Inbreng begroting integratie

Source: M.H.P. (Martijn) van Dam i, published on Wednesday, December 1 2010, 5:09.

Dit is de tekst van mijn inbreng bij de begrotingsbehandeling Integratie. Gesproken woord geldt.

Voorzitter,

Vandaag worden in Nederland ongeveer 500 kinderen geboren.

Wat heeft dit land die kinderen te bieden?

Een land waar het niet uitmaakt of je ouders hoog of laag opgeleid zijn, rijk of arm, wit of zwart, gelovig of niet gelovig, maar waar je je als individu kunt ontplooien en waar je dan ook als individu beoordeeld wordt?

Een land waar we iets met elkaar hebben, samen één samenleving vormen?

Een land waarin we elkaar vrijheid gunnen en tegelijk duidelijk zijn in wat we wel en niet van elkaar verwachten en tolereren?

Dat is wat Nederland zou kunnen zijn.

Een land waar ieder kind een eerlijke kans krijgt.

Maar die kant gaan we niet op.

Nog lang niet genoeg mensen spreken Nederlands,

elke week zijn we getuige van discussies over de botsing tussen individuele vrijheid en de collectieve waarden die deze samenleving vorm hebben gegeven,

criminaliteit onder Marokkaanse en Antilliaanse jongens is torenhoog waar niet alleen de samenleving last van heeft, maar ook Marokkanen en Antillianen die wel een fatsoenlijk leven willen leiden, omdat zij worden aangekeken op gedrag van anderen.

Het vorige kabinet ging op de problemen af en pakte ze aan. Duizenden mensen gingen inburgeren en de taal leren, soms al in het buitenland, problemen werden in kaart gebracht en aangepakt, discriminatie werd bestreden.

Maar wat doet dit kabinet?

Brengt het het ideaal van één Nederland dichterbij waarin iedereen meedoet, waarin iedereen Nederlands spreekt, waar iedere Nederlander erbij hoort en gelijk behandeld wordt en dus een eerlijke kans heeft om wat van het leven te maken? Pakt het kabinet de reële problemen aan en probeert het die op te lossen?

Geen sprake van.

Om te beginnen wordt het inburgeringsbudget compleet wegbezuinigd. Net nu steeds meer mensen Nederlands leren. Gemeenten vragen het kabinet de bezuinigingen op zijn minst te temporiseren, zodat ze hun klus met inburgering van bestaande groepen in elk geval kunnen afmaken. Ik hoor graag de reactie van de minister.

Het kabinet zegt tegen inburgeraars: betaal het zelf maar!

Geen probleem als je hier vrijwillig naartoe komt. Maar wat als je als vluchteling komt? Is het dan niet een kwestie van fatsoen dat we je hier een nieuw bestaan helpen op te bouwen?

Nee, dit kabinet zegt: betaal het zelf en als je het niet haalt sturen we je terug naar het land waar je leven in gevaar is. Hoe wreed is dat?

Of zijn dat de uitzonderingen waar het regeerakkoord over spreekt? Zo niet, wat zijn die uitzonderingen dan?

De inburgeringsplichtigen zijn niet de grootste zorg. Dat zijn mensen die hier al langer wonen of Polen, Bulgaren, Turken en Roemenen die nu niet verplicht kunnen worden in te burgeren.

Nederland maakte eerder de fout mensen geen Nederlands te leren.

Dit kabinet gaat die historische fout herhalen, want wie gaat vrijwillig honderden euro's steken in een taalcursus van een land waar je niet denkt te zullen blijven?

Wie over tien jaar klachten heeft over Oost-Europese buren die de taal niet spreken, hoeft niet te discussiëren wiens schuld dat is.

Het is de schuld van de PVV, de VVD en het CDA.

Dom, historisch dom!

De PvdA wil een leerplicht voor iedereen die niet in Nederland de lagere school heeft gevolgd en zich hier duurzaam vestigt: de plicht om Nederlands te leren. Wij willen namelijk dat iedereen meedoet! Minister Donner was daar ook altijd voor. Hij heeft zelf een wetsvoorstel gemaakt. Stuur dat maar naar de Kamer! Wanneer krijgen we het?

Daarmee zijn we er niet. De coalitiepartijen praten stoer over immigratieregels. De echte integratieproblemen bestaan echter niet aan onze grenzen, maar in onze steden.

Segregatie, onderwijsachterstand, werkloosheid, criminaliteit.

Volgens het CBS gaan sommige dingen een beetje de goede kant op, maar de hoofdzaken niet. Het gaat vooral om jongeren met een Nederlands paspoort, die in Nederland geboren zijn. De helft van alle Marokkaanse jongens komt als verdachte met de politie in aanraking. Marokkaanse en Antilliaanse jongeren zijn vijf keer zo vaak verdachte als andere jongeren. Dat is een ernstig probleem voor de samenleving, maar ook voor Marokkaanse en Antilliaanse jongens die wat van hun leven willen maken. Zij merken elke dag dat ze door mensen wantrouwend bekeken worden. Maar zo willen we toch niet zijn, we willen in Nederland toch niet mensen op hun afkomst beoordelen? We willen dat je als individu beoordeeld wordt op je gedrag.

Dat gaat ons alleen lukken als we de criminaliteit onder Marokkaanse en Antilliaanse jongeren terugdringen.

Je moet hard optreden tegen misdaad maar ook hard optreden tegen de oorzaken van misdaad.

Segregatie in de stad, segregatie in het onderwijs, achterstanden, gebrekkige opvoeding en vooral de machocultuur op straat waar jongens elkaar het slechte pad op trekken zijn belangrijke oorzaken. Eberhard van der Laan maakte specifiek beleid gericht om problemen van en met Marokkaanse en Antilliaanse jongens aan te pakken.

Dit kabinet schaft dat af. Donner doet dus niks.

Alsof er niks aan de hand is.

Waarom, vraag ik de minister? Denkt dit kabinet dat er geen probleem is? Welk verhaal heeft u tegen iedereen die de komende jaren slachtoffer wordt van criminaliteit of tegen al die jongeren die worden aangekeken op gedrag van anderen?

We moeten de straatcultuur doorbreken en de rol van school versterken. Jongens op straat aanpakken voordat het misgaat.

Legt u maar uit, rechtse vrienden, dat u tegen straatcoaches bent als ze jongens op het rechte pad houden en zo misdaad voorkomen.

Legt u maar uit waarom u de campussen voor ontspoorde jongeren wegbezuinigt, terwijl dat nu juist plekken zijn waar jongens uit de straatcultuur worden gehaald en naar school gaan.

Dat is niet rechts, dat is averechts.

De praktijk is dat de straatcultuur nu op scholen doorzet.

Ook in buurten waar de bevolkingssamenstelling gevarieerd is, neemt de segregatie in het onderwijs toe. De hoofddoek is het voertuig. Sommige scholen verbieden de hoofddoek. Vorige week was ik in Utrecht op het Gerrit Rietveldcollege waar ze dat niet willen. Ze willen onderwijs bieden aan leerlingen uit Overvecht én uit Tuindorp. Toch zien ze dankzij andere scholen de hoeveelheid meiden met hoofddoek groter worden en het aantal autochtone leerlingen dat helemaal naar de dorpen in de omgeving fietst om naar school te gaan ook.

Ze worstelen hoe ze om moeten gaan met groepsdruk onder meiden om ook een hoofddoek te dragen of om het gezicht nog verder te bedekken. Ze maakten regels en kregen meteen de hele Nederlandse media over zich heen. Maar dit is wat op veel scholen elke dag het dilemma is. Wanneer stuur je bij, wanneer grijp je in, hoe zorg je dat de segregatie niet doorslaat?

Welke koers gaat deze minister varen in dat debat?

Vrouwen hebben in dit land gevochten om zich te mogen kleden hoe ze willen. Een medewerkster vertelde hoe ze vroeger een liniaal langs de rok gelegd kreeg om te zien of die wel lang genoeg was. Die tijd ligt achter ons. Je kleedt je zoals je zelf fijn vindt.

Op basis van diezelfde vrijheid beroepen meiden en hun ouders zich nu als ze een hoofddoek willen dragen. Maar de hoofddoek is geen minirok. De betekenis is tegenovergesteld.

Maar opvattingen dwing je niet af met regels. Opvattingen ontstaan door discussie, door mensen zelf tot denken aan te zetten. Daarom geloof ik ook niet in een verbod op boerka's of niqabs.

In dit land bepaalt de overheid niet hoe je je moet kleden. Alleen als je een uitkering wilt of in de publieke sector wilt werken, stellen we soms eisen.

Maar we willen hier op straat geen kledingpolitie.

Niet de kleding is het probleem, maar de opvatting die sommige mensen huldigen dat vrouwen zich zo horen te kleden. En opvattingen bestrijd je nooit met regels, niet met boetes of gevangenisstraffen. Dat zal de PVV met me eens zijn.

Waarom heeft deze minister een andere principiële lijn aanvaard en wanneer gaat hij een wetsvoorstel naar de Kamer sturen?

Het effect van zo'n maatregel is minimaal, maar het signaal is dat het een maatregel is tegen bepaalde groepen in onze samenleving. Het past in het rijtje met beperking van de werelddekking van de ziektekostenverzekering, de verhoging van de leges voor verblijfsvergunningen, de beperking van de AOW-tegemoetkoming,de beperking van de kinderbijslag, de aanpak van dubbele nationaliteiten, hogere kosten voor ouders van kinderen met taalachterstanden. Allochtonen pesten, niks meer, niks minder.

En Ferrier en Koppejan maar zeggen dat ze zoveel waarde hechten aan gelijke behandeling van mensen.

Een Marokkaanse-Nederlandse jongen vroeg me vorige week: ik ben hier geboren, ik werk, ik ben maatschappelijk actief, wat moet ik nog meer doen om er bij te horen?

Het integratiebeleid kan alleen succesvol zijn als je mensen die van goede wil zijn eerlijke kansen biedt en laat zien dat je in dit land altijd gelijk behandeld wordt als ieder ander.

Aan zo'n land wil je je toekomst geven!

Maar wat doet dit kabinet?

Het verlaat het principe dat iedereen gelijk behandeld wordt door sommige mensen als straf hun Nederlandse paspoort af te pakken. Tuurlijk, nu alleen voor ernstige misdrijven en alleen in de eerste vijf jaar dat je je paspoort hebt. Maar een principiële grens kun je maar één keer over. Het kabinet is ‘m overgestoken.

Er zijn voortaan twee soorten Nederlanders.

Voor alle Marokkaanse jongeren in Nederland, die altijd een tweede nationaliteit hebben, ook als ze dat niet willen, is de boodschap luid en duidelijk: jullie horen er niet echt bij, we behandelen jullie anders dan andere Nederlanders.

Wat de boodschap zou moeten zijn: als je Nederlander bent, dan ben je ook voor 100% Nederlander en word je net zo behandeld als elke andere Nederlander. Voor alle Nederlanders geldt dat je alle kansen krijgt om wat van het leven te maken, dat je veel rechten hebt als je je netjes gedraagt en dat je op straf kunt rekenen als je je niet gedraagt.

Dat is wat dit land die 500 kinderen die vandaag geboren worden te bieden kan hebben. Een eerlijke kans om als individu wat van het leven te maken en als individu beoordeeld te worden in een samenleving waar mensen wat met elkaar hebben en naar elkaar om kijken.

Het beleid van dit kabinet draagt daar niet aan bij, het brengt dat ideaal verder weg. Minister Donner gaat over het belangrijkste vraagstuk van onze samenleving, maar alle instrumenten om problemen aan te pakken, zijn uit zijn handen geslagen door het coalitieakkoord, omdat de coalitie wilde meesurfen op de golven van ongenoegen. Dat maakt dit land niet prettiger, het maakt de problemen alleen maar erger.