Begrotingstekort en staatsschuld Ierland
Na Griekenland was Ierland het tweede euroland dat in de financiële problemen kwam, doordat de Ierse regering in 2009 en 2010 een aantal banken van de ondergang redde. Hiermee was een bedrag gemoeid van ongeveer 50 miljard euro. De redding leverde Ierland een forse staatsschuld en een flink begrotingstekort op.
Op 28 november 2010 maakten de Europese Unie1 (EU) en het Internationaal Monetair Fonds2 (IMF) bekend Ierland met een lening van 85 miljard euro te steunen. Oorspronkelijk zou het programma lopen tot halverwege 2013, maar in maart 2013 besloot de EU dat Ierland langer - tot het einde van dat jaar - in het steunprogramma zou blijven.
Ierland valt onder het post-programme surveillance (PPS) totdat minimaal 75 procent van de leningen is terugbetaald. Het toezicht zal op zijn vroegst in 2031 teneinde lopen. Dit toezicht moet zorgen voor een gezond en duurzaam economisch herstel. Dit betekent dat de Commissie en de ECB met regelmaat het land bezoeken, de economie analyseren en halfjaarlijkse verslagen uitbrengen. In begin 2016 stond de Ierse economie er goed voor. Het begrotingstekort kon door strenge maatregelen teruggedrongen worden naar 2 procent in 2015 en 0,6 procent in 2016. De staatsschuld was met 75,4 procent dat jaar wel nog iets te hoog.
Contents
In tegenstelling tot Griekenland kampte Ierland tot het begin van de kredietcrisis niet structureel met een tekort op de overheidsfinanciën. Omdat de Ierse economie vanaf eind jaren '80 van de twintigste eeuw explosief steeg, werd Ierland zelfs 'de Keltische Tijger' genoemd. Ierland was een aantrekkelijke vestigingsplaats voor ondernemingen. De vennootschapsbelasting was slechts 10 procent, veel lager dan in omringende landen.
Veel buitenlandse banken vestigden dochterondernemingen in Ierland om van de mogelijkheden te profiteren en risicovolle transacties uit te voeren. Ierse banken konden eenvoudig buitenlands kapitaal aantrekken. Er werden kredieten met een hoog rendement verstrekt, maar ook met een hoog risico. Daardoor kwamen banken in de problemen tijdens de internationale kredietcrisis. De Ierse overheid moest de banken te hulp komen, waardoor het overheidstekort en het begrotingstekort van Ierland in rap tempo opliepen.
In de periode van 1990 tot 2007 stegen prijzen van onroerend goed in Ierland explosief. Die hoge prijzen zorgden voor veel inkomsten voor de Ierse schatkist. Zodra de vastgoedzeepbel knapte, vielen die inkomsten weg. Door het hoge begrotingstekort en de staatsschuld daalde het vertrouwen van beleggers in Ierland en werd het voor Ierland lastig om leningen aan te gaan.
De Ierse regering heeft tot het laatst toe geprobeerd om een beroep op Europese steun te voorkomen. De Ieren wilden niet in eenzelfde situatie terechtkomen als Griekenland. Dat land had een deel van de zeggenschap over het financieel-economische beleid af moeten staan aan de EU en het IMF. In november 2010 moest Ierland in overleg met de overige eurolanden3 echter besluiten toch gebruik te maken van het aangeboden steunpakket ter hoogte van ongeveer 85 miljard euro. Dit pakket werd beschikbaar gesteld door de eurolanden, het IMF en Ierland zelf.
De Europese Commissie4 verwachtte dat steun aan Ierland voor stabiliteit binnen de eurozone zou zorgen. Daardoor moest de stijging van rentepercentages op staatsleningen voor Ierland en andere Europese landen met begrotingsproblemen een halt toegeroepen worden. De vrees voor een domino-effect (het overslaan van de problemen naar meer landen) moest verminderd worden.
In totaal ontving Ierland 85 miljard euro van de EU en het IMF. Van dit bedrag was 35 miljard euro bestemd voor versterking van de financiële sector en 50 miljard voor dekking van Ierse overheidsuitgaven. De steun werd in delen ('tranches') aan Ierland verstrekt. Eind 2013 werd de laatste tranche uitgekeerd.
Het programma was er aanvankelijk op gericht dat Ierland in 2012 geleidelijk terug zou keren naar de financiële markt om zelf geld te lenen. Op 5 juli 2012 gaf Ierland zelf staatsleningen van drie maanden uit waarmee 500 miljoen euro werd opgehaald. De veiling werd gezien als een eerste voorzichtige stap van Ierland op de financiële markt sinds 2010. In maart 2013 haalde Ierland met een lening met een looptijd van 10 jaar op de kapitaalmarkt 5 miljard op, en verzekerde zich daarmee van bijna alle financiering voor 2014.
In het two-pack is vastgelegd dat lidstaten die steun uit een van de fondsen EFSF5, EFSM6 of ESM7 hebben ontvangen, ook na afloop van het leningenprogramma onder extra toezicht door de trojka8 blijven staan. Dit geldt dus ook voor Ierland. De post-programme surveillance duurt voort totdat minimaal 75 procent van de leningen is terugbetaald. Naar verwachting zal dit in 2031 zijn.
Hervormingen
In ruil voor de leningen moest Ierland zich houden aan afspraken die met de geldschieters zijn gemaakt over het op orde brengen van de overheidsfinanciën. Doelstellingen waren:
-
-terugbrengen van het begrotingstekort tot onder 3 procent van het bbp9
-
-waarborgen van de stabiliteit van de Ierse financiële sector
-
-verbeteren van de economische structuur in Ierland, zoals het hervormen van de arbeidsmarkt
Ierland heeft verschillende maatregelen genomen om aan de doelstellingen te voldoen. Zo zijn de belastingen verhoogd, waaronder ook de btw10. Er werd flink gekort op sociale zekerheid. Zo ging onder andere het minimumloon met meer dan 10 procent omlaag. Ook gingen in de publieke sector veel banen verloren.
De Ierse banken moesten hun reserves aanvullen en opbouwen, en geld krijgen om weer uit te kunnen lenen aan bedrijven. Omdat met de herstructurering van de bankensector ook veel geld van de overheid was gemoeid - de vier grootste banken kregen een noodlening van 24 miljard - zag de EU er scherp op toe dat er geen illegale staatssteun werd gegeven.
Sommige Europese landen en Europarlementariërs vonden dat Ierland de lage belastingtarieven voor bedrijven zou moeten verhogen. De Ierse regering wilde dat lage tarief ongemoeid laten. Toch heeft Ierland zich onder zware Europese druk bereid verklaard om mee te denken in de discussies over Europese regels voor vennootschapsbelasting, en niet alles onmiddellijk tegen te houden.
Herstel economie
In 2014 en 2015 maakte Ierland weer economische groei door. Het land onderging de grootste groei in zeven jaar: 1,7 procent in 2014 en 3 procent in 2015. De genomen maatregelen hebben hun vruchten afgeworpen; Ierland werd een van de snelst groeiende economieën van Europa. De Europese Commissie rapporteerde begin 2016 dat het BNP met 7 procent was gegroeid in 2015. De werkloosheid was teruggedrongen en er was weer een gunstig macro-economisch klimaat. De Ierse economie was echter nog steeds kwetsbaar, met name door de staatsschulden. De brutoschuldenquote was gedaald, maar deze bleef relatief hoog.
Indicator |
2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
2009 |
2010 |
2011 |
2012 |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Begrotingstekort/-overschot overheid |
+1,3% |
+2,8% |
+0,3% |
-7,0% |
-13,8% |
-32,1% |
-12,6% |
-8,0% |
-5,7% |
-3,7% |
-2,0% |
-0,6% |
Hoogte staatsschuld als % van bbp |
26,1% |
23,6% |
23,9% |
42,4% |
61,7% |
86,3% |
109,6% |
119,5% |
119,5% |
105,3% |
87,7% |
75,4% |
Gemiddelde werkloosheid |
4,4% |
4,5% |
4,7% |
6,4% |
12% |
13,9% |
14,7% |
14,7% |
13,1% |
11,3% |
9,4% |
7,9% |
Bron: Eurostat
- 1.De Europese Unie (EU) is het belangrijkste samenwerkingsverband in Europa. De deelnemende landen hebben voor deze Unie een aantal organisaties opgericht waaraan zij een deel van hun eigen bevoegdheden hebben overgedragen. Dit zijn onder meer het Europees Parlement, de Europese Commissie, de Raad en het Europese Hof van Justitie.
- 2.Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) is de VN-organisatie die de stabiliteit van het internationale monetaire systeem in de gaten houdt. Om deze stabiliteit te behouden en financiële crises te voorkomen, analyseert het IMF nationale, regionale en mondiale economische en financiële ontwikkelingen. Ook biedt het IMF hulp bij het beteugelen van economische crises.
- 3.De eurozone bestaat uit de 20 EU-lidstaten die de euro hebben ingevoerd als wettig betaalmiddel. Deze lidstaten voeren gezamenlijk het eurobeleid. De landen waar de euro wel als betaalmiddel geaccepteerd wordt maar die geen lid zijn van de EU behoren niet tot de eurozone.
- 4.The European Commission is the executive body of the EU and runs its day-to-day business. It is made up of the College of Commissioners, 27 European Commissioners, one for each member state, who are each responsible for one or several policy areas. In addition, the 'Commission' also refers to the entire administrative body that supports the Commissioners, consisting of the Directorates-General and the Services.
- 5.De Europese Faciliteit voor financiële stabiliteit (EFSF) was een tijdelijk noodfonds, dat inmiddels is vervangen door het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM). Het EFSF werd opgericht in 2010, toen sprake was van het dieptepunt van de crisis. Het doel was de financiële stabiliteit in de eurozone te bewaren. Eurolanden die in financiële problemen verkeerden, konden bij het EFSF een lening aanvragen. Sinds 1 juli 2013 kan er geen aanspraak meer worden gedaan op het EFSF. Steun loopt sindsdien altijd via het permanente ESM. Het ESM is sinds oktober 2012 operationeel.
- 6.Het EFSM is in 2011 in werking getreden met als doel lidstaten in financiële problemen te ondersteunen. Waar het ESM geld leent voor een 'gemeenschappelijke spaarpot' door het uitgeven van obligaties op de markt, sluit het EFSM leningen af op verzoek van lidstaten in financiële problemen. Ditzelfde is het verschil tussen het EFSM en het EFSF (de voorganger van het ESM). Verder is het EFSM een fonds van de 27 EU-lidstaten, terwijl het EFSF van de negentien landen van de eurozone is.
- 7.Het European Stability Mechanism (ESM) is een permanent financieel noodfonds dat leningen verstrekt aan EU-lidstaten die in financiële problemen verkeren. Het fonds bestaat uit een deel direct gestort geld, dat lidstaten zelf hebben ingebracht, en kredietgaranties. Het uiteindelijke doel van deze steun is het bewaken van de economische en financiële stabiliteit van de EU om zo de waarde van de euro te waarborgen.
- 8.De term 'trojka' verwijst naar de drie partijen die moeten bepalen of EU-lidstaten met financiële tekorten voldoen aan de afgesproken bezuinigingen en hervormingen die zijn vastgesteld als voorwaarde voor het ontvangen van financiële hulp. De drie partijen zijn de Europese Commissie, het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en de Europese Centrale Bank (ECB). De naam voor het samenwerkingsverband stamt uit de tijd van de Europese schuldencrisis die in 2009 begon.
- 9.Het bruto binnenlands product (BBP) is de totale waarde van alle goederen en diensten die binnen de grenzen van een land zijn geproduceerd. Dit is het belangrijkste meetmiddel voor de marktwaarde van een land. De stijgingen en dalingen van het BBP zijn een graadmeter voor de ontwikkeling van de economie. In Nederland houdt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) deze cijfers bij.
- 10.De btw is een door de nationale overheid geheven vorm van belasting op de verkoop van producten of diensten.
- 11.In 2010 werd duidelijk dat het Griekse begrotingstekort nog veel hoger was dan eerder gemeld. Griekenland was een financieel risico geworden en de rentes voor staatsleningen schoten omhoog. Midden in de financiële crisis die Europa op dat moment in haar greep hield dreigde Griekenland om te vallen. De stabiliteit van de euro was in gevaar en de andere eurolanden en het Internationaal Monetair Fonds (IMF) schoten het land vanaf 2010 herhaaldelijk te hulp met pakketten noodleningen. In augustus 2018 kon deze steun worden beëindigd en stond Griekenland formeel weer op eigen benen.