Drie keer hogere straf bij ouderenmishandeling - Main contents
Artikel van Fleur Agema (PVV) en Tamara Venrooy (VVD) in Volkskrant 01-04-2011
Staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten heeft haar actieplan ‘Ouderen in veilige handen’ gepresenteerd. De bedoeling is om ouderenmishandeling te bestrijden in al zijn voorkomende vormen: psychische- en lichamelijke mishandeling, verwaarlozing, seksueel misbruik en financiële uitbuiting.
Het is goed dat zo’n regeringsplan er nu is. Volgens ouderenbond ANBO zijn jaarlijks zo’n 200.000 ouderen het slachtoffer van mishandeling. Wij hebben de afgelopen jaren vaak aandacht gevraagd hiervoor en zijn blij dat de bestrijding van ouderenmishandeling een prominente plaats in het gedoogakkoord heeft gekregen.
Onwaarachtig is de bij herhaling laconieke houding, vaak ingenomen door directies van instellingen waar het al niet best gaat, waarin wordt gesteld dat voorgekomen gevallen van zware mishandeling ‘in het verleden liggen’ terwijl dikwijls de oudere nog steeds in hetzelfde verpleeghuis woont en nog steeds erg bang voor herhaling van zo’n horrorgebeurtenis is. Het zal uw geliefde oudere maar gebeuren: de armen open gebeten, de kaak uit de kom, verkracht, de armen blauw van onder tot boven, niet verschoond als straf, enzovoorts. De dader wordt niet gezocht, laat staan aangepakt.
Wat hier zo storend is, is dat we terecht ook onze schouders niet ophalen voor een straatroof die jaren geleden plaatsvond, dan blijven we ook zoeken naar de dader om deze te berechten. Wat dat betreft is er nog een hoop nodig om ouderenmishandeling uit de taboesfeer te halen. Het plan van de staatssecretaris is een goede start hiervoor.
Ons is een geval bekend van een mevrouw die ernstig mishandeld werd door een verzorgster, die bij onderzoek bleek een strafblad voor geweldsmisdrijven en diefstal te hebben van 6 kantjes! Een verplichte Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) is geen waterdichte garantie dat ouderen niet meer mishandeld zullen worden maar wel een goede maatregel om mensen die veroordeeld zijn voor geweldsmisdrijven uit de ouderenzorg te weren.
Een ander belangrijk punt is de meldplicht voor zorginstellingen. Deze zal helpen de bewustwording dat ouderenmishandeling onacceptabel is te vergroten en signalen zullen eerder worden opgevangen, maar het kan wel wat steviger. Allereerst moet er in de situatie waar professionals mishandeling constateren ook in een thuissituatie een meldplicht zijn en niet een meldcode zoals de staatssecretaris voorstelt. De praktijk leert namelijk dat meldcodes absoluut niet het resultaat opleveren dat beleidsmakers hiervan verwachten. Zo hebben huisartsen een meldcode voor kindermishandeling, maar blijft het aantal meldingen ernstig achter in vergelijking met bijvoorbeeld eerste hulpafdelingen. De VVD en de PVV willen zowel bij kindermishandeling als bij ouderenmishandeling in alle gevallen een meldplicht.
Het voorstel om voor ouderen speciale ‘blijf-van-mijn-lijf-huizen in het leven te roepen vinden we eigenlijk de omgekeerde wereld. Als ouderen door hun huisgenoten of verzorgers mishandeld worden moet niet de mishandelde oudere uit huis gehaald worden, maar de mishandelende huisgenoot moet aangepakt en berecht worden en de verzorger verdient na berechting ontslag. Daarom vinden we dat mishandeling van ouderen strenger gestraft moet worden. Geweld tegen kwetsbare mensen in een afhankelijkheidsrelatie oudere-dader, het feit dat de zorgbehoevende oudere ook lichamelijk de zwakkere partij en de dader vaak familie of verzorger is, zijn drie goede redenen voor een drie keer strengere straf dan nu het geval is. We kiezen met dit voorstel de kant van het slachtoffer en dat is gezien de cijfers hard nodig.
Het is goed dat het taboe rond ouderenmishandeling doorbroken is, maar er is nog een lange weg te gaan voor de 200.000 slachtoffers per jaar om hen die beschermde en veilige leefomgeving te geven die zij verdienen.