Kristallnachtherdenking 2010, Amsterdam - Main contents
Net als de vorige keer dat ik er bij was, was het een indrukwekkende en ontroerende Kristallnachtherdenking, in het donker, aan de Amstel. Op de plek die eens deel uitmaakte van joods Amsterdam. Mohamed Rabbae was er, maar liet het spreken deze keer aan de gasten over.
Er was muziek, er werd voorgelezen, over de Kristallnacht door Tjeerd Bischoff, en een gedicht van Bertolt Brecht (zie hieronder). Maar vooral indrukwekkend was het verhaal van een vrouw die het allemaal heeft meegemaakt, de opkomst van het fascisme, en het verzet ertegen. Ik had het al over haar: Mirjam Ohringer, nu 86. Maarten Jan Hijmans interviewde haar, en had het niet eenvoudig, want mevrouw Ohringers verhaal is zo dringend, ze had best in haar eentje een paar uur vol kunnen maken. Dringend vooral ook omdat er nog weinig mensen zijn die het uit eigen ervaring kunnen vertellen.
Ze vertelde over haar familie: Ostjuden, vrome joden, migranten. En ze vertelt over de joden die op de vlucht waren en niet werden binnengelaten, de mensen over wie iedereen zweeg. Ze vertelt over de ‘illegale’ antifascisten die in Nederland waren aangekomen, en die verborgen moesten worden, omdat Nederland ze zonder pardon weer uitleverde aan de nazi’s als ze werden gepakt. Die mensen moesten ook in leven worden gehouden, ze moesten te eten hebben, en dat gebeurde, door het verzamelen van stuivertjes en dubbeltjes - een brood kostte toen elf cent. Mirjam rolde er al jong vanzelf in.
Maar je bent doorgegaan, vraagt Maarten Jan haar. Waarom? Omdat het gevecht van gerechtigheid tegen onrecht blijft, zegt ze. Zo gauw er een scheiding aangebracht wordt tussen mensen, zo gauw de ene minder is dan de andere, gaat het fout. En dat is de boodschap die ze de mensen mee wil geven, vanuit die ervaring van toen: laat je niet misleiden. Ook de nazi’s verpakten hun boodschap toen heel mooi. Laat je niet misbruiken, trap er niet in! Neem het niet als er weer andere mensen de schuld voor van alles in de schoenen wordt geschoven!
/]
Er waren behalve mensen die ik niet ken veel vrienden, ik telde er zeven joodse, en vijf islamitische. Ik kwam vriendinnen tegen die nu met vluchtelingen werken, een vriend die zelf vluchteling is, en mensen die al jaren actief zijn tegen racisme. En achteraan zag ik wat mensen die het nodig vonden om erbij te zijn met een Israëlische vlag over de schouders. Een kleine tegendemonstratie. Het was al aangekondigd, en niemand maakte zich er verder druk over. Het was een mooie, en opnieuw waardige herdenking.
En in het café na afloop, met Mirjam Ohringer in ons midden, hadden we plezier met elkaar. Het is hartverwarmend om je zo thuis te voelen, zeker in deze barre tijden, in zo’n divers gezelschap.