Biodiversiteit: Dagboek Nagoya (deel I) - Main contents
GroenLinks-Europarlementariër Bas Eickhout neemt deel aan de VN-conferentie over biodiversiteit in Nagoya, Japan. Hij houdt de komende dagen een dagboek bij.
Zeven uur tijdsverschil, het is even wennen, maar inmiddels zitten we al weer vol in de thematiek van Biodiversiteit. Gisteren - voor jullie vandaag dan denk ik of toch niet - hebben we alweer een briefing achter de rug van de Europese Commissie. Uit dat soort briefings kun je al meestal wel tussen de regels door horen welke kant het op zal gaan bij de onderhandelingen en dat is enigszins zorgelijk.
Maar goed, waarom zijn we ook alweer hier? Er spelen in feite drie issues: het zetten van doelstellingen om biodiversiteit te behouden, de financiering en de vraag wie juridisch het recht heeft op de waarde van ecosystemen en haar genetica.
Het tegengaan van biodiversiteitverlies
In Nagoya zijn er een aantal concrete doelen die aan de orde moeten komen, waaronder het overkoepelende doel: het stoppen van biodiversiteitverlies. Eigenlijk hadden alle landen al afgesproken dat in 2010 biodiversiteitverlies "significant moet zijn verminderd", maar dat doel is duidelijk niet gehaald. Nu is in Nagoya dus de vraag welk doel precies voor 2020 moet worden gezet.
De waarde van een ecosysteem
Verder wordt er in Nagoya over een strategisch document onderhandeld waarin twintig subdoelen worden besproken. Eén van de interessante is het opnemen van de waarde van biodiversiteit in je National Accounting System. Dat komt erop neer dat ecosystemen een onderdeel moeten worden van de berekening van de welvaart van een land. Immers, al die bossen, wateren en natuurgebieden vertegenwoordigen óók een waarde. Die wordt nu niet meegerekend in de welvaart van een land en dat zou wel moeten. Het bezit van ecosystemen moet een welvaartsbegrip worden. Zo kan er ook een prijs op geplakt worden en dat is belangrijk voor de financiering van bijvoorbeeld ontwikkelingslanden. De economische waarde van een bos is namelijk nu de waarde van het hout of de landbouwgrond die je zou hebben als er geen bos zou zijn. Wanneer wij een prijs plakken op het bezit van een ecosysteem dan kunnen we dat gebruiken om de landen te compenseren voor het behouden van de bossen in plaats van om die om te hakken. Dat is niet alleen belangrijk voor de biodiversiteit of het lokale ecosysteem, maar ook voor de bestrijding van de opwarming van de aarde.
Natuurreservaten op zee
Een van de andere veelbesproken doelstellingen is het instellen van een doel voor natuurreservaten op zee. De zeeën worden leeggevist en één van de grootste vissers is Japan. Internationaal maken wij daarom afspraken over quota rond vissoorten met wisselend succes. Afgelopen februari is daarover in Doha (Qatar) in VN-verband gesproken. Een andere manier om de vissen rust te geven is door hen een veilige haven te bieden en daarom wordt er in het kader van biodiversiteit in Nagoya gesproken over bescherming van de oceanen. Wanneer wij meer stukken oceaan tot natuurreservaat verklaren dan mag daar niet gevist worden en dat betekent dat daar in ieder geval de visstand enigszins kan herstellen. Op land is tien procent reeds reservaat en de inzet voor 2020 is om dit aantal naar twintig procent te laten stijgen. Op zee gaat het vooralsnog nog maar om procentjes en Japan wil er absoluut niet aan om grotere stukken oceaan af te sluiten voor visserboten. Op dit moment staat er bij het subdoel ‘maritieme natuurreservaten’ dus nog veel ‘tussen haakjes’ (zo werkt dat in de onderhandelingen: teksten waar nog geen overeenstemming over is wordt in voorlopige versies tussen haakjes geplaatst).
ABS: Acces and Benefit Sharing
Het derde issue is één van ingewikkeldere op deze top: Acces and Benefit Sharing. Ik zal het uitleggen. Wanneer je als land biodiversiteit bezit heb je in feite genetica in handen en dat is eigenlijk geld waard. Wanneer namelijk de farmaceutische industrie in bijvoorbeeld Brazilië een ingrediënt vindt die zij kunnen gebruiken voor een medicijn dan vragen ze patent aan en kunnen ze hun investeringen terugverdienen met verkoop van hun medicijnen. Brazilië kan dan verder fluiten naar z'n geld want de industrie redeneert: wij hebben het gevonden en erin geïnvesteerd, dus wij zijn de eigenaar van deze vondst. Toch is dat niet helemaal eerlijk. In Nagoya lijkt men het er wel over eens te zijn dat een land - in dit voorbeeld Brazilië - toch zou moeten meedelen in het bezitten van die biodiversiteit.
Er moet dus een balans worden gevonden van aan de ene kant toegang tot de biodiversiteit voor bijvoorbeeld de industrie en aan de andere kant betaling aan het land die het bezit. Europa zet zich wel in voor dit ABS-systeem, maar naar mijn mening wat te beperkt. Zo is het debat hier vooral of je in dat ABS-systeem alleen DNA moet kunnen vastleggen of juist ook bredere vormen, zoals de moleculaire waarde van ecosystemen. De EU gaat meer voor een smallere definitie, terwijl landen als Brazilië de definitie zo breed mogelijk wil trekken. Veel Afrikaanse landen willen de ABS-akkoorden ook met terugwerkende kracht in werking laten treden: dan moeten ze dus nog worden betaald met vondsten uit het verleden. Ook hier is de EU mordicus tegen. De komende dagen zal hier driftig over onderhandeld gaan worden.
Waar gaat het naartoe?
De discussies lijken zich nu vooral te gaan toespitsen op het ABS-systeem en dat is jammer. Landen als Brazilië hebben zelfs de hele andere tekst ‘tussen haakjes’ gezet om zo een goed akkoord op ABS af te dwingen. Wat dus dreigt is een debat over ABS, waarbij op de twee andere vlakken, financiering en het zetten van doelstellingen, wordt ingeleverd. Met alleen ABS - zeker in de beperkte mate waar nu over gesproken wordt - red je de biodiversiteit niet. Ik vrees dat de landen zich echter gaan inzetten op één succes, namelijk ABS. Ondertussen levert de Westerse wereld wat van haar doelen in, waardoor de ontwikkelingslanden weer minder geld kunnen vragen en zal men de deal over ABS vieren. In de briefing vandaag klonk al door dat men heel blij zou zijn als er “een afspraak zou komen over het vervolgproces”.
En men wíl wat vieren. Na de debacles Kopenhagen en Doha heeft de internationale wereld sterke behoefte aan een succesvolle VN-top. Dat men dan uiteindelijk strategisch het eens is over een juridische acceptatie van de waarde van ecosystemen zonder een goede definitie van biodiversiteit wordt dan voor lief genomen. Persoonlijk vind ik het teveel klinken naar Kopenhagen.
Maar.. zover is het nog niet. Er wordt nog onderhandeld en Europa spreekt vooralsnog met één stem, wat erg belangrijk is in de onderhandelingen. Woensdag zullen de ministers binnenkomen om de deal te sluiten. Het is te hopen dat dit zal leiden tot meer politiek committment. Maar het is ook altijd risicovol: immers als de ego's binnenkomen gaan er hele andere machten spelen; dat zagen we in Kopenhagen. En het risico is dat Europa minder met één mond gaat spreken. Ik hou mijn hart vast...