De Toestand (13) - Main contents
Nederland (in verhouding) nog tamelijk tolerant
Het spreekwoord ‘onbekend maakt onbemind’ blijkt nog steeds op te gaan. De Duitse socioloog Detlef Pollack heeft een representatief onderzoek gedaan naar religieuze verscheidenheid in Duitsland, Nederland, Frankrijk, Denemarken en Portugal. En komt tot de conclusie dat mensen minder negatief staan tegenover de islam naarmate ze meer contact met moslims hebben. (NRC 3 december 2010). Dat verbaast me niet. We wisten al dat de PVV hoog scoort in plaatsen waar je nauwelijks een allochtoon tegenkomt. Zonder de echte mensen erbij is het handhaven van een angstaanjagend vijandbeeld een stuk eenvoudiger.
Duitsland is ruimschoots het minst tolerant. In West-Duitsland heeft maar 34% van de bevolking een positief beeld over de islam, en voor Oost-Duitsers is dat 26%. Wat correleert met de mate van contact: in West-Duitsland heeft 40% wel eens contact met moslims, in islamofoob Oost-Duitsland is dat maar 16%.
Nederland, interessant genoeg, staat nog steeds bovenaan de tolerantieladder. Ondanks het geroeptoeter dat “Nederland” die moslims nu “spuugzat” is denkt 62% van de bevolking positief over de islam. Dat valt dan nog mee, al is 38% dat er niet gunstig over denkt een grote groep mensen.
Aan Pollack werd de vraag gesteld of de geringe Duitse tolerantie te maken zou kunnen hebben met het naziverleden. Pollack denkt van wel. Duitsers zijn niet alleen tegenover moslims intoleranter dan andere Europeanen, maar ook - nog steeds - tegen joden.