Bonussen, bankenheffing en een Interventiewet

Source: J.C. (Jan Kees) de Jager i, published on Tuesday, March 8 2011.

Gisteren heb ik een groot deel van mijn dag in de Tweede Kamer doorgebracht. Op de agenda stond het debat over de reactie van het kabinet op het rapport van de Commissie De Wit. Dat is de parlementaire commissie die onderzoek gedaan heeft naar de oorzaken van de kredietcrisis met als resultaat een lange lijst met aanbevelingen. Er is naar aanleiding van het debat al veel gezegd en geschreven over de bonussen van bankiers. Jullie weten hoe ik daar over denk. Ik heb er al eerder over geschreven.

Als het nodig is om bonussen conform de Code Banken te matigen zal ik wetgeving niet schuwen, maar het is allereerst aan de banken zelf om te laten zien dat dat niet nodig is. Het is beter als bankiers zelf geheel naar letter en geest van de Code Banken de bonussen matigen.

Ook heb ik gisteren aangekondigd nog dit jaar een bankenheffing te introduceren. Deze moet vervolgens reeds volgend jaar daadwerkelijk tot heffing leiden. Het is mijn bedoeling dat hiermee het depositogarantiestelsel wordt gefinancierd. Dat systeem is er om spaarders te compenseren die slachtoffer worden van een failliete bank.

Het is belangrijk dat we blijven leren van de turbulente ontwikkelingen van de laatste jaren. Precies om die reden heb ik afgelopen vrijdag het voorstel voor een Interventiewet gepubliceerd. Dit is nog wat onderbelicht gebleven. Ook de Commissie De Wit was van mening dat de huidige mogelijkheden om in te grijpen bij financiële instellingen tekortschieten. Ik stel dan ook voor om daar wat aan te doen. We moeten sneller en effectiever in kunnen grijpen. Bij individuele instellingen met onomkeerbare problemen, krijgt De Nederlandsche Bank de mogelijkheid om te zorgen voor een tijdige en ordentelijke afwikkeling. Een plan daarvoor moet wel eerst goedgekeurd worden door de rechter.

De minister van Financiën zal daarnaast in de toekomst vergaande bevoegdheden krijgen om de stabiliteit van het financiële systeem te beschermen met zo min mogelijk kosten voor de belastingbetaler. Ik heb het dan over ingrijpen in de interne bevoegdheden van een financiële onderneming (bijvoorbeeld het ontslaan van de Raad van Bestuur) of, als ultimum remedium, onteigening van die onderneming.

Zoals jullie zien, zit ik niet stil. Volgende week het tweede deel van het debat over de kredietcrisis. Wordt dus vervolgd…