Shir Hever en de ontwikkelingshulp aan Palestijnen - Main contents
(Shir Hever)
Ik zei het al: een van mijn favoriete voetnoten: Shir Hever. Israëli, econoom, werkzaam bij het AIC - het alternatieve informatie centrum, een van de weinige linkse organisaties die tevens gemengd is: er werken ook Palestijnen. En opgericht door een van mijn favoriete Israëli’s, Michael Warschawski, de zoon van de opperrabbijn van Straatsburg.
Er zijn vele verschillende perspectieven van waaruit je kunt kijken naar het ‘conflict’ tussen Israël en de Palestijnen, je kunt het bekijken vanuit het recht, vanuit een humanitair standpunt, vanuit geloof, je kunt het politiek duiden en historisch. Maar een belangrijk oogpunt is dat van de economie. Shir Hever heeft al een lijst van publicaties op zijn naam staan over de politieke economie van de bezetting, en hij was nu in Amsterdam, uitgenodigd door Gate 48 en het ASCA, (gespreksleider om een inleiding te houden over de vraag wie er profiteert van de economische hulp aan de Palestijnen. De Palestijnen, zou je zeggen, maar zo simpel ligt het dus niet.
De Palestijnen krijgen ontzettend veel economische hulp, vooral uit Europa. En dat niet alleen om de nood daar, er zijn meer bevolkingen die in nood zijn, en toch niet zoveel hulp krijgen.
Verdienen aan de bezetting
Alle economische hulp die naar de Palestijnse gebieden gaat, gaat via Israël. Al het bankverkeer gaar via Israël, de Palestijnen hebben geen eigen valuta. De Israëlische banken verdienen dus aan de hulp. Ook moeten alle goederen die naar Gaza of de Westoever gaan via Israël. Aan de transport verdient Israël dus ook, evenals aan de in- en uitvoerrechten. Israël maakt het moeilijk om goederen uit andere landen naar met name Gaza in te voeren. Vaak blijven de spullen maandenlang bij de grens liggen, en moet er ook opslag worden betaald: opnieuw profiteert Israël. Feitelijk is het zo duur om goederen uit andere landen naar Gaza te krijgen dat het goedkoper is om ze in Israël te kopen. (Zo gaat dat ook met medische zaken als rolstoelen of pampers, weet ik uit eerste hand) En aangezien de meeste donororganisaties verantwoording af moeten leggen aan hun donateurs dat de spullen zo goedkoop mogelijk worden ingekocht, zal de keuze noodgedwongen meestal op Israël vallen. Ook al is bakolie of meel uit een ander land als Egypte of Jordanië in principe goedkoper, door de invoerrechten en de opslag zorgt Israël er voor dat het voordeliger is om alles in Israël te kopen. Wederom profiteert vooral de Israëlische economie. Dit is de cynische conclusie: Israël verdient aan de bezetting. Het zijn niet alleen de Palestijnen die profiteren van de hulp, het is ook een bron van inkomsten voor Israël.
Uiteraard kost de bezetting Israël ook een gigantisch bedrag, denk aan alle zwaar gesubsidieerde nederzettingen en de inzet van het leger, niet alleen als ‘verdediging’, maar vooral om de ‘matrix of control’ in stand te houden: de patrouilles langs de muur, de bemanning van de checkpoints, de controle bij de grenzen, de gevangenissen, het neerslaan van opstand en protest, en dat is een van de redenen dat Israël tegelijkertijd een grote mate van armoede kent onder de eigen bevolking, en voor een moderne staat een opvallend grote kloof tussen arm en rijk (groter dan in de VS). Maar het lukt Israël om een substantieel deel van de rekening van de bezetting door Europa te laten betalen, in de vorm van ‘ontwikkelingshulp’. Want dit realiseren we ons zelden: dat Israël onder de conventies van Genève verantwoordelijk is voor de bevolking die onder Israëlische heerschappij leeft, dat wil zeggen, dat zij verantwoordelijk zijn voor de Palestijnen, voor hun voedsel, onderwijs en medische zorg. In werkelijkheid worden de miljoenen die nodig zijn om de kunstmatig afhankelijk gehouden bevolking betaald door het buitenland, en met name door de grootste donor, Europa. Zo werkt het: Israël houdt ze arm, wij zorgen dat ze te eten hebben.
De Palestijnse gebieden zouden vergaand in staat zijn om in hun eigen levensonderhoud te voorzien wanneer de bezetting, en de daarbij gebruikte methoden - met name de blokkade van Gaza - dat niet onmogelijk maakte. Sara Roy heeft in haar economische studie over Gaza al aangetoond dat de steeds verder groeiende armoede en werkloosheid met opzet is geschapen - ze heeft het over de-development, het afbreken van het vermogen tot economische onafhankelijkheid. Eens gebeurde dat door te stimuleren dat de Gazanen als goedkope arbeidskrachten in Israël gingen werken, en tegelijkertijd er alles aan te doen om te voorkomen dat er in Gaza een onafhankelijke economie ontstond. Vervolgens werden de grenzen steeds verder gesloten, zowel voor mensen als voor goederen, en meteen steeg de armoede, want de lonen uit Israël waren lang de voornaamste bron van inkomsten. Waar het de Gazanen lukt om nog wat op te bouwen aan eigen bedrijfjes, zoals meel- of cementfabrieken, worden die onder het mom van verdedigingsoorlogen weer opnieuw verwoest. Ook de landbouw en de visserij worden stelselmatig verhinderd, de ‘veiligheidsstroken’ nemen een flink deel van de nog beschikbare grond in beslag, akkers en boomgaarden worden verwoest, de spullen voor irrigatie en kunstmest mogen niet ingevoerd worden, en vervolgens moet er voedsel uit Israël worden geïmporteerd. Heel exact wordt er in Israël uitgerekend hoeveel calorieën per Palestijn noodzakelijk zijn om ze nog net in leven te houden, stelt Shir Hever.
Maar het gaat zeker niet alleen om de winst. Feitelijk zou Israël meer aan de Palestijnen kunnen verdienen als die wel als voorheen als goedkope bouwvakkers konden werken, en als die zoals jaren terug tegen derde wereld lonen Israëlische spijkerbroeken in elkaar mochten zetten. Kennelijk is de kunstmatige armoede van Gaza een wapen in de strijd om de Palestijnen te onderwerpen - dat wat met militaire middelen niet lukt.
Humanitaire hulp of ontwikkelingshulp
Er zijn twee soorten hulp: humanitaire hulp, die noodzakelijk is om een bevolking in leven te houden, en ontwikkelingshulp die bedoeld is om de economie in een land op te bouwen. Donororganisaties investeren uiteraard het liefst in ontwikkelingshulp, omdat dat de bevolking helpt om zichzelf te onderhouden, terwijl humanitaire hulp, bijvoorbeeld na een ramp wel noodzakelijk is, maar mensen afhankelijk houdt. En bovendien zolang de nood duurt noodzakelijk blijft. En in Gaza wordt de nood opzettelijk in stand gehouden. Dit is het punt: Israël doet er ook nog alles aan om elke vorm van ontwikkeling tegen te gaan, en voornamelijk humanitaire hulp door te laten. Dat is onder andere te zien aan de lijst van goederen die Gaza niet in mag: geen cement, geen onderdelen voor machines, niets waarmee iets opgebouwd kan worden. Maar ook onderwijs wordt gezien als ‘ontwikkeling’, en zo staan ook potloden, schriften en boeken op de lijst van verboden goederen. Het grootste deel van de hulp verdwijnt dus in het letterlijk in het leven houden van mensen die anders zouden verhongeren, maar kan maar mondjesmaat worden gebruikt om banen te scheppen en mensen op te leiden. En dat is exact de bedoeling van Israël. Israël wil de Palestijnen alleen hebben als consumenten, waar ze aan kunnen verdienen, en niet als producenten. En zo zullen wij zolang de bezetting gaat duren mogen betalen.
Keer op keer wordt wat door het buitenland in Gaza desondanks is opgebouwd weer vernietigd. De door Nederland gefinancierde haven die het mogelijk moest maken dat Gaza eens zelfstandig vanuit het buitenland aanvoer per schip toe kon laten werd kapot gebombardeerd. En Nederland is nooit op het idee gekomen om Israël de rekening te sturen. Elke donororganisatie weet dat van elke dollar die geschonken wordt een deel naar Israël gaat, een deel feitelijk weggegooid is vanwege de kapitaalvernietiging, de verwoestingen en de nodeloze wachttijd bij de grenzen, en slechts een deel werkelijk bij de mensen terecht komt voor wie het bedoeld is, en dat dan nog vooral voor de ‘humanitaire’ nood en niet voor de ontwikkeling. Maar de donororganisatoes hebben geen keuze.
En er is nog een kant aan deze kunstmatig geschapen afhankelijkheid: het is vernederend en ontmoedigend. De afhankelijkheid wordt gewoon, en ook de Europese donororganisaties hebben de neiging om te vergeten waar het om begonnen was. Het is niet normaal dat de Palestijnen jarenlang voor voedselhulp afhankelijk zijn van de internationale gemeenschap, en niet de kans krijgen om hun eigen land op te bouwen, hoewel alle voorwaarden, als er geen bezetting was, aanwezig zijn. Arbeidskrachten zat, er is nu nog een redelijk opleidingsniveau, het land is vruchtbaar, er is vis, de plaats is altijd al perfect geweest voor de handel. De nood is kunstmatig, en zou niet hoeven.
En meer ongunstige bijeffecten is dat de buitenlandse hulp in de Palestijnse gebieden een hulp-afhankelijke elite schept, mensen die Engels spreken, voor de buitenlanders werken, en die er belang bij hebben om zich politiek gezien gedeisd te houden en de hulp voort te blijven zetten. En maar een deel van hen leren daarmee de vaardigheden waar ze ook na een bezetting hun land verder kunnen helpen.
Na afloop, als gespreksleider P.W. Zuidhoff de gelegenheid geeft voor vragen uit de zaal, krijgen we weer eens het verschijnsel dat vroeger dergelijke bijeenkomsten teisterden, de Israël-apologeten hebben zich strategisch opgesteld, eentje achterin midden, eentje rechts en eentje links en hebben meteen het hoogste woord. Natuurlijk moet iemand beweren dat Gaza niet meer bezet is - nou dat kan Hever dan nog eens uitleggen, dat is het wel degelijk. En iemand moet het even hebben over de Palestijnse corruptie. Stak Arafat al die miljoenen niet in eigen zak? Daar kan Hever, die tenslotte in Israël zelf wel voor heter vuren heeft gestaan en onverstoorbaar rustig blijft ook zo antwoord op geven. Ja, er was corruptie, met name omdat Israël het geld dat Arafat nog toekwam cash kwam afgeven in plaats van het over de bank over te maken, en duidelijk was dat Arafat die toen nog gezien werd als potentiële zetbaas en politieagent in dienst van Israël dat geld mocht gebruiken om loyaliteit mee te kopen. Wat inderdaad gebeurde. Waarna, toen Arafat uit de gratie viel omdat hij toch meer in dienst was van zijn eigen volk dan van Israël, vervolgens beschuldigd werd van corruptie. Door Israël dat hem eerst die gelegenheid en opdracht had gegeven. Maar Fatah gedraagt zich sindsdien, onder Fayyad, financieel gezien buitengewoon netjes, nog afgezien van het feit dat 90% van het hulpgeld helemaal niet naar de Palestijnse overheid gaat, maar direct naar de organisaties als de UNWRA. De Wereldbank die regelmatig mogelijke corruptie controleert heeft gerapporteerd dat er nog steeds wel sprake is van enige corruptie - ongeveer op het niveau van de Europese landen. Wanneer Israël claimt dat er buitenlands geld dat naar Gaza gaat gebruikt wordt voor terrorisme hebben ze daar geen enkel bewijs voor.
De cynische vraag is of we door moeten gaan met de hulp, aangezien het zo duidelijk is dat we door Israël worden misbruikt. Zoals de VS vooral de rekeningen betalen voor het wapentuig, zijn wij degenen die de Palestijnen in leven houden en daar Israël bij laten verdienen. Er zijn ook Palestijnen, zei Shir Hever, die zeggen: hou er maar mee op. Laat de mensen die nu langzaam creperen maar snel creperen, en kijk wat er gebeurt wanneer de lijken zich opstapelen. Wat gaat Israël dan doen? Maar ook Shir Hever, en alle grote donororganisaties, waaronder de grootste, de UNWRA (de VN) vinden dat geen optie.
Wel zouden we veel meer moeten doen dan alleen hulp sturen, zegt Hever. We hebben, omdat ook Israël feitelijk van onze hulp afhankelijk is, een machtsfactor die we niet gebruiken. We zouden de hulp afhankelijk kunnen maken van de toenemende handhaving van de mensenrechten en het internationaal recht, bijvoorbeeld. We zouden ook scherpere voorwaarden kunnen stellen dat Israël er minder en de Palestijnen er meer van profiteren, door niet te accepteren dat alle transport in Israëlische handen is. Ook horen we de rekeningen bij te houden, en duidelijk te maken hoeveel geld er in de Israëlische zakken verdwijnt. De rekeningen van wat er door Israël wordt verwoest en door ons wordt betaald zouden bijgehouden moeten worden. Wanneer we het wel normaal vinden dat derde wereld landen een schuld opbouwen, die ze eens terug moeten betalen, waarom Israël dan niet? Laat duidelijk zijn hoeveel miljoenen wij jaarlijks betalen die feitelijk op hun conto horen te staan. Wij kunnen de humanitaire hulp aan de Palestijnen alleen verantwoorden wanneer we meer doen dan dat, en de politiek niet vergeten. Europa heeft meer macht dan ze zelf wil beseffen, is de mening van Hever.
Over de armoede in Israël hier.
Shir Heeft een reeks rapporten geschreven, de laatste over de oorlog tegen Gaza, over de politieke economie van de bezetting. Ze zijn hier te downloaden.