Belgrado: met zelfrespect boodschappen doen bij een goedkope supermarkt

Source: M. (Marije) Cornelissen i, published on Friday, November 12 2010.

Europarlementariërs gaan regelmatig op werkbezoek en komen dan op plaatsen in heel Europa. Marije Cornelissen heeft het dossier armoede in haar portefeuille en probeert tijdens elke reis ook steeds een lokale voedselbank te bezoeken. De komende weken publiceren we haar ervaringen in de serie Voedselbanken in Europa.

Een voedselbank in de zin van een organisatie waar je gratis één of twee keer per week een pakket met producten ophaalt hebben ze niet in Belgrado, de hoofdstad van Servië. In plaats daarvan is er een succesvolle supermarktketen, de SOS Supermarket, waar mensen hun boodschappen kunnen halen voor een fractie van de prijs die ze in een reguliere supermarkt zouden betalen.

Ik bezoek de SOS Supermarket een dag nadat ik in de eerste echte Gay Pride van Belgrado heb meegelopen. Terwijl de Gay Pride op zich succesvol is verlopen en geen van de deelnemers gewond is geraakt, waren er elders in de stad enorme rellen en gevechten tussen hooligans en agenten, waarbij bijna honderd politiemannen gewond raakten en vernielingen werden aangericht. De volgende dag is alles weer rustig, maar staan de kranten uiteraard bol van de gebeurtenissen van de vorige dag. Het binnenpretje om het feit dat in cyrillisch schrift met koeienletters COC MAPKET op de winkel staat houd ik maar voor mezelf.

De trots op hun bedrijf straalt af van de managers die ik spreek in de supermarkt. Ranka Savic, Milorad Miskovic en Dragan Milovanevic zijn van de Alliantie van Onafhankelijke Vakbonden en leggen me uit dat de SOS Supermarkt veel lagere prijzen kan bieden doordat ze een winstmarge van vijf procent hebben in plaats van de twintig tot dertig procent van normale supermarkten. Ook investeren ze veel in het maken van goede deals met producenten en doen ze niet mee aan het kartel van de grote supermarktketens. Met name de basisproducten als brood, melk, vlees, groenten en fruit zijn vele malen goedkoper, soms slechts twintig procent van de prijs elders.

Het initiatief voor de supermarkt werd begin 2009 genomen. In het eerste jaar moesten mensen bewijzen dat ze arm waren met papieren over hun inkomen en schulden, waarna ze een pasje konden krijgen om er te mogen winkelen. Ook waren er allerlei restricties op hoeveel producten mensen tegelijk mochten kopen en hoe vaak ze mochten komen, om misbruik te voorkomen. Maar aangezien een heel groot percentage van de Serviërs arm is en misbruik in de praktijk niet voorkwam, zijn al deze regels geleidelijk geschrapt. De SOS Supermarkt is nu een bedrijf als iedere andere supermarkt, alleen met veel lagere prijzen en met een mogelijkheid om pas een maand later te betalen als je niet meteen het geld voor je boodschappen hebt. Iedereen die dat wil mag winkelen in de inmiddels eenendertig filialen.

Als ik vraag of dat geen problemen oplevert met concurrerende supermarkten die reguliere prijzen vragen beginnen de ogen van de managers te glimmen. “Ja, zij zijn helemaal niet blij met ons”, legt de directeur uit. “Wij bewijzen dat voedsel helemaal niet zo duur hoeft te zijn. Je kunt prima een gezond bedrijf runnen met veel lagere prijzen. We maken zelfs winst, die we meteen weer investeren in nieuwe filialen.” Het is inmiddels veel meer dan een project om de armen in Belgrado bij te staan, het is ook een dikke middelvinger van de vakbonden naar de machtige tycoons die het bedrijfsleven in Servië beheersen.

De mensen die werken bij SOS Supermarket worden allemaal betaald, er wordt niet gewerkt met vrijwilligers. Wel heeft de supermarkt een sociale doelstelling bij het personeelsbeleid; ze nemen vooral langdurig werklozen en gedeeltelijk arbeidsgehandicapten aan. Of het is omdat de managers erbij zijn of niet, het personeel in het filiaal dat ik bezoek lijkt heel trots te zijn op hun winkel. De jongen die het vlees verkoopt poseert met een glimlach bij zijn waar als ik mijn camera tevoorschijn haal. Het gevoel dat ze gezamenlijk iets doen aan de sociale problemen van Servië en tegelijk de corruptie in het bedrijfsleven aan de kaak stellen lijkt te strekken van hoogste baas tot kassamedewerkster.

Eén van de grootste voordelen van de SOS Supermarket ten opzichte van reguliere voedselbanken is dat armere mensen zich niet schamen als ze er komen. Ze hoeven niet in een rij te staan voor een gratis voedselpakket waarvan de samenstelling door anderen bepaald wordt, maar kunnen net als ieder ander winkelen, zelf uitkiezen wat ze willen en betalen aan de kassa. Zeker nadat het pasjessysteem werd opgeheven en iedereen welkom is, is het winkelen bij een SOS Supermarket niet meer stigmatiserend. Het is tekenend dat de klanten van de supermarkt het helemaal niet erg vinden dat ik ze op de foto zet, in tegenstelling tot klanten van voedselbanken elders.