Brave Brusselse PVV’ers - Main contents
Eén ding valt op na een jaar PVV’ers in het Europese Parlement: ze zijn er altijd. Maar of ze iets bereiken? ‘Ze zijn volkomen geïsoleerd.’ Hans van Baalen (VVD): „De PVV in Europa, dat is weggegooid belastinggeld.”
TEKST JEROEN VAN DER KRIS
Europarlementariër Sophie in ’t Veld (D66) pest haar collega Barry Madlener (PVV) graag met zijn auto. Ze hebben allebei een sportwagen van BMW. Maar die van In ’t Veld is nieuwer. „Ja, maar ik heb meer belasting betaald”, zegt Barry Madlener telkens als het onderwerp ter sprake komt. Want hij heeft zijn auto niet in België, maar in Nederland gekocht. Als PVV’er, die het nationale belang vooropstelt, is hij natuurlijk in Nederland blijven wonen.
Barry noemt Sophie In ’t Veld hem. Net als alle Nederlandse Europarlementariërs. Goed, hij is van de PVV, de partij die het Europees Parlement zo snel mogelijk wil afschaffen. Maar Barry is een aardige vent, zeggen ze. Je kan best een biertje met hem drinken. Of grappen maken.
Thijs Berman (PvdA) deelde laatst een pizza met Barry Madlener, toen ze in hetzelfde café in Straatsburg naar een voetbalwedstrijd keken. Marije Cornellissen (GroenLinks) vertelt dat hij laatst tegen haar zei: „Goh, wat jammer dat jij getrouwd bent.” Lachend herhaalt ze haar antwoord: „Wat jammer dat jij extreem-rechts bent.”
Ruim een jaar zit de PVV nu in het Europees Parlement. Bij de verkiezingen in juni 2009 werd de partij bijna de grootste, met vier zetels. Wat doen de PVV’ers nu in Europa? Krijgen ze iets voor elkaar? Voor dit verhaal werd het afgelopen jaar meerdere keren met hen gesproken en met politici van andere partijen.
Een jaar eerder in Straatsburg. „We zijn geland”, zegt Barry Madlener (41), lijsttrekker bij de Europese verkiezingen, ’s morgens door de telefoon. Een paar uur later verdringen Nederlandse journalisten zich rond hem en zijn collega’s. De PVV’ers zijn trots, zeggen ze. Ze hebben hun familie meegenomen. Nummer drie Daniël van der Stoep (nu 29) is de op één na jongste Nederlandse Europarlementariër in de geschiedenis. Hij studeerde Europees recht. „Dit is natuurlijk een gouden kans”, zegt Van der Stoep. „Die grijp ik met beide handen aan.”
Ze hebben zich goed voorbereid. Een jaar lang zaten ze in een ‘klasje’ dat om de paar weken een dag lang bij elkaar kwam. Onder leiding van Geert Wilders en Barry Madlener, toen nog Tweede Kamerlid, werden ze „klaargestoomd”. Ze debatteerden, deden rollenspellen.
„Je moest dan bijvoorbeeld een heel linkse stelling verdedigen”, vertelt Laurence Stassen, de nummer vier. „Best lastig. Maar daar leer je wel van.” Laurence Stassen (39) komt uit een politieke familie. Zowel haar opa als haar vader zat in de gemeentepolitiek. Haar opa voor de Katholieke Volkspartij. Haar vader had in het Limburgse Echt zijn eigen partij, Lijst Stassen.
Het klasje diende niet alleen als voorbereiding op het parlementaire werk. Geert Wilders en Barry Madlener zagen ook meteen wie politiek talent hadden. Ze gebruikten de oefensessies om de volgorde op de lijst te bepalen.
En de PVV’ers leerden elkaar goed kennen. Dat bleek in het najaar toen Vaclav Havel een toespraak hield in het Europees Parlement, zegt oud-politieman Louis Bontes (54), de nummer twee van de lijst. De laatste president van Tsjecho-Slowakije kreeg applaus bij binnenkomst. Ook de PVV’ers stonden op en klapten mee. Maar na zijn toespraak bleven ze demonstratief zitten, als enigen. Ze vonden Havel veel te positief over de „superstaat” Europa. Andere Nederlandse Europarlementariërs begonnen meteen te twitteren over de PVV’ers. „What about respect voor Havel die vocht voor zijn VRIJHEID”, schreef Jeanine Hennis (VVD). Genoeg voor een mediarelletje - in Nederland.
„Maar we hadden het niet van tevoren bedacht”, zegt Louis Bontes. „We keken elkaar even in de ogen en we wisten dat we zouden blijven zitten. We zijn een hecht team.”
Toch was het begin moeilijk, zeggen de PVV’ers. Neem alleen al het gigantische gebouw in Brussel. „De eerste keer dat je hier komt is dat enorm indrukwekkend”, zegt Laurence Stassen. „Ik keek om me heen en voelde me verloren. In de garage kon ik m’n auto niet terugvinden.”
In oktober is het voor Barry Madlener ook even zoeken als we een afspraak hebben in het ‘ledenrestaurant’ van het Europees Parlement in Brussel. De meeste nieuwe parlementariërs hebben zich aangesloten bij een Europese fractie. De PVV niet. Daarom was er niemand om hen wegwijs te maken. Ze moesten zelf uitvinden waar ze nieuw printpapier konden halen.
De PVV’ers behoren tot de non inscrits, de 28 parlementariërs die zich niet bij een Europese fractie hebben aangesloten. „We wilden eerst de weg leren kennen”, zegt Barry Madlener als hij aan tafel zit. Madlener werd in 2002 actief bij Leefbaar Nederland. „Voor Pim.” Hij was toen makelaar. „Als ik een huis kwam taxeren dan praatten mensen 10 minuten over dat huis en een half uur over wat er misging in de maatschappij.” Zelf was hij ook ontevreden.
Wat wil de PVV in Europa bereiken? „We willen een punt maken van Turkije”, zegt Barry Madlener. Dat land hoort niet bij de Europese Unie, vindt de PVV. „En we willen wat doen aan de belachelijk hoge afdracht van Nederland aan de EU.”
De belangstelling van de pers voor de PVV is in oktober al minder geworden, merkt Madlener op. „We zitten hier nu twee uur, m’n telefoon is nog niet één keer gegaan.”
Gemiddeld waren de Nederlandse Europarlementariërs bij 88,35 procent van de plenaire vergaderingen. De PVV’ers Daniël van der Stoep (96,55 procent), Laurence Stassen (91,38) en Louis Bontes (90,38) scoorden beter. Alleen Barry Madlener (86,21) deed het slechter. Als ‘delegatieleider’ was hij vaak in Den Haag voor overleg. Maar Madlener doet het op dit punt nog altijd beter dan bijvoorbeeld Hans van en, de delegatieleider van de VVD, die 60 procent aanwezig was.
Naast plenaire vergaderingen zijn er ook veel commissievergaderingen in het Europees Parlement. Hoe vaak een parlementariër daarbij aanwezig is, wordt niet bijgehouden. Maar wie regelmatig bij die vergaderingen binnenloopt, merkt op dat de PVV’ers ook daar vaak zijn. Andere Nederlandse Europarlementariërs bevestigen dat beeld. „Ze zitten er braaf”, zegt Sophie In ’t Veld (D66). „Met hun arbeidsethos is niks mis”, zegt Wim van de Camp (CDA).
Maar bereiken ze ook wat? „Ik heb m’n bedenkingen bij hun effectiviteit”, zegt Wim van de Camp. Op ‘Place Lux’, het plein voor het parlement in Brussel, drinkt hij graag een borreltje met Toine Manders (VVD) en Barry Madlener. „Ze zijn niet melaats”, vindt Van de Camp. „We hebben hier heel redelijke PVV’ers”. Het oud-Kamerlid wijst erop dat de vader van Daniël van der Stoep wethouder was voor het CDA in Pijnacker. Maar, zegt Van de Camp, hij heeft het nog niet meegemaakt dat de PVV’ers probeerden ergens draagvlak voor te zoeken.
Anderen zijn harder in hun oordeel. „Ze zijn volkomen geïsoleerd”, zegt Thijs Berman (PvdA). „Het is voor hen onmogelijk om iets tot stand te brengen. Die vier stemmen van de PVV zijn verloren stemmen voor de invloed van Nederland in Europa.” Dat denkt ook Hans van Baalen (VVD). „De PVV in Europa”, zegt hij, „dat is weggegooid belastinggeld.”
Om Van Baalen en Berman te begrijpen, moet je weten hoe het Europees Parlement werkt. Uiteindelijk wordt er hier over voorstellen gestemd, zoals in elk parlement. Barry Madlener heeft natuurlijk gelijk als hij zegt „dat de stemmen van de PVV’ers net zo zwaar wegen” als die van andere parlementariërs. Maar voordat er wordt gestemd wordt er onderhandeld, veel en lang. Tussen de Europese fracties van socialisten, christen-democraten, conservatieven, liberalen en groenen. Maar ook: binnen die fracties.
Omdat er geen Europese regering is, en dus ook geen regeerakkoord, ligt de uitkomst van al die onderhandelingen niet bij voorbaat vast. Voor een individuele parlementariër is het de kunst om zijn Europese fractie in de door hem gewenste richting te sturen. Wie ertoe doet binnen die fractie, doet ertoe binnen het Europees Parlement. „Met 85 liberalen kun je veel invloed hebben”, zegt Hans van Baalen.
De PVV’ers dienden het afgelopen jaar slechts één keer een resolutie in. Met z’n vieren, zonder de steun van andere parlementariërs. Ze vroegen de onderhandelingen met Turkije over toetreding tot de EU te stoppen. De commissie-Buitenlandse Zaken vond het niet nodig erover te stemmen: de resolutie kwam niet op de agenda van de plenaire vergadering.
De PVV’ers maken wel gebruik van hun ‘spreektijd’. „Stop met de massa-immigratie”, zei Barry Madlener bijvoorbeeld in mei tijdens de plenaire vergadering. „En Griekenland moet natuurlijk uit de eurozone worden gezet.” Laurence Stassen maakte zich deze maand boos over een rapport over duurzaam vervoer, „dat helaas ontaardt in een opsomming van tal van linkse hobby’s”.
En ze stemmen dus, de PVV’ers. Het Instituut voor Publiek en Politiek, dat burgers wil informeren over democratische besluitvorming, houdt het stemgedrag van Nederlandse Europarlementariërs bij. Op de website brusselstemt.nl staan vijftien belangrijke voorstellen waarover het Europees Parlement zich het afgelopen jaar moest uitspreken. Veertien keer stemden de PVV’ers tegen. Ze waren bijvoorbeeld tegen Europese voorschriften voor kledingmaten en tegen het recht op een tolk in de eigen taal voor verdachten in het buitenland. Ze waren alleen voor een akkoord met de VS dat de Amerikanen toegang geeft tot bankgegevens van Europeanen, iets wat moet helpen bij het opsporen van terroristen.
Van de vijftien belangrijke stemmingen was er één zeer spannend. In oktober dienden linkse partijen een resolutie in waarin ze het gebrek aan persvrijheid in Italië hekelden. Deze ‘anti-Berlusconiresolutie’ werd net verworpen omdat de stemmen staakten (335-335). De PVV’ers stemden tegen de resolutie. Maakte de Partij van de Vrijheid zich niet juist sterk voor de vrijheid van meningsuiting? „Ik ben óók niet blij met Berlusconi”, zei Louis Bontes. „Maar wij willen geen inmenging van een Europese superstaat.” Maanden later zeggen PVV’ers nog dat ze dus het verschil kunnen maken. Ze hebben natuurlijk gelijk, al kunnen de 331 andere parlementariërs die tegen stemden hetzelfde zeggen.
Het is interessant om de Europese werkwijze van de PVV te vergelijken met die van de SP. Die partij is ook heel kritisch over Europa. De SP leidde de campagne tegen de Europese Grondwet. Maar nadat de EU in plaats daarvan toch een nieuw verdrag kreeg dat het Europees Parlement meer macht geeft, besloot de SP onlangs tot een koerswijziging. Dat nieuwe verdrag is niet meer ongedaan te maken, zei SP-Europarlementariër Dennis de Jong. Daarom wil hij zijn nieuwe bevoegdheden nu gebruiken. „Met mij valt wel te praten”, was zijn boodschap.
De SP is wel lid van een Europese fractie, de ‘Confederale Fractie Europees Unitair Links/Noords Groen Links’. „Dat moet als je wat wilt bereiken”, zegt Dennis de Jong. „Doe je dat niet dan is dat toch een beetje kiezersbedrog.” De Jong was in de campagne kritisch over de toetreding van Roemenië en Bulgarije, in verband met de corruptie daar. Net als de PVV. „De PVV zegt nu: het was een foute beslissing die landen erbij te nemen. En blijft vervolgens in de hoek staan. Ik heb gisteren gepraat met de voormalige justitieminister van Roemenië die nu in het parlement zit voor de christen-democraten. Ik werk nu aan een sterke coalitie om corruptiebestrijding hoog op de agenda te krijgen.”
Met PVV valt niet te praten, zegt De Jong. „Ze hebben vijftien slogans. Als het over Griekenland gaat dan zeggen ze: we schoppen ze uit de eurozone. Terwijl ze weten dat dat niet kan.”
De PVV’ers in Europa maken net zulke lange dagen als hun collega’s. Maar ze doen niet mee met hen. Is dat niet frustrerend? Hun collega’s denken van wel. „Het lijkt me stomvervelend”, zegt Thijs Berman (PvdA). „Het is niet alleen weggegooid belastinggeld”, zegt Hans van Baalen (VVD). „Het is ook weggegooide levensvreugde.”
In Straatsburg, vlak voor het zomerreces, kijken de PVV’ers terug op het afgelopen jaar. Zoals iedereen zeggen ze dat ze toe zijn aan vakantie. Barry Madlener vertelt dat hij lekker thuisblijft dit jaar. „Ik vind Nederland in de zomermaanden heerlijk”, zegt hij. „En ik heb even genoeg van het reizen. Mijn auto is bijna versleten.” Laurence Stassen, die bijna dagelijks heen en weer rijdt tussen Limburg en Brussel, is ook blij dat het bijna reces is. „Ik denk niet dat normale mensen dit twintig jaar volhouden.”
Maar Barry Madlener is toch tevreden. „Het was een leerzame periode. Ik denk dat we ons goed hebben laten horen.” In Turkije krijgt de PVV veel aandacht, zegt hij, en in Cyprus is hij „een held”.
Louis Bontes, de oud-politieman, is inmiddels overgestapt naar de Tweede Kamer. Volgens Barry Madlener is het goed dat de PVV iemand in Den Haag heeft die de weg in Brussel kent. Zijn vervanger heet Lucas Hartong (47) en is van huis uit theoloog. Hij verheugt zich op de inhoudelijke kant van het werk, zegt hij. „Als je serieus bent, aanwezig bent, dan geloof ik dat de waardering op termijn wel komt.”
De PVV wíl ook best samenwerken, zegt Barry Madlener. De partij sluit zich nu niet aan bij een Europese fractie, dat heeft ze de kiezer beloofd. Maar over vier jaar? „Ik hoop het wel. Ik verwacht dat de eurosceptici sterker worden. Misschien kunnen wij zelfs het initiatief nemen.” Samen met Eurosceptische Denen en Britten heeft Madlener nu twee keer amendementen ingediend (die het niet haalden).
Daniël van der Stoep zegt dat hij al „hartstikke goed” heeft „samengewerkt” met Bart Staes, een Vlaming die lid is van de groene fractie. Van der Stoep vindt dat er meer openheid moet komen over de uitgaven van het Europees Parlement. Bart Staes maakt daar al jaren een punt van. Samengewerkt? Bart Staes begint te lachen door de telefoon als hij het woord hoort. De Vlaming had namens het Parlement een rapport geschreven over de begroting van 2010. Die rapporten worden verdeeld tussen fracties en vormen de basis van de besluitvorming in het Parlement. „Ik heb een kwartiertje met hem gepraat en uitgelegd wat ik had geschreven. Het was een heel vriendelijk gesprek.”
Op de vraag of de PVV’ers in Brussel worden opgemerkt, behalve dan door andere Nederlanders, heeft de Vlaming ook een duidelijk antwoord. „Nee.”
Enkele keren vroeg een parlementariër het woord nadat een PVV’er iets had gezegd tijdens de plenaire vergadering. Onlangs maakte de Portugees Miguel Portas zich boos omdat Barry Madlener het Europees Parlement „een schijnparlement” had genoemd „dat alleen maar geld verspilt”. Portas zei: „Wat doet u dan hier?”
„Ik was stomverbaasd”, zegt de Portugees op de vraag waarom hij het woord vroeg. Hij kende Madlener niet. „Ik wist eerlijk gezegd niet of hij Nederlander of een Brit was.”