Een politicus knielt alleen voor God

Source: J.C. (Hans) van Baalen i, published on Saturday, July 31 2010.
Een politicus knielt alleen voor God
Bron: Blog Hans van Baalen

Hans van Baalen (50) zit nu één jaar in Brussel en zat tien jaar in de Kamer voor de VVD. ‘Kamerlid was ik met passie en liefde. Het Europees Parlement, dat is meer corvee.’

Stralend staat Hans van Baalen op het dakterras van zijn woning in Den Haag. Dat kolkend witte wolken regen aankondigen, deert hem niet. Kijk, wijst hij zijn zoontje Robert (4): dat is het Vredespaleis, iets verderop het ministerie van Volksgezondheid, en daartussenin ligt het Binnenhof. ‘Maar dat kun je vanaf hier helaas niet zien.’

Tekst Marc Peeperkorn Fotografie Annie van Gemert

Een jaar zit hij nu in het Europees Parlement, maar zijn hart ligt nog steeds bij de nationale politiek. ‘Het Binnenhof is mijn habitat’, beaamt hij als we twee verdiepingen lager het gesprek hervatten. Hij heeft niet eens de moeite genomen een appartement in Brussel te zoeken.

Een schaterlach is het antwoord op de vraag of het blauwe licht en de gele sterren al in hem zijn gevaren. ‘Na één jaar is het mij volstrekt duidelijk: het europarlement is een parlement zonder ziel. Het telt 736 leden, van wie er zo’n tweehonderd hard werken. Maar het grootste deel van de parlementariërs weet niet wat het er doet. Neem de voormalig president van Litouwen, Landsbergis. Dankzij hem ontworstelde het land zich aan de Sovjet-bezetting. Nu loopt hij doelloos door Brussel.’

Het probleem, aldus Van Baalen, is dat europarlementariërs nauwelijks verantwoording afleggen tegenover hun kiezers of partij. ‘Het parlement is alleen bezig met de vraag: wat kan Europa méér doen? Er zit geen rem op.’

Een politicus knielt alleen voor God
Bron: Blog Hans van Baalen

Waarom niet?

‘Europarlementariërs zitten in een isolement. Van huis en haard verdreven zijn ze tussen Brussel en Straatsburg beland. Die onthechtheid schept een band. Er is vrijwel niemand die hard en scherp durft te opereren. Alsjeblieft, maak geen barstjes in onze gezellige eurococon! Onlangs bespraken we een rapport waarin werd gezegd dat de landbouwuitgaven - zo’n 60 miljard euro per jaar! - ten minste gelijk moeten blijven. Hoezo?, zeg ik dan. Je mag in tijden van crisis heus wel eens bezuinigen, dat is een goed signaal naar de burger. Ruim zeshonderd europarlementariërs steunden het rapport. Omdat je op elkaar bent aangewezen. Help ik jouw rapport, dan jij mijn motie. En zo wordt de stroom van bemoeizucht breder en breder.

‘Europarlementariërs zijn zo bang niet serieus genomen te worden. Geen wonder: het is geen parlement waarvan de macht is afgedwongen door het volk. Er is niet voor gevochten, het is gegeven.’

Er zijn twee wereldoorlogen voor gevoerd.

‘Voor de Europese samenwerking, niet voor het Europees Parlement. ‘Nooit meer oorlog’ betekende Europese integratie. Die steun ik met overtuiging. Maar nu is er al ruim zestig jaar geen oorlog in Europa. Die komt ook niet meer. Frankrijk en Duitsland vallen elkaar niet meer aan, Nederland en België ook niet. Het Europees Parlement was een wens van de regeringsleiders. Die hadden een excuus nodig om hun besluiten goed te keuren.’

Wat verbaast u het meest in het parlement?

‘Dat men voor zichzelf klapt. Als er een rapport van een parlementariër wordt aangenomen - en er worden véél rapporten aangenomen - gaat iedereen klappen. Onder het motto: als niemand voor ons klapt, doen we het zelf. Onverstandig. Goede wijn behoeft geen krans. Als onder druk van het parlement de uitwisseling van bankgegevens met de Amerikanen zorgvuldiger verloopt, is dat fantastisch. Dat wordt vanzelf opgemerkt. Klop jezelf niet op, dan hoef je ook niet te klappen.

‘Nog iets opmerkelijks: al die borrels, lunches, diners en recepties in het parlement. Wijnproeverijen noem ik het. Het gaat meestal over iets vaags als de betekenis van Transsylvanië in Europa, en het eten en drinken zijn gratis. Wie komen daarop af? Niet de echte wetgevers, ook niet de fractievoorzitters. Maar er zijn een heleboel mensen in het parlement die hun dag moeten indelen. Die komen allemaal. Om effectief te zijn in Brussel hoef je niet te borrelen, dat is een waanidee. Een werkontbijt af en toe is wel handig. Ontbijten moet je toch.’

Wat heeft u het afgelopen jaar bereikt?

‘Dat de Europese en de Haagse fractie van de VVD op één lijn zitten. Geen gedoe.’

U beloofde het EU-budget te halveren. U zou de uitbreiding van de Unie stopzetten.

‘Ho ho, geef me wat tijd. Ik heb niet achterover gehangen. Maar ik kan er niets aan doen dat slechts 150 parlementariërs het budget van het parlement willen korten. Ik zal erbovenop zitten. Europa voor half geld is mogelijk. Ik sta voor vrijheid, niet voor gesubsidieerde gelijkheid. Laten we om te beginnen het wagenpark van het parlement afschaffen.’

De leider van uw liberale fractie is de Belgische oud-premier Verhofstadt, een overtuigde eurofederalist. U moet soms gillend de fractiekamer uit rennen.

‘Verhofstadt is een ongelooflijk behendig politicus, die ervoor zorgt dat de liberalen altijd aan tafel zitten als er beslissingen vallen. Maar er komen geen Verenigde Staten van Europa, zoals hij wil. En er komen ook geen Europese belastingen. Ik heb destijds met Verhofstadt een afspraak gemaakt: jij zorgt dat de drie VVD’ers in het parlement goede portefeuilles krijgen - dat heeft hij gedaan -, dan ga ik je niet kapittelen over Europese visioenen.’

U zit te suffen. De soevereiniteit verdwijnt met bakken naar Brussel. Het toezicht op onze banken wordt Europees. Brussel bepaalt straks de Troonrede. We moeten meedoen aan miljardenleningen voor arme eurolanden. Daar horen we u niet over.

‘De VVD is vóór economische samenwerking. Wij zijn vóór de euro. Ik heb er absoluut geen moeite mee als een onafhankelijke Europese instantie tevoren bekijkt of de Nederlandse begroting in lijn is met het Stabiliteitspact. Niet dat de EU bepaalt of we op uitkeringen of soldaten moeten bezuinigen. Maar wel dat Brussel waarschuwt: uw gedrag brengt de euro schade toe. Prima! Nederland zal daar geen last van hebben, wij begroten prudent. De zuidelijke landen, inclusief Frankrijk en België, moeten zich aanpassen aan de noordelijke begrotingsdiscipline. Anders krijgen we een tweede Griekse crisis en blijven de Duitse en Nederlandse belastingbetalers de rest van Europa subsidiëren. Dat is onaanvaardbaar.’

Het parlement heeft geen ziel, de leden verdoen hun tijd met borrelen en babbelen: waarom zit u er dan? Maak plaats voor een gemotiveerder iemand.

‘Ik doe een tour of duty. Je zult mij niet horen zeggen: ik ga bouwen aan het Europa van de 22ste eeuw. Dat vind ik arrogant. Ik wil goede wetgeving waar Nederland volgende week van profiteert. Niet alles hoeft leuk en gezellig te zijn. Je moet een klus klaren. De VVD mocht bij de Europese verkiezingen niet door z’n hoeven gaan, dat was fataal geweest. Ik wist dat ik het verschil kon maken, daarom wilde ik lijsttrekker zijn. De Europese campagne heeft de opgang voor de VVD gemarkeerd.

‘Dat zit er bij mij sterk in, dat je niet bij iedere move denkt: wat heb ik eraan, maar: wat kan ik betekenen? Mijn grootvader had een inklaringsbedrijf in Rotterdam. Na het bombardement in 1940 was hij een van de draagkrachtigen die hielpen de diergaarde Blijdorp en de gemeentebibliotheek op te bouwen. Noblesse oblige, ook al zijn we niet van adel.

‘Ik heb tien jaar bij Deloitte gewerkt. Daar coördineerde ik onder andere alles wat te maken had met plastic. Vond ik plastic leuk? Helemaal niet. Tot ik in dat wereldje kwam en zag wat erachter zat - olie, verpakking, milieu. Toen werd het interessant. Dan maak je zin.

‘Ik ben voorzitter van de Liberale Internationale, dat doe ik met passie en liefde. Daar beteken ik iets voor partijen in ondemocratische landen. Kamerlid was ik met passie en liefde. Maar het Europees Parlement… dat is meer corvee dan passie.’

Uw overstap naar Brussel was veel opportunistischer: u geloofde niet dat Mark Rutte de verkiezingen zou winnen. U zocht een tijdelijke plek in de luwte.

‘Onzin. Ik kon als Europees lijsttrekker een bijdrage leveren aan het herstel van de VVD. Daarnaast is de houdbaarheid van een Kamerlid korter geworden. Twaalf jaar is genoeg, daarna moet je jezelf opnieuw uitvinden.’

Bent u niet te vroeg vertrokken? Straks worden de mooie baantjes verdeeld.

‘Ik doe een tour of duty voor de VVD. Wat dat betekent als de VVD in het kabinet zit, weet ik niet.’

Kom, u bent nauw betrokken bij de formatie.

‘Juist dan maak je een onvergeeflijke fout als je gaat pronken met je relatie met de partijleider die de onderhandelingen voert. Ik zit er dicht op, ik moet discreet zijn.’

U lijkt onontkoombaar als toekomstig bewindspersoon. Dat streelt het ego.

‘Niemand is onontkoombaar. Het begrip tour of duty staat, zoals u merkt, bij mij hoog aangeschreven. Een militair die naar Afghanistan wordt uitgezonden, doet dat uit overtuiging. Mijn ‘missie’ is nu het Europees Parlement. Als de VVD vindt dat ik een andere rol kan spelen, bijvoorbeeld in het kabinet, moet ik goede argumenten hebben om nee te zeggen.’

De Trêveszaal is toch leuker?

‘Frits Bolkestein was mijn leermeester toen ik als eager beaver in de politiek belandde. Frits vertelde mij: ‘Ik ben vier jaar staatssecretaris geweest en twee jaar minister en ik verlang er geen dag naar terug.’ Maar eerlijk is eerlijk: ik zou het een eer vinden leiding te geven aan een ministerie.’

Is Brussel niet gewoon te groot voor u?

‘Het is niet erg dat het Europees Parlement groot is. Hoewel: het zou prettig zijn als er maar driehonderd parlementariërs waren. Het probleem is dat alles verwatert om consensus te bereiken. Het zwaard van het Europees Parlement is niet scherp.’

Is het imago van Nederland veranderd?

‘Nederland was altijd een van de meest pro-Europese partners. Bolkestein was de eerste die vraagtekens plaatste bij het streven naar die ever closer Union. Daarna kwam Fortuyn, en nu is er een sterke PVV. We zijn kritischer. Nederland is normaler geworden. Natuurlijk vinden ze dat in het Europees Parlement vervelend. ‘We herkennen Nederland niet meer’, klinkt het. Tja, wie gedwee is, is makkelijk.’

Vorige maand werd hij 50, maar de aandrang om de balans op te maken was totaal afwezig. ‘Ik voel me als iemand die geen leeftijd heeft’, zegt Van Baalen. Dat neemt niet weg dat hij is veranderd. ‘Ik ben liberaler geworden. Neem de klacht van homo’s dat ze niet konden trouwen. Vroeger vond ik dat gezeur. Later realiseerde ik me: als mensen dat ervaren als uitsluiting, moeten we dat regelen.’

Hij provoceert minder, vindt hij zelf. Het studentikoze jennen is eraf. ‘In dit vak telt elk woord. Eerst vragen, dan pas schieten.’

Wat is uw moreel kompas bij veranderingen?

‘Dat je een betere wereld aan je zoon nalaat. Dat je mensen helpt zelf beslissingen te nemen. Als je fouten maakt, moet je boeten. Maar kinderen mogen niet boeten voor de fouten van hun ouders.’

Speelt geloof een rol?

‘Ja. Mijn geloof - ik ben hervormd - leert me dat ik mijn handelen niet moet beperken tot het hier en nu. De oerknal en alles wat daarna kwam, het is geen toeval. We zijn geschapen naar het evenbeeld van God. Ik geloof niet dat iemand met een staf en een baard de wereld in zeven dagen gemaakt heeft. Maar ook met de evolutietheorie van Darwin rijst de vraag: het is ergens begonnen. Na de dood houdt het niet op. Een hemel, waar we allemaal vrolijk doorleven en discussiëren, lijkt me onwaarschijnlijk. Maar net als je met kinderen het leven doorgeeft, verdwijnen je gedachten niet. ’

Bidt u tot die God?

‘Ja, anders houdt geloof niks in. Niet iedere dag, ik ga ook niet naar de kerk. Ik bid ook niet bij aanvang van een zwaar debat, of dat ik minister word. Dat vind ik misplaatst, je bidt niet voor een functie of een salaris, maar om hulp als je naasten ziek zijn.’

Helpt God u beslissingen nemen?

‘Ik ga ervan uit dat mensen een goddelijke verlichting hebben. In die traditie voel ik dat God mij steunt. Maar ik heb mijn eigen verantwoordelijkheid.’

Wat wil Hans van Baalen nog doen voor hij 100 jaar wordt?

‘Mijn vader is begin dit jaar 90 geworden, dus dat zit goed in mijn familie. Wat ik in ieder geval nog wil, is een internationale baan. Zoals Jaap de Hoop Scheffer bij de NAVO, fantastisch. Of Melkert bij de VN, De Geus bij de Oeso, ongelooflijk inspirerend. Maar er is nog iets waaraan ik wil meehelpen. Ik ben geboren in 1960. In die tijd werden politici gezien als mensen die het land dienden. Dat vertrouwen is zwaar geërodeerd. Politici moeten weer zeggen waarvoor ze staan. De Puinhopen van Paars, zoals Fortuyn schreef, waren kletskoek. Maar niemand durfde de positieve kanten van acht jaar Kok te verdedigen. Politici moeten durven incasseren. Tegen een bomvolle zaal hardop zeggen: ik ben het niet met u eens!

‘Neem Helmut Kohl, die heeft op de typemachine van zijn vrouw het tienpuntenplan opgesteld voor de hereniging van Duitsland. Kohl installeerde niet eerst een commissie om de kosten door te rekenen. Nee, Kohl zei: het moment is daar, ik neem mijn verantwoordelijkheid. Dát is politiek bedrijven. Niet door je knieën voor de kiezer, maar op een zeepkist. Een zekere afstand tussen kiezer en verkozene is goed. Een politicus knielt alleen voor God.’

CV

1960

Geboren op 17 juni in Rotterdam

1979-1988

Rijksuniversiteit Leiden (Nederlands recht; Internationale Betrekkingen)

1988-1999

Adviseur/directeur Public Affairs Deloitte Consulting

1999-2009

Lid Tweede Kamer voor de VVD

2009-heden

Lid Europees Parlement

President Liberale Internationale

Hans van Baalen is getrouwd en heeft een zoon.