Jan’s preek - Main contents
In de Duif heet het de overweging, in mijn vaste kerk, de Amsterdamse Studentenekklesia heet het de schriftuitleg, maar eigenlijk is het gewoon een preek, een woord dat een beetje uit de mode is geraakt maar dat ik best weer terug wil. Niks tegen een goede preek. Voor eigen parochie liefst, want daar moet je het toch van hebben.
Afgelopen zondag was Jan Andreae voorganger in De Duif, zie hier, waar ik ook al eens de preek mocht houden. Zie hier en hier.
Dit was zijn preek:
Ik ben bang dat ik in een land woon waarin ik niet wil wonen.
Dit land is fundamenteel veranderd. Door een dynamiek van op elkaar inwerkende krachten. Dynamieken die worden losgemaakt door politici, door media en groepen mensen die bang of boos zijn.
Met als resultaat: een gebrek aan de meest basale vorm van moreel besef.
Niemand is daar schuldig aan, maar bijna iedereen vraagt zich in dit land af hoe het in Gods of in Allahs naam zover heeft kunnen komen.
Ik wil wonen in een land waarin niet beledigd wordt. Het recht om alles te zeggen waardoor we mensen kwetsen, beledigen en discrimineren is een belachelijk recht.
God, ik dank u dat ik niet ben zoals die ander, sprak de Farizeeër.
Je kunt iemand, buiten je schuld om, beledigen. Per ongeluk. Je kunt buiten je schuld om iemand aanrijden. Per ongeluk; je had voorrang. Maar beroep je niet op het recht iemand aan te rijden. Belediging maakt iets kapot in mensen. Ik wil wonen in een land waarin mensen voorzichtig zijn met elkaar.
Etty Hillesum schrijft in haar oorlogsdagboek: het is soms nauwelijks te verwerken en te bevatten, God, wat jouw evenbeelden op deze aarde elkaar aandoen. Maar ik blijf je schepping prijzen, ondanks alles.
Ik wil wonen in een land van christenen, joden, moslims, boeddhisten, hindoes, atheïsten, agnosten, homoseksuelen, heteroseksuelen. polygamisten, schrijvers, kunstenaars en loodgieters.
In een land waarin men begrip opbrengt, ook al begrijpt men elkaar niet. Een land dat zijn traditie van tolerantie eer aan doet. Waarin we de neiging onderdrukken om anderen te onderdrukken.
Ik wil wonen in een land dat zoekt naar de juiste vertaling van gedogen en niet naar die van zero tolerance.
Ik wil wonen in een land met een minimum aan spreektijd en met een maximum aan luistertijd. Een land waarin politici en interviewers niet met hun interruptiemicrofoons vergroeid zijn. Waar getracht wordt gebruik te maken van andermans kracht in plaats van misbruik van andermans zwakte. In een land waarin hardop kan worden nagedacht. Ik wil wonen in een land waarin politici beschaving vieren, op zo’n manier dat ze spreken met zachte stem, omdat ze bang zijn niet te horen wat de ander te zeggen heeft.
Ik wil wonen in een land waarin kinderen in vrijheid leren denken en dansen. Waarin hun voorbeelden geweldloos en inspirerend zijn.
Ik wil wonen in een land waarin onze kinderen geleerd wordt nooit anderen als minderwaardig te behandelen, omdat ze zelf ook nooit als zodanig zijn behandeld en ook nooit zo behandeld zullen worden.
Ik wil in een land wonen waarin woorden als deze niet afgeserveerd worden. Ik wil woorden horen die spreken van bemoediging. In plaats van het steeds hardere en vierkante “Nee” .
Ik wil wonen in een land waarin men bidt voor elkaar, bij Allah, bij God of bij weet ik wat.
Wonen in een land waar de zachte krachten winnen.
Amen