De Toestand (6)

Source: A.H. (Anja) Meulenbelt i, published on Saturday, October 30 2010.
De Toestand (6)
Bron: Blog Anja Meulenbelt

Over de term fascisme (1)

“Het begint hier te lijken op de jaren dertig.”

“Maar we hebben hier geen gaskamers.”

“Nee, dat waren de jaren veertig.”

Het lijkt wel of de term ‘fascist’ het ultieme scheldwoord is geworden voor een gehate tegenpartij, kan niet schelen of die links of rechts is. Ik ben er in principe voor dat we onze termen zuiver kiezen, en zeker niet zulke zware vergelijkingen met de ergste periode van de Europese geschiedenis maken als we niet weten waar we het over hebben. Dus moeten we weten waar we het over hebben, want het taboe om vergelijkingen te maken met de Tweede Wereldoorlog en het nazisme, zou ook betekenen dat we willens en wetens blind willen blijven als zich historische herhalingen voordoen - nooit exact dezelfde herhalingen want daar is het historie voor, maar toch. De vraag: zou het weer kunnen gebeuren, is legitiem en noodzakelijk.

Ik heb de afgelopen tijd twee artikelen gelezen die nog eens uitleggen wat fascisme eigenlijk is - want wie kan daar helder antwoord op geven? Anders dan dat ie iemand een fascist noemt omdat hij ergens heel erg tegen en ergens heel erg boos over is?

In de laatste Maarten! staat een artikel van Bas Kromhout, die een historische vergelijking maakt tussen de opkomst van de PVV en die van de NSB destijds. En Frans Leijnse, collega in het senaat maar van de PvdA schreef al enige tijd geleden een artikel in de Volkskrant, hier in de Volkskrant.

Eerst dat artikel in het blad van Maarten van Rossem. Een opmerking vooraf: de beschuldiging van fascisme is loodzwaar, en we weten hoe dat komt. In 1940 - 1945 ontpopte de NSB zich tot een partij van landverraders, die medeplichtig werden aan de vervolging van de Nederlandse joden, en dus medeplichtig waren aan massamoord. Maar dat was dus wel binnen de context van de Duitse bezetting. En dat we opnieuw door een vreemde mogendheid overvallen zullen worden is uiterst onwaarschijnlijk. Het heeft dus niet veel zin om de huidige politieke situatie te vergelijken met de bezettingstijd.

Maar. Wilders zelf draait er zijn hand niet voor om om moslims te vergelijken met fascisten, hij heeft het graag over islamofascisten en vergelijkt de koran met Mein Kampf. Ondertussen doet hij elke kritiek of vergelijking aan zijn adres af als ‘demoniseren’. Wanneer we het hebben over fascisten realiseren we ons nauwelijks meer dat het mensen waren. We hebben ze ‘gedehumaniseerd’. Dat brengt wel het gevaar met zich mee dat we ons nauwelijks meer realiseren dat ook nu hele gewone mensen vatbaar kunnen zijn voor de denkbeelden van het fascisme, en dat verlaagt de waakzaamheid, schrijft Kromhout. Met andere woorden: zolang er geen sprake is van gaskamers, en daar is geen sprake van, lijkt een vergelijking buitensporig en onterecht. Maar is dat wel zo?

 
De Toestand (6)
Bron: Blog Anja Meulenbelt

Kijken we naar de vooroorlogse periode waarin de NSB opkwam, en dan zijn er wel degelijk overeenkomsten, tot en met het gebruik van de meeuw als logo. Mussert, de voorman van de NSB was aanvankelijk vooral een nationalist, die hoopte op een nationale wedergeboorte van een Nederland, met veel bewondering voor onze oude zeehelden. Inderdaad, ook Wilders liet zich graag portretteren als Michiel de Ruyter. En ook Mussert betoogde graag dat ‘Den Haag’ er een rommeltje van maakte. En poneerde zich graag als de vertegenwoordiger van die mythische eenheid die hij ‘het volk’ noemde. En de politici, die waren het contact met ‘het volk’ kwijtgeraakt, want die waren een elitaire kliek die over het hoofd van de gewone man alleen aan zijn eigen belangen dacht. En er was één man, een geboren leider, die omdat hij de belichaming was van de ‘volkswil’ wel eens even namens dat volk orde op zaken ging stellen. En net als Wilders begreep Mussert heel goed dat je om het volk te paaien ook een zekere socialistische retoriek in moest zetten.

Ook maakte de NSB veelvuldig gebruik van het woord ‘vrijheid’. Niet de vrijheid van elke burger, maar de vrijheid van de natie om haar eigen lot te bepalen. En zich dus los zou moeten maken van internationale verplichtingen, ook om de individuele vrijheid van bepaalde burgers te kunnen beknotten. Inderdaad, ook dat komt ons bekend voor.

Er waren ook verschillen: de NSB had knokploegen, de PVV niet. De NSB had juristen en filosofen in de gelederen die de ideologie van een mooi sausje voorzagen, de PVV heeft alleen nog maar hoe heet ie met zijn rammelende boek, en de ‘filosofie’ van de PVV is zo weinig geworteld in denken, dat het Wilders ook de vrijheid geeft om op elk moment van mening te veranderen.

Maar uiteraard is het meest heikele punt om te vergelijken de houding ten opzichte van culturele minderheden. Destijds joden, en nu moslims. Ook daarbij gaan de vergelijkingen mank wanneer we ons blindstaren op de bezettingsjaren, toen het echt aan kwam op de fysieke vernietiging van die minderheid. Maar dit is interessant: de NSB was aanvankelijk aanzienlijk minder uitgesproken antisemitisch als de Duitse nazipartij. Mussert nam veel meer Mussolini als voorbeeld, die niet veel moest hebben van al die krankzinnige rassenideeën van Hitler. Het is nu nauwelijks meer voorstelbaar omdat we nu weten waar het heenging, maar er waren ook joden lid van de NSB. Maar langzaamaan kwam ook in de Nederlandse NSB het ‘jodenvraagstuk’ aan de orde, toen in 1933 Hitler aan de macht kwam. Maar volgens ‘de Leider’ hoefde niemand zich in Nederland zorgen te maken, omdat de toestanden hier anders waren dan in Duitsland.

Toch ontstond er ook binnen de NSB een stroming die de nazi-ideologie overnam en racistische, dat wil zeggen antisemitische ideeën de partij binnenbracht. En Mussert trad daar niet tegen op, in tegendeel, ook zijn standpunten ten op zichte van joden begonnen zich te verharden. In 1934 verkondigde hij nog dat het om deel uit te maken van de natie niet uitmaakte tot welk ras je behoorde. Het ging er maar om of je deel uitmaakte van de Nederlandse cultuur.

En zo verdeelde hij de joden in de groep die we tegenwoordig ‘goed geintegreerd’ zouden noemen, die hun joodse geloof hadden afgelegd en zich hadden aangepast, daarnaast had je de orthodoxe joden die zich niet hadden aangepast maar toch geen kwaad konden, en als werkelijke bedreiging waren daar de joden ‘die geen deel hebben aan onze nationale gedachte’. Enderzijds kapitalistische uitzuigers, anderzijds criminelen en linkse oproerkraaiers. De joden in de politiek, in de journalistiek, in de cultuur, die waren een gevaar want zij zouden Nederland willen ‘verjoodsen’. En in die houding werd hij steeds meer versterkt als er aanvallen kwamen vanuit andere partijen of vanuit de pers - daar werkten altijd wel een paar joden of ‘jodenknechten’. De groep ‘goede’ joden werd in de perceptie van Mussert kleiner en kleiner, en steeds meer begon hij het gehele jodendom als probleem te beschouwen. Vooral de migranten, de nieuwe joden die vanuit Oost-Europa naar Nederland emigreerden zouden zich nooit aan kunnen passen, en moesten wat hem betreft maar weg, naar Suriname of naar elders.

Dat zou, mochten zijn plannen ooit gerealiseerd zijn, rampzalig zijn geweest voor de joden die zouden worden gedeporteerd, maar het waren géén plannen om hen uit te roeien - het plan waar Hitler uiteindelijk toe zou besluiten, nadat hij enige jarenlang meewerkte aan het wegwerken van de Europese joden, met name naar Palestina.

Twee overeenkomsten, zegt Kromhout, tussen PVV en NSB: de toenemende radicalisering - ook Wilders zag toen hij nog in de VVD zat geen ‘islamprobleem’ en had het na 9/11 alleen over de kleine minderheid aan radicale moslims die een probleem zouden vormen, tot die groep in zijn hoofd uitgroeide tot een ‘tsunami’, die de gehele beschaving weg zou islamiseren, en net als Mussert die geen racist was in de biologische zin, zegt Wilders een onderscheid te maken tussen de mensen waarvan hij zegt dat hij er geen probleem mee heeft, en de islam. Wat in beide gevallen natuurlijk niet opging, want de voorstellen van zowel de NSB als de PVV om de vermeende dreigende overheersing tegen te gaan treffen wel degelijk mensen persoonlijk. De ‘kopvoddentaks’, het voorstel om Marokkaanse relschoppers in de knieën te schieten, de uitspraak in 2008 dat er tientallen miljoenen moslims uit Europa zouden moeten verdwijnen - het is moeilijk dat alleen op te vatten als bezwaren tegen de islam.

(wordt vervolgd)