen dat verwoest is in de stad (‘code rood’), er nog veel huizen zijn die mogelijk nog wel overeind staan, maar eerst grondig gerepareerd moeten worden - en dus eveneens onbewoonbaar blijven.
Na de dienst vraag ik de voorganger of er kerkleden zijn die getroffen zijn door de beving en hoe de christenen de aardbeving zien. Twee mensen van de kerk hebben de beving niet overleefd en tien mensen zijn gewond geraakt. Een van hen moest zijn been laten amputeren. Sommigen, zegt de predikant, zien de beving als een straf van God voor de zonde in het land, de corruptie, het elkaar voorliegen en voodoo. Anderen zeggen dat het een natuurramp is. De voorganger zelf meent dat God niet de aardbeving heeft veroorzaakt, maar mogelijk wel heeft toegestaan ,,om de mensen in Haïti tot berouw te brengen’’. Het is volgens hem een waarschuwing van God om mensen tot inkeer te laten komen over de voodoopraktijken. Veel voodoopriesters spreken vloeken uit over mensen of over bezittingen of vee van mensen. Of waarschuwen voor onheil die door anderen worden veroorzaakt.
De grootste zonde van Haïti? Zonder twijfel zegt hij meteen het liegen, het beloven van dingen maar het niet doen. Van politici, maar ook onderling. Daarom is er ook een groot wantrouwen onder de mensen. Corruptie is ook een groot probleem. Het land staat in de top 4 van de landen met de meeste corruptie. Veel jongeren willen dan ook niets liever dan het land voor altijd verlaten en naar Amerika gaan, een nieuwe toekomst opbouwen.
De kerk moet volgens de voorganger niet alleen bidden en bekering preken, maar ook handelen en het goede voorbeeld geven. De kerk moet helpen kinderen en jongeren goed onderwijs te geven, zodat jongeren weer hoop krijgen. Na de dienst bezoeken we het tentenkamp pal naast de kerk. We spreken de mensen in de tenten. Het is er verstikkend heet, de mensen krijgen geen voedsel meer uitgedeeld, omdat de overheid vindt dat men daarin nu weer zelf moet voorzien. De hulporganisaties bieden nu wel ‘cash for work’-programma’s aan. Intussen zijn de eerste gevallen van tyfus al bekend en overlijden er vooral baby’s van de uitdroging door diarree.
’s Avonds eten we in het restaurant van de vrouw van de Nederlandse consul, Rob Padberg. Hij neemt al 32 jaar de zaken waar voor Nederland omdat er geen ambassade is. Padberg is blij met ons bezoek, want ik ben schijnbaar het eerste Kamerlid dat Haïti bezoekt sinds hij hier woont. Nederland heeft geen officiële hulprelatie met Haïti. Hij vindt dat die relatie er wel moet komen. Nederland moet op zijn minst betrokken blijven bij de wederopbouw van het land, maar het land heeft ook mogelijkheden voor het Nederlandse bedrijfsleven. Ik ben het met hem eens en vind dat we dit momentum moeten aangrijpen om het land de goede richting op te krijgen, maar eenvoudig zal dit zeker niet zijn.
Lees ook het nieuwsbericht: 'Hulpverlening Haïti verloopt goed' - de Pers, 29 augustus 2010