Voer verdrag van Lissabon naar de letter uit

Source: J.C. (Hans) van Baalen i, published on Monday, December 13 2010.

door Hans van Baalen

De Europese lidstaten hebben sinds het Verdag van Nice meer dan tien jaar geworsteld met het sluiten van een nieuw verdrag. In plaats van het aanpassen van 'Nice' werd, tegen de zin van de VVD, gekozen voor het alomvattende project van de Europese Grondwet.

Als lid van de Europese Conventie, die de ontwerptekst van de Grondwet opstelde, heb ik aan den lijve ondervonden hoeveel energie van nationale regeringen, parlement en de EU-instellingen in dit megaproject onder leiding van de Franse oud-president Giscard d'Estaing is gaan zitten. Na een 'nee' van de Franse en Nederlandse bevolking verdween de Europese Grondwet naar de boulevard of broken dreams en werd een afgeslankt verdrag aangenomen: het Verdrag van Lissabon.

Datis nu in werking. Het heeft nieuwe verhoudingen geschapen tussen de Europese instellingen, zoals de Europese Raad met een vaste voorzitter, de raad van ministers, de Europese Commissie en het Europees Parlement.

Er is een fragiel evenwicht ontstaan, dat de instemming heeft van zowel de Unie als de lidstaten. Het Europees Parlement heeft daarbij verregaande bevoegdheden gekregen. Europa moet de komende jaren verschoond blijven van institutioneel geboetseer datveel te veel energie heeft gekost. We moeten ons richten op het oplossen van problemen. Hierbij denk ik in de eerste plaats in het veiligstellen van de toekomst van onze gemeenschappelijke mun, de euro. Lidstaten die niet voldoen aan de voorwaarden van een strenger Stabiliteitspact moeten worden aangepakt.

In de tweede plaats denk ik aan een onafhankelijk Europees toezicht op de financiële sector en in de derde plaats aan het verwezenlijken van een effectief, strenger maar nog steeds humaan Europees asiel- en immigratiebeleid.

Nu zien we dat het Europees Parlement en de Europese Commissie aan de ene kant, en de Europese Raad en de Raad van Ministers aan de andere kant, verwikkeld zijn in een permanente machtsstrijd, waarbij de grenzen van het Verdrag van Lissabon worden verkend en opgerekt. Dat is een gevaarlijke ontwikkeling omdat dit het kwetsbare evenwicht tussen de instellingen bedreigt. Na tien jaar moet het touwtrekken stoppen. Aan de ene kant betekent dat de Raad het Europees Parlement serieus moet nemen en niet moet bruskeren, zoals dat met het uitwisselen van bankgegevens tussen de EU en de VS het geval was.

Mijn oud-collega Jeanine Hennis-Plaschaert kreeg het EP op één lijn om het ontwerpverdrag tussen de EU en de VS af te wijzen om tot een betere balans tussen effectieve bestrijding van terrorisme en georganiseerde misdaad en de rechten van de burger te komen. Er is nu een goed verdrag dankzij het EP.

Aan de andere kant betekent dat het Europees Parlement niet aan landjepik moet doen en de rechten van de Raad en dus de lidstaten moet respecteren. Het is in dit kader onjuist dat er door handjeklap tussen het EP en de Europese Commissie een informeel recht van initiatief voor het EP is ontstaan. Hiermee wordt het Verdrag van Lissabon opgerekt. Dit had alleen middels een verdragswijziging mogen geschieden.

Hetzelfde geldt voor de impasse die over de Europese begroting voor 2011 is onstaan. Het EP wilde een stijging van bijna 6 procent ten opzichte van 2010; de Raad wilde eerst geen stijging. Het compromis is nu een stijging van iets onder de 3 procent. Hiermee is de zaak rond, zou je zeggen. Geen crisis, geen gedoe. Het EP wil echter tevens nieuwe bevoegdheden bij het vaststellen van de Europese meerjarenbegroting 2014 - 2020 en koppelt dat aan een akkoord over de begroting voor 2011. Het Verdrag van Lissabon stelt dat de Raad, na raadpleging van het EP, beslist.

Er is dus geen sprake van een medebeslissingsbevoegdheid. Indien het Parlement meer rechten zou moeten krijgen, dan kan dat alleen middels een wijziging van het verdrag. Hetzelfde geldt voor het invoeren van directe Europese belastingen en het invoeren van Europese staatsobligaties. De Raad beslist nu over de eigen middelen van de Unie. Het informeel oprekken van het verdrag opent een doos van Pandora en miskent de rechten van de lidstaten en van de nationale parlementen.

Het zou van grote wijsheid getuigen indien de Europese instellingen en de lidstaten zich aan de letter en geest van het Verdrag van Lissabon zouden houden en wijzigingen beperken. Europa mag niet in een competentiestrijd verzanden.

De auteur is delegatieleider van de VVD in het Europees Parlement en bestuurslid van de ALDE-fractie. Hij vindt dat de Europese lidstaten zich aan de letter en geest van het verdrag van Lissabon moeten houden.