Russisch Roulette

Source: J.C. (Hans) van Baalen i, published on Sunday, October 4 2009.

Op vrijdag 2 oktober jl. stemde ongeveer 60% van de Ierse bevolking vóór het Verdrag van Lissabon. Op 12 juni 2008 stemde nog 53, 4% van de Ieren tegen hetzelfde verdrag. Referenda zijn in feite een vorm van Russisch Roulette.

Het gaat bijna nooit om de inhoud (in dit geval: kan de EU met het nieuwe verdrag beter bestuurd worden?), maar altijd om bijkomstigheden: populariteit van de zittende regering, economische omstandigheden, politieke actualiteit, ongedefinieerde gevoelens van onrust en onzekerheid, etc. Bij het eerste Ierse referendum ging het om abortus, het homohuwelijk, echtscheiding, de rol van de katholieke kerk en Ierse deelname aan militaire operaties. Dit terwijl de EU over deze zaken niet gaat. Het zijn kwesties die door de lidstaten zelf besloten worden en blijven. Bij het tweede referendum ging het om de ingestorte Ierse economie. De voorstanders van "Lissabon" voerden campagne met de slogan dat het verschil tussen "Ireland" en "Iceland" maar één letter was. Zonder de euro en zonder de EU zou Ierland dus dezelfde klap hebben gemaakt als IJsland. De Ieren stemden dit maal vóór. Zonder de slechte economische situatie, zou er zeer waarschijnlijk een tweede Nee zijn geweest. Kortom, voor mij staat vast dat een referendum een onding is, dat wij in Nederland niet moeten invoeren. Gekozen volksvertegenwoordigers moeten verdragen ratificeren. Het onderwerpen van verdragen aan referenda is onverantwoordelijk. De ervaring van het Nederlandse raadplegende referendum over het Europese grondwettelijke verdrag is dezelfde als die in Ierland: het gaat niet over de inhoud. Met het Verdrag van Lissabon wordt het Europa van de 27 lidstaten beter bestuurbaar en er komt een betere democratische controle op de financiën. Niets meer. Niets minder. Ook zonder "Lissabon" zou Europa op basis van het Verdrag van Nice bestuurd hebben kunnen worden. Wanneer de Franse oud-president Valery Giscard d'Estaing destijds alleen beperkte wijzigingen op het bestaande Verdrag van Nice had aangebracht, dan was Europa niet bijna acht jaar de gevangene geweest van het institutionele geboetseer en getouwtrek (Grondwet, Nederlands Nee, Frans Non, Lissabon, Iers No/Iers Yes), maar hadden we gelijk aan de slag gekund met wat echt telt: resultaten boeken op gebieden als economie en veiligheid.Giscard wilde echter een monument voor zichzelf bouwen en boetseerde als voorzitter van de Europese Conventie een barokke Grondwet, die als een rode lap op een stier werkte. Een wijze les is dat de EU zich niet moet "opblazen" maar gewoon haar werk moet doen. Hier geldt het oude spreekwoord: "meer is minder". Echter, met het Ierse Yes is het Verdrag van Lissabon nog niet geratificeerd. De presidenten van Tsjechië en Polen moeten hun handtekening nog zetten. In Tsjechië zal president Klaus wachten totdat het constitutionele hof bepaalt of "Lissabon" strijdig is met de Tsjechische grondwet en de daarin vastgelegde Tsjechische soevereiniteit. Dat kan wel eens maanden duren. Wanneer de Tsjechen en de Polen "Lissabon" niet geratificeerd hebben vóór de Britse verkiezingen van mei 2010, kan een door Tory leider David Cameron toegezegd Brits referendum over "Lissabon" wel eens een nieuw obstakel voor een constitutionele vrede in de EU zijn. De Ierse hobbel is nu genomen, maar de weg naar "Lissabon" is nog niet vrij.