BuZa: Geen struisvogelpolitiek maar kansen pakken - Main contents
Inbreng Arjan El Fassed (GroenLinks) eerste termijn begrotingsbehandeling Buitenlandse Zaken:
Voorzitter. De nieuwe minister van buitenlandse zaken noemt zichzelf een realist. In De Volkskrant liet hij optekenen dat je er met mooie verhalen en goede bedoelingen niet komt. Dat klopt. Een realist is iemand die uitgaat van de waarneembare werkelijkheid. Maar zijn realiteit lijkt meer op het vluchtgedrag van een struisvogel, die de kop in het zand steekt om de boze buitenwereld niet te zien. Die wereld is er een van vele mondiale problemen, de financiële en economische crisis, onveiligheid, de energie en klimaatcrisis en de voedselcrisis.
Voorzitter. De minister hoeft niet bang te zijn. De netwerkeconomie, de opkomst van nieuwe economieën en de mondiale crises bieden namelijk kansen voor Nederland. Als realist moet de minister niet weglopen en bij de eerste dijk gaan schuilen - maar juist kansen grijpen en met een toekomstvisie op onze kennis economie, duurzaamheid en mensenrechten leidend zijn. De minister zegt stoer dat het buitenlands beleid er is voor Nederland en de Nederlanders maar hij wil afstappen van een buitenlandagenda met idealen.
Wat deze minister daadkrachtig kan maken is als hij vanuit sterke waarden als ondernemingszin, mensenrechten, duurzaamheid en transparantie optreedt. Dat werkt niet alleen goed voor de wereld, dat werkt ook goed voor ons. Echter, de minister eet liever thuis zijn stamppot boerenkool dan dat hij met de winnares van de Mensenrechtentulp aan het diner zit. Werkelijk te genant voor woorden.
Of is het wellicht uit angst voor zijn gedoogpartner, dat hij Nederland liever teruggetrokken ziet achter de dijken? Met deze realist als minister, bespreek ik graag een aantal realiteiten anno 2010. Voorzitter. De realiteit is dat Nederland uit de G20 is gevallen en zijn plek bij het IMF verliest. Ook in VN-verband verliezen Nederland en de EU steeds meer steun. Kan de minister – realist als hij is – een inschatting maken van de invloed van Nederland en de EU? En hoe gaat deze realist ervoor zorgen dat Nederland en de EU hun invloed niet verder verliezen?
Voorzitter. De realiteit is dat ik deze VVD minister goed ondernemerschap moet uitleggen. Met dit kabinet is de dominee vertrokken, maar de koopman van de BV Nederland heeft nog altijd een stabiele en veilige wereld nodig. Mensenrechten zijn de prullenbak in gegooid, maar het wereldwijd bevorderen van mensenrechten is een gemeenschappelijk belang waar juist ons soort economie bij gebaat is.
Voorzitter. Geen daadkracht, maar een angstig, naar binnengekeerd en verschraald buitenlandsbeleid is wat dit nieuwe kabinet ons biedt. Deze minister wil het liefst stil op een plekje achter de dijk zitten en wachten tot de crisis overwaait. En dit terwijl juist in deze tijd internationale samenwerking een noodzaak is. Nederland maar óók de EU grijpen de kans niet om te profiteren van deze noodzaak. De EU laat steeds vaker door gebrekkige organisatie en interne verdeeldheid toe, dat repressieve en autoritaire staten de buitenland en mensenrechten agenda domineren. En dít terwijl de staatssecretaris met zijn laatste WRR-rapport Aan het buitenland gehecht een prachtig pleidooi houdt voor juist meer samenwerking. Helaas heeft de minister dit meteen opzij geschoven. Graag een reactie van beide bewindslieden.
Voorzitter. Nog een realiteit. We leven in een nieuwe wereldorde. De vraagt rijst, is Nederland klaar voor de toekomst? Opkomende landen betreden op een andere manier internationale fora. We zullen als klein land, maar een belangrijk lid van de EU, op zoek moeten gaan naar een gelijkwaardige, geloofwaardige en autonome rol. Hoe ziet de minister dit? Wat wordt onze rol in Europa als het gaat om de positie van de EU in een multipolaire wereld? Een andere realiteit: de macht van China en daarmee van repressieve regimes die het steunt, groeit.
De nieuwe wereldorde bezigt gedrag en gebruiken waar wij al vanaf zijn gestapt. Non-interventie bij humanitaire crises, geen moeilijke vragenstellen, passief dreigen met militaire middelen en een niemand en niets ontziend optreden in Afrika. Dat laatste is voor Afrikaanse regimes interessant: China stelt geen moeilijke vragen, bouwt infrastructuur, levert wapens en houdt corrupte regimes in het zadel. Afrikaanse burgers profiteren maar in zeer beperkte mate. Het zijn Chinese werknemers die de olie en de wegen bouwen. Dat levert geen banen op en drukt Afrikaanse bedrijven uit de markt. De verwerking van de producten vindt bovendien in China plaats. Graag hoor ik van beide bewindslieden hoe zij dit beoordelen.
Ondertussen liegen de groeicijfers van China er niet om. Het geld wordt gepompt in de Chinese krijgsmacht, Europese staatsobligaties en ontwikkeling van het platteland. De Chinese energiebehoefte groeit enorm. Kan China worden geholpen om het fossiele energietijdperk over te slaan? Voor China is het zaak dat technologie beschikbaar komt en betaalbaar is en er voldoende rendement is. Laat in de etalage van de BV Nederland nou net allerlei produkten en technologieën op het gebied van duurzame energie staan te pronken. Gaat de minister dit faciliteren?
Voorzitter. Nog een realiteit. Over twintig jaar is de EU voor 70 procent afhankelijk van energie uit landen waar grove mensenrechtenschendingen plaatsvinden. Hoe denkt de minister dat Nederland koploper kan worden in duurzame technologie als zijn buitenlandbeleid ons afhankelijk maakt van oliereserves van schurkenstaten? In onze energielanden als Algerije, Kazachstan en Saoedi Arabie liggen radicalisme, terrorisme, corruptie en conflict op de loer of zijn al lang onderdeel van de maatschappij. Het is gevaarlijk maar ook onverstandig om zo afhankelijk te zijn van deze landen. Wat gaat de minister daaraan doen?
In het regeerakkoord staat dat energie en grondstoffen-zekerheid een van de prioriteiten van deze minister is. Als realist, kan deze minister toch niet anders dan binnen het kabinet de grootste pleitbezorger zijn van een eigen Europese duurzame – eindeloze – energievoorziening. Toch? Investeren in duurzame technologie, is investeren in onze eigen etalage. Graag een reactie.
Ook onovertroffen klimaatsceptici als de PVV, zullen moeten beseffen dat we als Nederland niet afhankelijk moeten zijn van landen waar vrouwenrechten dag in dag uit aan de laars worden gelapt en een kritisch geluid de nek om wordt gedraaid. Dat de benzine dorst niet anders kan worden gelest dan met een afhankelijkheid van notoire mensenrechten-schenders. Zolang de PVV de overstap naar duurzame enekrgie tegenhoudt, blijft zij een belangrijke financier van moskeeën en imams in Islamitische landen.
Voorzitter. Eigenlijk weet ik niet wat we nog mogen zeggen van de minister als het over Israel gaat – het enige buitenland dat wordt genoemd in het regeerakkoord. Het is al vreemd dat een minister geen volwassen dialoog aandurft met een bevriend land - maar het is iets anders als een minister rechtmatige kritiek de mond wenst te snoeren als het om basale mensenrechten gaat. Graag een reactie.
Voorzitter. Nu meer dan ooit brengt de opkomst van nieuwe digitale media, technologieën en toepassingen uitdagingen met zich mee. In samenwerking met traditionele, professionele media kunnen deze ontwikkelingen bijdragen aan een democratischer en opener nieuwsomgeving. Deze ontwikkelingen bieden ongekende mogelijkheden voor mensenrechtenverdedigers, maar ook voor de onderdrukking van hun werk.
Het aantal landen waar media worden gecensureerd en internetgebruikers worden gestraft is in 2010 sterk toegenomen. In China zijn voor het eerst meer bloggers en internet journalisten in de gevangenis dan journalisten van oude media. Een land als Iran laat software ontwikkelen om bloggers te censureren en op te sporen. Voorzitter.
De Nederlandse open economie is gebaat bij een vrij internet. Nederland heeft daarom altijd voorop gelopen. Raken we deze koppositie nu kwijt? Voorganger Verhagen heeft mede op ons aandringen een eerste stap gezet richting een Europees verbod op censuur-export. Wat wordt de volgende stap om zo snel mogelijk bedrijven aan banden te leggen die censuur en filtertechnologieën leveren aan repressieve regimes?
Kan Nederland initiatieven zoals het online monitoren van verkiezingen ondersteunen? Kan het mensenrechtenfonds worden uitgebreid voor digitale vrijheid van meningsuiting? Kunnen we technische ondersteuning bieden met online oplossingen tegen internetcensuur en filters? Kunnen we meer steun bieden via ambassades door bijvoorbeeld de uitbreiding van het handboek mensenrechtenverdedigers met internet? Graag hoor ik van beide bewindslieden hun visie op nieuwe media en –technologieën en wat dit voor kansen en bedreigingen biedt.
Voorzitter. Syrië ondertekent wellicht eind dit jaar een associatieverdrag met de EU. Waarschijnlijk beginnen binnenkort onderhandelingen met Libië. Het is, in dit licht, echt zaak om te zorgen voor een monitoring mechanisme op het gebied van mensenrechten als onderdeel van de associatieverdragen. Duidelijke ijkpunten moeten daar onderdeel van uitmaken. Gaat de minister daarvoor zorgen?
Voorzitter. De minister erkent de realiteit dat vrede alleen duurzaam is als die gepaard gaat met waarheid, gerechtigheid en verzoening. Zeker in postconflictlanden is rechtspraak voor - tijdens en vóór het conflict begane misdaden noodzakelijk voor de weg naar verzoening, stabiliteit, vrede en democratie.
Effectieve rechtshandhaving en juridische systemen zorgen bovendien voor verantwoording bij overheden. Dit moet voor iedereen gelijk en toegankelijk zijn. De realiteit is echter dat die toegang vrouwen vaak wordt ontzegd. Rechtsinstanties missen vaak de gevoeligheid voor het geweld dat vrouwen hebben meegemaakt en behandelen schendingen van de rechten van vrouwen als een lage prioriteit.
Wij zijn ervan overtuigd dat bij assistentie aan post-conflictlanden altijd de opbouw van justitieapparaat, de aanpak van straffeloosheid en vrouwenrechten een essentieel onderdeel moeten zijn. Denk aan training en ondersteuning van rechters, advocaten, openbare aanklagers, politie en bij het instellen van andere mechanismen van transitionele gerechtigheid. Graag een reactie van de minister.
Voorzitter. Ervaring leert dat de positie van vrouwen in fragiele staten om een expliciet en uitgesproken beleid vraagt. De kamer en mijn fractie onderschrijven het belang van VN resolutie 1325. Het gevaar dreigt echter, dat deze resolutie een papieren tijger wordt. Er zijn geen dwingende beleidsmechanismen, er is geen sprake van monitoring en evaluatie, er zijn geen institutionele structuren en geen fondsen. Is de minister bereid assistentie te verlenen bij het formuleren van actieplannen door overheden en maatschappelijke organisaties in fragiele staten?
Nederland heeft enorme expertise opgebouwd op het gebied van gender, vrouwenrechten en 1325. Iets waar wij wereldwijd om worden geprezen. Wat zijn de ambities van deze minister als het gaat om vrouwenrechten?
Voorzitter. Deze minister is een realist. Hij staat voor de BV Nederland en de Nederlanders. Ik ook. En daarom hoop ik dat de minister zich niet als een struisvogel gedraagt. Dat hij vol daadkracht en ondernemingszin bouwt aan de toekomst van onze wereld en ons land. Voorzitter. Ik vraag de minister, gelooft hij werkelijk, dat deze visie het beste is dat hij te bieden heeft om Nederland internationaal te gaan vertegenwoordigen? Staat hij met beide benen in de nieuwe wereld om onze plek in de toekomst te claimen? Want eerlijk gezegd, mijn fractie ziet in plaats van een angst-gedreven beleid liever een minister die staat voor de positieve ambities van ons land.