De verhalen van Gegoten Lood (1) - Main contents
(Sonja Zimmerman)
Sonja Zimmerman had de activisten uitgenodigd voor de ‘event’ die door Ingrid Rollema was georganiseerd in haar immense atelier in Den Haag: een indrukwekkende installatie naar aanleiding van de aanval op Gaza, die door de Israëli’s ‘Operatie Gegoten Lood’ werd genoemd (naar een traditioneel uit lood gegoten kindertolletje, Israël is erg goed in het bedenken van leuke namen voor aangerichte bloedbaden, zoals Operatie Lenteregen of Herfstwolken) Het was een bijzondere groep mensen waarmee ik in hotel Park zat, zo uiteenlopend van achtergrond, en wat konden we het goed met elkaar vinden.
(Roisin Bryce)
Op de filmmiddag maakte ik voor het eerst met hen kennis. Roisin Bryce komt uit Noord-Ierland, en maakt, als socialiste, deel uit van de Derry Anti-War Coalition. Op de film die door haar werd meegenomen konden we zien wat ze hadden gedaan. Ieren hebben door hun eigen verzet, en hun eigen burgerrechtenbeweging tegen de Britten in een natuurlijke band met de Palestijnse strijd. Dus toen Raytheon, een wapenfabriek in Derry, wapens bleek te produceren voor Israël, en er tijdens de aanval op Libanon duizenden doden vielen, besloten ze niet alleen de fabriek te bezetten, maar ook de centrale computer te vernielen. Negen mannen drongen binnen, en sloegen met de brandblussers de boek kort en klein, gooiden comoputers en administratie het raam uit, en bleven toen rustig wachten tot de politie ze in kwam rekenen. Want dit is het principe van geweldloos verzet: als je willens en wetens de wet overtreedt neem je ook de consequenties. Ze werden ingerekend, en het kwam tot een proces. Maar kijk: de jury sprak hen vrij, op grond van het feit dat ze een misdrijf hadden gepleegd om een grotere misdrijf te voorkomen: een oorlogsmisdrijf gepleegd door Israël. De jury was het met hen eens dat ze de vernielingen hadden aangericht om mensenlevens te redden.
Roisin zelf zat bij de ploeg vrouwen die de actie nog eens herhaalden tijdens de Gegoten Lood-aanval op Gaza. Deze keer kwamen ze niet tot bij de computers die zwaar beveiligd waren, maar ze ketenden zich vast en wachtten wederom tot ze gearresteerd werden. En weer werden ze vrijgesproken. Vervolgens doekte de wapenfabriek de zaak op en verdween uit Ierland. Een voorbeeld voor actie in andere landen? (Meer info hier)
Yeela Raanan viel zowat van haar stoel toen ze het verhaal hoorde. Stel je voor, vrijgesproken, terwijl je computers hebt vernield, in haar verhalen worden mensen al gearresteerd en opgesloten als ze zich verzetten als hun bezittingen door het leger worden vernield, al doen ze dat volstrekt vreedzaam. Yeela is een joodse Israëli, zwanger van haar vierde kind, die haar hele leven in de Negev-woestijn heeft gewoond. Aan de andere kant van de grens met Gaza - als zij daar hun vuil verbranden kan ze het zien en ruiken. Inderdaad, daar komt nog wel eens een raket neer, maar dat zal haar er niet van weerhouden om de zaken in verhouding te zien: wat de mensen in Gaza wordt aangedaan is duizend keer erger.
(Yeela Raanan)
Yeela zet zich in voor de Bedoeïenen in de Negev. Een heel ander verhaal dan dat van de Palestijnen in Gaza. En toch ook weer hetzelfde, want ook de Bedoeïenen worden ‘gezuiverd’, ze worden bijeengedreven in voor hen gebouwde shantytowns waar ze niets hebben, behalve een dak boven hun hoofd. Geen werk, geen infrastructuur, en geen land waarop ze hun traditionele leefwijze kunnen voortzetten. (Ik had het al eerder over hen, hier en hier) Dus weigert ongeveer de helft van hen om zich op te laten sluiten in die door Israël gebouwde kampen, en blijven wonen op hun grond. Het punt is alleen dat hun bezitsrecht nergens is vastgelegd, en dat hun dorpen, die meestal al bestonden voor de staat Israël werd gesticht, nooit werden erkend. Meer dan veertig dorpen van meer dan 800 mensen - er zijn ook nog kleinere nederzettinkjes van een of een paar families - zijn zogenaamde ‘unrecognized villages’, wat inhoudt dat ze nergens recht op hebben, niet op wegen, elektriciteit, stromend water, en vreselijk veel moeite moeten doen om hun kinderen naar school te laten gaan en medische hulp te krijgen. Maar het ergste is nog dat het systeem ze tot criminelen maakt. Want omdat ze op papier niet bestaan horen ze ook niet bij een gemeente en dus is er geen loket waar ze kunnen vragen om een vergunning om een huis te mogen bouwen, of de hutten waar ze al in wonen te verbeteren. Doen ze dat wel, bouwen ze een WC aan of maken ze er een schuur bij voor hun kinderen, dan zijn ze strafbaar. En dit, moet nog even nadrukkelijk gezegd, terwijl ze staatsburgers zijn van ‘democratie’ Israël.
Dat hun oogst met chemische middelen werd verwoest, en dat er om de zoveel tijd huizen door bulldozers werden vernield was al jaren aan de gang, maar nu vernielt Israël doelbewust hele dorpen. Het dorp Al Arakib werd onlangs voor de zesde keer verwoest. En waarom eigenlijk? De Negev is immens groot en er wonen weinig mensen. Het is droge woestijn, met weinig water. En wanneer de Bedoeïenen toegestaan werd om hun eigen levensstijl op hun eigen grond voort te zetten, zouden ze niet meer dan 5% van de Negev bewonen. Ruimte zat, zou je denken. Maar daar gaat het kennelijk niet om. Yeela aarzelt als ik haar vraag me uit te leggen waarom Israël dat doet - kijk, op de Westoever willen de kolonisten het vruchtbare land hebben, en het water, maar wat zoeken ze in godsnaam in de Negev waar het al veel te veel water kost om een paar boompjes te laten groeien en waar het heet is in de zomer.
Uiteindelijk komt het erop neer dat het een principiële kwestie is, zegt Yeela, bijna een heilige kwestie. Het is joods land, zegt de staat. En je kunt daarop niet zomaar duizenden Arabieren in vrijheid laten leven. Die moeten dus weg. En wat doet Israël: op het land waar ze de Bedoeïenen van hebben verdreven planten ze een paar zielige boompjes en roepen het dan uit tot natuurgebied, en iedereen die zo’n boompje wat doet heeft staatseigendom vernield en is strafbaar. Want dat zijn joodse boompjes.
Zo worden de Bedoeïenen stelselmatig tot criminelen gemaakt, want er is geen manier meer waarop ze een normaal leven kunnen leiden zonder overtredingen te begaan. Yeela is zich ervan bewust dat zij als joodse geprivilegieerd is, en zet dat bewust in. Een Bedoeïen die zich verzet tegen de vernieling van zijn huis is altijd de pineut. Als de soldaten zeggen dat hij zich heeft verzet met geweld, dan zal de rechtbank altijd de joodse soldaat geloven en nooit de Arabier. Er zijn er al heel wat achter slot en grendel beland terwijl ze niets anders deden dan niet opzij gaan als de bulldozers kwamen om hun huizen te verwoesten. Dus gaat Yeela in zo’n huis zitten, en wacht tot ze beleefd wordt weggesleept. Hoewel ook dat tegenwoordig niet meer werkt. Terwijl ze in het buitenland is hoort ze dat een collega-activiste, een joodse van vijftig, door het leger in elkaar is geslagen.
De Bedoeïenen in de Negev verdienen onze solidariteit net zo erg als de Palestijnen die onder bezetting leven. Het probleem is dat de bezetting erkend illegaal is, maar de onderdrukking van de staatsburgers in de Negev een ‘interne’ aangelegenheid is. Hoewel er misschien perspectieven zijn hoe we daar wat aan kunnen doen. Komen we nog op als we het hebben over ons bezoek aan de Tweede Kamer.
Want dit is eigenlijk het idiote. Om een einde te maken aan de bezetting, en een overeenstemming te vinden met de Palestijnen is ingewikkeld. Maar voor de oplossing voor de Bedoeïenen in de Negev is het eigenlijk doodsimpel. Doe niks. Let them be.
(wordt vervolgd)