Afrikaanse afkomst centraal

Source: H. (Harry) van Bommel i, published on Thursday, February 10 2011, 13:08.

2011 is het VN-jaar voor mensen van Afrikaanse afkomst. De Algemene Vergadering van de VN besloot daartoe maar Nederland weigert er in eigen land aandacht aan te besteden. Daarom sprak ik vorige week op uitnodiging van een aantal organisaties op een bijeenkomst over dit thema in Amsterdam Zuid-Oost. Het gezelschap was kleurrijk en sommigen, zoals Orsine Walden op de foto, waren traditioneel gekleed. Lees hieronder mijn bijdrage.

Lezing Harry van Bommel bij Opening internationaal VN-jaar voor mensen van Afrikaanse afkomst. 4 februari 2011 Stadsdeelkantoor Amsterdam Zuid Oost.

Dames en heren,

Terwijl wij hier spreken over het VN-jaar voor mensen van Afrikaanse afkomst, demonstreert de bevolking van Egypte voor een einde aan de onderdrukking en de vestiging van democratie. De situatie in de landen van Noord-Afrika komt voort uit een geschiedenis van imperialisme en kolonialisme. Slavernij/racisme zijn nauw verwant aan imperialisme en kolonialisme. Ik volg de ontwikkelingen in Egypte dan ook op de voet en zal morgen om 4 uur aanwezig zijn bij een solidariteitsmanifestatie op de en een Ontwikkelingen in Egypte en andere landen van Noord-Afrika. Ik hoop u daar ook te zien.

Toen in 1997 in een VN-resolutie werd besloten tot een Wereld Conferentie tegen Racisme, Discriminatie en Xenofobie en gerelateerde intolerantie was dat een belangrijk besluit. De Durban conferentie van 2001 was een uitwerking van die resolutie. Naar die conferentie wordt vaak terugverwezen door Nederlandse politici omdat der op die conferentie door Nederland diepe spijt is betuigd voor het koloniale verleden van Nederland en de rol die Nederland speelde bij de slavernij. Later heeft minister Verhagen van Buitenlandse Zaken omstandig uitgelegd dat ‘spijt betuigen’ iets anders is dan ‘excuses aanbieden.’ Dat laatste zou immers naar zijn opvatting een schuldbekentenis inhouden en dan zouden er nog wel eens schadeclaims kunnen volgen. Dezelfde houding heeft Nederland aangenomen ten aanzien van die andere voormalige kolonie Indonesië.

Helaas moeten we vaststellen dat het vooral bij die woorden is gebleven. Ja, er is een slavernijmonument gekomen ter nagedachtenis aan de slachtoffers van de slavernij en een instituut voor het slavernijverleden maar daarna lijkt het denken over deze zwarte bladzijde uit onze geschiedenis opgehouden. Ik vind dat beschamend.

De tweede conferentie vond plaats onder de titel ‘Durban Review Conference’ in 2009. Nederland boycotte in navolging van de VS, Israël, Australië en Canada, de conferentie vanwege de naar het oordeel van de regering eenzijdige kritiek op Israel en het Westen zonder oog te hebben voor antisemitisme en racisme in de rest van de wereld. Ik vond dat een onverstandig besluit was; het zou gevolgen hebben voor toekomstige conferenties en meepraten zou beter zijn dan wegblijven. Toenmalig minister Verhagen was echter niet te vermurwen en verdedigde de Nederlandse afwezigheid met het argument dat zijn partij, het CDA, ook niet akkoord was gegaan met de uitkomsten van de Turban conferentie van 2001. Dat zegt veel over het CDA maar naar ik hoop weinig over Nederland.

Durban III staat gepland voor september 2011 in New York. Onduidelijk is of er weer een boycot plaats zal vinden. Het zou goed zijn als er vanuit deze bijeenkomst een signaal uitgaat naar de Nederlandse regering dat deelname aan die conferentie van groot belang is. Ik roep u, de organisaties en personen hier bijeen, op die oproep te doen aan het adres van de nieuwe minister van Buitenlandse Zaken, de heer Rosenthal. Deelname zou ook passen bij het karakter van 2011 als jaar voor mensen met een Afrikaanse afkomst. Ik zal er in ieder geval in de Tweede Kamer op aandringen dat Nederland weer gewoon op hoog politiek niveau gaat deelnemen aan de conferentie.

De wereldconferentie tegen racisme discriminatie is in deze tijd relevanter dan ooit. We kunnen niet vaak genoeg erkennen dat racisme, xenofobie en uitsluiting behoren te worden bestreden. Recht hebben is het begin van recht krijgen. Het maakt mogelijk dat landen worden aangesproken op wat zij doen om racisme uit te bannen.

Er is een lange geschiedenis om in VN-verband te komen tot een aanpak van racisme en discriminatie.

Direct na de Tweede Wereldoorlog werd in 1948 het VN-genocideverdrag gesloten. Genocide is de meest verwerpelijke vorm van discriminatie en uitsluiting die denkbaar is maar ook na de tweede wereldoorlog op verschillende plaatsen in de wereld is voorgekomen. Denk aan Rwanda of de campagne van Saddam Hoessein tegen de Koerden.

In 1965 werd de VN-conventie tot uitbanning van alle vormen van rassendiscriminatie gesloten. 21 maart werd de internationale dag voor de uitbanning van rassendiscriminatie.

In 1973 werd de conventie tegen Apartheid gesloten. Het zou echter nog vele jaren duren voordat de apartheid in Zuid-Afrika werd afgeschaft. Interessant in de geschiedenis van Zuid-Afrika is de wetenschap dat de bevrijdingsbeweging ANC toen werd gezien als een terroristische organisatie maar dat haar leider Nelson Mandela later president van het land werd en de Nobelprijs voor de Vrede mocht ontvangen. Hetzelfde overkwam de Palestijnse leider Yasser Arafat. Ik durf de stelling aan dat indien Mahatma Gandhi en Anton de Kom nu zouden hebben geleefd, zij ook op basis van anti-terrorisme wetten zouden worden vervolgd.

Sinds eind jaren ’70 zijn er verschillende conferenties geweest, vaak in Geneve, om actief racisme te bestrijden. Die strijd loopt door tot vandaag en dat is ook nodig.

De strijd tegen racisme gaat stapje voor stapje. Hetzelfde geldt voor de eis om universele rechten die erkend worden om te zetten in internationale en nationale regels die nageleefd worden: het is vaak een speelbal in handen van geopolitieke krachten om hun eigen politieke doelen na te streven. Het is aan sociale bewegingen, partijen om de kennis van deze rechten te verspreiden; het is aan de bevolking om af te dwingen dat deze gerespecteerd worden door hun vertegenwoordigers en niet ondergeschikt worden gemaakt aan andere belangen.

Daarnaast is de naleving van rechten afhankelijk van de kwaliteit van de rechtstaat; op papier kan het er goed uitzien, maar worden ze ook gehandhaafd cq. nageleefd? Racisme komt vaak niet in de vorm van officieel beleid zoals destijds in Nazi-Duitsland, Zuid-Afrika.

Tot slot zijn rechten vaak geformuleerd als het recht om niet te worden gediscrimineerd, wat vaak eerder het verbieden van het probleem is, dan de oorzaken aanpakken. De economische omstandigheden die tot racisme e.d. leidden, worden niet geadresseerd. Dat zou een eerlijke verdeling van de welvaart binnen landen en op wereldschaal betekenen.

Dat betekent niet dat er geen vooruitgang kan worden geboekt. De eerder genoemde stappen laten dat zien. Er wordt echter pas vooruitgang geboekt indien landen het als een gezamenlijk probleem zien wat ze met elkaar al lerende proberen uit te bannen.

Een centraal geopolitiek vraagstuk dat vooruitgang van ‘Durban’ blokkeert is het Israëlisch - Palestijns conflict en het ook daaraan gerelateerde antisemitisme in het Midden-Oosten. Een tweede struikelblok is lastiger: de erkenning door landen dat racisme overal ter wereld aanwezig is terwijl het vooral het kolonialisme is geweest dat de oorsprong is van vele vormen van racisme die we heden ten dage kennen (slavernij, grenzen in Afrika). Maar Westerse landen moeten dit erkennen én tegelijkertijd dienen de andere landen niet hun ogen te sluiten voor het racisme/xenofobie in eigen land. Alle landen moeten aan de bak, maar het Westen heeft hier een grote verantwoordelijkheid.

Het wegblijven bij de Durban Review Conference was dan ook zeer onverstandig; bepaalde Westerse landen stelden zich koloniaal op en lieten tegelijkertijd de kans lopen om ook landen aan te spreken op hun inspanningen om racisme te bestrijden.

Tenslotte concreet over 2011 als het internationale jaar voor mensen van Afrikaanse afkomst. Bij de behandeling van de begroting Buitenlandse Zaken heb ik dit thema aan de orde gesteld. 2011 is volgens een resolutie van de Algemene Vergadering van de VN het internationale jaar voor mensen van Afrikaanse afkomst. Ik heb de regering gevraagd wat zij gaat doen ter uitvoering van die resolutie? Ik kreeg daarop een schriftelijk antwoord dat ik u graag voorlees. De regering schrijft “De Algemene Vergadering van de Verenigde Naties heeft besloten 2011 tot het jaar voor mensen van Afrikaanse afkomst te maken. Met een resolutie roept zij landen in algemene zin op aandacht te besteden aan dit jaar. Nederland is in de regel geen voorstander van VN-resoluties die aandacht voor bepaalde thema’s vragen door decennia, jaren of dagen aan deze thema’s te wijden. Duidelijk is dat Nederland zich actief inzet voor de wereldwijde bestrijding van racisme. Zo wordt bijvoorbeeld steun verleend aan de anti-discriminatie-eenheid van de Hoge Commissaris van de Rechten van de Mens en wordt bijgedragen aan de oprichting van een slavernij-monument in New York. Binnen internationale organisaties en in bilateraal verband zal Nederland zich blijven inzetten voor wereldwijde bescherming voor etnische, religieuze en andere minderheden.” Wij moeten dus vaststellen dat de regering wél alle steun geeft aan initiatieven in het buitenland rond het jaar van mensen met een Afrikaanse afkomst maar in eigen land helemaal niets wil ondernemen. Het is beschamend te moeten constateren dat Nederland, dat zijn gouden eeuw mede baseerde op slavernij van mensen van Afrikaanse afkomst, geen plannen maakt om in 2011 uitvoering te geven aan genoemde resolutie. Daarom is het goed dat wij hier vandaag bijeen zijn om dat te doen wat onze eigen regering nalaat. Ik wens u een vruchtbare conferentie.