Weblog Arie Slob: Kennen we in het Koninkrijk der Nederlanden eerste- en tweederangs burgers? - Main contents
Vanmorgen vroeg ben ik weer teruggekomen in Nederland. De afgelopen week bevond ik me op Curaçao en Bonaire. De overgang naar Nederland was groot. Uiteraard de afstand, maar ook het temperatuurverschil van circa 20 graden. Dat tikt aan. Ik heb een hele goede week gehad. Veel gesprekken gevoerd. De datum van de staatkundige veranderingen (10/10/10) is voor de ChristenUnie geen eindpunt, maar eigenlijk een nieuw begin. Voor Curaçao als land in het Koninkrijk. Maar ook voor de zogenaamde Bes-eilanden die vanaf die datum een bijzondere gemeente van Nederland zijn geworden.
Ik heb de afgelopen week gebruikt om met betrokkenen over de nieuw ontstane staatkundige positie te praten. Van achter mijn bureau in den Haag kan ik veel informatie verzamelen, maar persoonlijke gesprekken geven daaraan een veel scherpere en persoonlijkere invulling. Ook biedt het de mogelijkheid betrokkenheid bij de inwoners van het Caribische deel van het Koninkrijk der Nederlanden uit te spreken. Dat werd, zo heb ik ervaren, zeer gewaardeerd.
In juni 2000 sprak de bevolking van Sint Maarten zich in een referendum uit voor een autonome status binnen het Koninkrijk, zoals Aruba die sinds 1986 heeft. In september 2004 stemde ca 60 procent van de bevolking van Bonaire voor het opheffen van de Nederlandse Antillen en voor directere banden met Nederland. Een maand later stemde de bevolking van Saba voor eenzelfde directe relatie met Nederland en in april 2005 koos de bevolking van Curaçao voor de status van autonoom land binnen het Koninkrijk. St. Eustatius stemde voor het bijeen blijven van de Nederlandse Antillen (' nieuwe stijl' ). Het zou het begin zijn van de ontmanteling van de Nederlandse Antillen, zoals die uiteindelijk op 10/10/10 heeft plaatsgevonden.
Jarenlang is er onderhandeld over de juiste invulling: Ronde Tafel Conferenties, Bestuurlijke Overleggen, Overgangsakkoorden, Toetredingsakkoorden, debatten over (Consensus-)rijkswetten, nieuw referendum in Curaçao (mei 2009), Slotakkoorden. Vanuit Nederland waren diverse bewindspersonen verantwoordelijkheid voor het proces (Pechtold, Nicolai, Bijleveld). Ook aan de kant van de Nederlandse Antillen wisselde soms de bestuurlijk verantwoordelijken. De definitieve handtekeningen werden uiteindelijk 9 september tijdens de zogenaamde Slot Ronde Tafel Conferentie gezet.
Op alle eilanden van de Nederlandse Antillen is er gedurende de afgelopen jaren veel discussie geweest over de gewenste richting. De opvattingen waren ook niet eenduidig. Sterker nog, er ontstonden bijvoorbeeld op Curaçao twee kampen (voor of tegen de nieuwe verhoudingen). Bij het laatst gehouden referendum behaalde de ja-stemmers een nipte meerderheid (52 procent). Het stempelde ook de verkiezingen die in augustus 2010 zijn gehouden. PAR, de grootste politieke partij o.l.v. premier mw de Jongh-Elhage wist een zetel winst te behalen (van 7 naar 8), maar de andere twee coalitiepartijen zakten beiden terug van 2 naar 1 zetel. Een nieuwe partij (MFK) o.l.v. Gerrit Schotte wist in zeven weken tijd uit het niets 5 zetels binnen te halen. Schotte wist uiteindelijk de PAR na 16 jaar buiten de regering te krijgen door met de partijen MAN (waar hij kort daarvoor zelf uitgestapt was, teruggezakt naar 2 zetels) en de PS (een andere winnaar van de verkiezingen, van 1 naar 4 zetels) een coalitie te vormen (11 van de 21 zetels). Zowel MAN als PS behoorden tot het nee-kamp. PS is de partij van de heer Wiels, die met stevige en populistische taal veel nieuwe kiezers naar zich toe had weten te trekken. Hij streeft naar volledige zelfstandigheid van Curaçao. Wiels wordt wel met Wilders vergeleken.
Duidelijk is dat de ontwikkelingen heftig zijn. In een aantal opzichten zelfs uitermate bijzonder. In Curaçao heeft de nieuwe coalitie o.l.v. Schotte (met daarin de vertegenwoordigers van het nee-kamp) uiteindelijk de handtekeningen onder het Slot Akkoord gezet. De PAR had het meeste werk gedaan, maar stond er naast. Ook op Bonaire zijn de ontwikkelingen heftig geweest. De huidige coalitie heeft inmiddels haar meerderheid verloren. In maart 2011 zullen er nieuwe verkiezingen gehouden worden. Maar in december zal er ook nog een referendum gehouden worden. De vraag is wel wat de waarde daarvan is. De handtekeningen onder de eerder gemaakte afspraken zijn namelijk inmiddels gezet. Men kon het me niet goed duidelijk maken. Het moge wel duidelijk zijn dat ik op een boeiend moment de reis naar Curaçao en Bonaire heb gemaakt.
Ik heb veel gesprekken gevoerd. In Curaçao met onder andere gouverneur Goedgedrag, vice-premier Cooper, minister Jamaloodin (financiën), minister Wilsoe (justitie) en met vertegenwoordigers van zowel coalitie- als oppositiepartijen. Ik had ook nog het genoegen aanwezig te kunnen zijn bij een soort afscheidsbijeenkomst van mw de Jongh-Elhage. De druiven zijn zuur voor de oude machthebbers. Al denken de meeste van hen dat de huidige coalitie het niet lang zal maken. De oppositie roert zich inmiddels al behoorlijk in de media. De nieuwe oppositie oogt energiek (we gaan wat veranderen, tijd voor een frisse wind). Vooral de vertegenwoordigers van de MFK maakte op mij een goede indruk (jong, leergierig). Maar het blijft een bijzondere samenstelling (inhoudelijk zijn de verschillen groot) en een uiterst krappe meerderheid van 1 zetel. In Bonaire heb ik onder meer gesproken met gezaghebber Thode. Ook hier zorgen over hoe het verder zal gaan. Op de dag van mijn komst nam Henk Kamp overigens afscheid als kwartiermaker. Men hoopt dat hij nu als minister in de Trêveszaalop zal komen voor gelijke verhoudingen in het Koninkrijk. Ik moest hen wel vertellen dat in het nieuwe regeerakkoord geen aandacht wordt gegeven aan het Caribische deel van het Koninkrijk. Het is dus nog even gissen naar de opstelling van de nieuwe regering.
Ik gaf net aan dat op Curaçao de nieuwe coalitie een meerderheid heeft van zeggen en schrijven 1 zetel. Precies de situatie zoals we die in Nederland kennen. We zijn toch weer iets minder uniek dan we vaak denken. Verschil is wel dat de Wilders van Curacao deel uitmaakt van de regering. Dat hebben we toch wel iets beter gedaan dan in Nederland, zei een politicus van een regeringspartij mij met een brede glimlach. Ik heb hem gelijk gegeven. De ontwikkelingen in Nederland worden goed gevolgd. Zelfs het CDA-congres was op de televisie te zien geweest. Naar aanleiding daarvan werd mij door een vertegenwoordiger uit het nee-kamp gevraagd: als 32 procent een substantiële minderheid is (het percentage van de nee-stemmers binnen het CDA), wat is dan 48 procent (het percentage van de nee-stemmers op Curaçao)? We hebben het maar gehouden op een zeer substantiële minderheid. En voor verdere vragen doorverwezen naar het CDA.
Men was ook cynisch. Zowel op Curaçao als Bonaire veel vragen over de ontwikkelingen met betrekking tot mogelijk nieuwe wetgeving mbt het personenverkeer. De Tweede Kamer heeft daar in meerderheid om gevraagd. Vooral bedoeld om eenzijdig mensen te kunnen terugzenden. Als ChristenUnie hebben we tegen deze moties gestemd. Ook wij erkennen de problemen die er soms zijn. Bijvoorbeeld met criminele Antilliaanse jongeren. Maar binnen het Koninkrijk kennen we vrij verkeer van mensen. Het is vreemd, principieel ongewenst, en waarschijnlijk juridisch ook onmogelijk, om binnen het Koninkrijk voor een bepaalde categorie Nederlanders (in dit geval de Caribische Nederlanders) daar een uitzondering op te maken. Het heeft veel kwaad bloed gezet. Kennen we in het Koninkrijk eerste- en tweederangsburgers, zo werd mij gevraagd. Ik heb hen aangegeven dat Cynthia Ortega, onze woordvoerder in het Nederlandse parlement, steeds de gelijkwaardigheid in de relaties heeft benadrukt. We hebben ook zeer gemotiveerd tegen deze moties gestemd.
Inderdaad, we kennen binnen het Koninkrijk geen eerste- en tweederangsburgers. Natuurlijk moeten we goed nadenken over de aanpak van criminele Antilliaanse jongeren (vanaf nu jonge Caribische Nederlanders te noemen), maar dit is niet de goede oplossing. Wat denkt men overigens te bereiken met het terugsturen van deze jongeren naar Curaçao. Dat zal de problemen niet oplossen, maar waarschijnlijk alleen maar vergroten. Sommige gesprekspartners benadrukte de dubbelheid van de debatten in Nederland. Er werd gezegd: men verzet zich tegen de behandeling van Roma's in Frankrijk, maar men accepteert dat Nederland ten opzichte van de Caribische Nederlanders wel onderscheid maakt. En, veel verzet tegen en discussie over Wilders die moslims bepaalde grondrechten wil onthouden, maar waarom is een discriminerende rijkswet personenverkeer geen groot onderwerp in Nederland? Met name VVD, PVV en CDA moesten het ontgelden. Er is zorg over de wijze waarop de nieuwe coalitie met gemaakte afspraken zal omgaan.
Al met al was er met name in Curaçao ook veel realisme. We moeten niet steeds terugkijken, maar nu vooral vooruitkijkend de goede dingen voor ons volk doen. Het bezoek van premier Schotte deze week aan Nederland (we passeerden elkaar maandag nog even) werd daarom als belangrijk gezien: laten we in gesprek blijven. Ik kan dat alleen maar onderstrepen. Het is ook de reden van mijn komst naar Curaçao en Bonaire geweest. Mogelijk dat op een later moment de andere eilanden nog eens bezocht kunnen worden. Ik heb overigens ook de gelegenheid benut om in gesprek te gaan met mensen die veel belangstelling voor de ChristenUnie hebben. Boeiend om met mijn andere reisgenoten (onze ambtelijke secretaris Jacob Pot en Erik van Dijk van het partijbureau) hen iets te vertellen over christelijke politiek en onze (veranderende) positie in Nederland.
Zij hebben volgende week wel iets uit te leggen. We zullen het zien en horen. Ook de wraking van de rechtbank van Wilders is groot nieuws. Dat kwam voor mij (maar mogelijk vele anderen) wel wat uit de lucht vallen.
We zullen zien wat de komende week weer zal brengen. Voor nu laat ik het er even bij. Volgende week hoop ik me weer te melden met een weeklog op www.arieslob.nl.