De Toestand (8)

Source: A.H. (Anja) Meulenbelt i, published on Tuesday, November 2 2010.
De Toestand, Vooraf
Bron: Blog Anja Meulenbelt

Met rede tegen de mafkezen

Bert Wagendorp in de Volkskrant vanochtend. Over Obama, die de redelijkheid zelve is. En die verslagen dreigt te worden door de dwazen van de Tea Party en andere rauwe commentatoren die ervoor gezorgd hebben dat een op de vijf Amerikanen tegenwoordig gelooft dat Obama een moslim is, en de hervorming van de gezondheidszorg het werk van een socialist. Een socialistische moslim dus, erg hoor.

Obama is er niet in geslaagd de leugens te counteren, zegt Simon Schama, hij blijft beheerst, weigert simplificaties met simplificaties te beantwoorden en predikte zijn boodschap van verzoening. Hij zette de rede in tegen de paranoïde krankzinnigheid. En helaas, constateert Schama (in de woorden van Wagendorp dus) dat werkt tegenwoordig niet meer. Obama, luidt het advies, moet de Plato in zichzelf aan de kant zetten en Machiavelli aan laten treden. Met andere woorden: met rede alleen red je het niet tegen de mafkezen.

Dat zou ook een advies kunnen zijn aan onze huidige parlementariërs. Die onderdrukken over het algemeen de neiging om terug te gaan schelden wanneer Wilders weer eens vol op het orgel gaat, en proberen het beschaafd te houden. En ‘inhoudelijk’.

Zo interpreteer ik ook de reactie van Halsema en Dibi op hun partijgenoten Rabbae en Danen, die vinden dat ze op een zeepkist mogen gaan staan en in gewoon Nederlands moeten zeggen wat ze zien: racisme, en zelfs het begin van fascisme. Dat is een tactiek die haaks staat op de wens van de Tweede Kamerfractie van GroenLinks om te vertrouwen op een ‘open debat’ met de PVV, redelijkheid tegen de waanzin, het te houden op de inhoud, en beschuldigingen als racisme vooral te vermijden. Nog afgezien van de vraag of de GroenLinks-aanvoerders daarmee niet bezig zijn om een stevig deel van hun natuurlijke achterban van zich te vervreemden, die tenslotte niet allemaal in de Kamer zitten en misschien ook wel eens wat willen zeggen over wat ze waarnemen, bijvoorbeeld tijdens een demonstratie, is het een nog onbeantwoorde vraag hoe ver je komt met redelijkheid in conversatie met iemand die de redelijkheid aan zijn laars lapt, en wat je hebt aan een ‘open debat’ met iemand die elk debat vermijdt. In ieder geval, constateerde Wagendorp, bleef Wilders onder alle redelijke kritiek op de regeringsverklaring, met gezellig hier en daar een grap, grijnzend overeind.

Cohen, Pechtold en Halsema (hé, Wagendorp, wel eens van Roemer gehoord?) zullen iets anders moeten verzinnen, staat er in de column. Het voorspelbare gehakketak werkt niet. Wilders’ leugens en halve waarheden worden niet effectief ontmaskerd. Het wordt ook bij ons tijd dat de orators gaan terugpraten, luid en duidelijk. Dat Machiavelli plaatsneemt naast Plato.

Grappig, ook Pieter Hilhorst komt met zijn column van vandaag tot een dergelijk verhaal.

Het CDA denkt Wilders in te kapselen, blijkt uit een interview in Elsevier. Verhagen betoogt dat de regering er nooit toe over zal gaan om de Koran te verbieden en zomaar moskeeën of islamitische scholen op zal heffen. En Wilders kan wel wat blijven roepen over hoofddoekjesbelasting, maar die gaat er niet komen, zegt Verhagen geruststellend. En veronderstelt dat Wilders wel zal inbinden en op zal houden met schreeuwen. Gedoogsteun als beschavende invloed, zeg maar.

Daarmee wordt duidelijk hoe groot de kloof is tussen de redelijke politiek van Verhagen en de populistische strategie van Wilders. Voor Verhagen gaat de politiek over beleid: je zegt iets omdat je een maatschappelijk probleem wilt oplossen en daar maatregelen voor wilt treffen. En in die visie houdt Wilders vanzelf wel op met roepen als hij merkt dat hij zijn zin niet krijgt. Maar wat als dat niet is waar Wilders op uit is?

Neem dat woord ‘hoofddoekjesbelasting’ van Verhagen - dat is niet wat Wilders zei: die zei kopvoddentaks. Iemand die iets wil bereiken gebruikt neutrale termen, zoals ‘allochtoon’, maar niet een uitdrukking waarmee je de weerstand meteen oproept.Maar voor Wilders kunnen de termen nooit genoeg lading hebben, betoogt Hilhorst. “Politiek is voor hem een woordenstrijd”. Zo achterlijk dat hij denkt dat er in Nederland ooit belasting geheven zal worden op het dragen van hoofddoeken die bijdragen aan de vervuiling van het straatbeeld is hij niet. Maar als je woorden indroduceert als ‘massa-migratie’, ‘straatterroristen’ of ‘kopvoddentaks’ heb je de halve oorlog al gewonnen wanneer iedereen die overneemt.

(Zelf vind ik een voorbeeld van zo’n term die geïntroduceerd wordt en door iedereen gedachtenloos overgenomen de ‘islamkritiek’, wat voor mij duidelijk een eufemisme is voor de mensen die tegen islam en moslims zijn - want dat we kritisch naar van alles kijken is mooi, maar hebben we andere specifieke termen die het normaal maken dat we specifiek kritiek hebben op één godsdienst, of één groep mensen, of één set denkbeelden - kennen we judaïsmekritiek, of negerkritiek, of Friezenkritiek? Zo nee, wat zegt het dan dat we zo’n term wel gebruiken als het gaat over de islam, en erger, wat zegt het wanneer een links Kamerlid vindt dat links wel meer aan islamkritiek mag doen?)

Klink waarschuwde al voor de ontwrichtende werking van woorden. Beleid kan besmet raken wanneer Wilders er een andere betekenis aan geeft, door bijvoorbeeld hogere eisen aan inburgering te verkopen als middel om de ‘islamisering’ tegen te gaan, zegt Hilhorst. Werkelijke winst in het beleid zal hij nauwelijks boeken, maar gaat het daarom? Wat hem wel is gelukt, al zal de praktische uitvoering minimaal zijn, is om de boodschap de wereld in te krijgen: ‘wie zich misdraagt, (en geen ‘echte’ Nederlander is), kan opdonderen’.

De tegenstanders van Wilders die denken dat hij wel problemen benoemt maar geen oplossingen biedt, denken dat kiezers smachten naar een beleid dat de werkelijke problemen aanpakt. En als dat nou niet zo is? Als hem die werkelijke problemen nou geen bal kunnen schelen omdat alles wat hij doet kleurrijke en luidruchtige symboolpolitiek is, waar (een deel van de) mensen van smullen? Kan het schelen!

Met wat andere woorden stelt Hilhorst dezelfde vraag die Wagendorp net aansneed: de vraag of wie Wilders wil temmen de grote gebaren en woorden maar even niet in de ban moet doen, maar even grote woorden en gebaren moet bedenken. ‘Verhagen vergeet dat woorden ook daden zijn’, zegt Hilhorst.

Het is een punt of die tactiek van de redelijkheid en het ‘open debat’, gezien de gigantische kloof in cultuur en politieke doelen tussen redelijken en populisten, nog voldoet. Ik geloof dat ik het niet erg vind dat ik de politiek over enige maanden ga verlaten, want zelfs in de altijd zo redelijke Eerste Kamer gaat het aanzienlijk minder gezellig worden.

Als de columns op de website van de Volkskrant staan zet ik de linkjes erop.