De Duitsers moeten leiding durven geven!

Source: J.C. (Hans) van Baalen i, published on Tuesday, April 19 2011.

Als coördinator voor de ALDE-fractie op het gebied van veiligheids- en defensiebeleid heb ik afgelopen week in het Europees Parlement het initiatief genomen tot een rapport over versterkte defensiesamenwerking ten tijde van de huidige bezuinigingen op de krijgsmacht in bijna alle 27 EU-lidstaten, waaronder Nederland.

Nederland bezuinigt circa 1 miljard euro op diens Defensie. Groot-Brittaninnië en Duitsland een veelvoud van dat bedrag. Ik vind dat zowel binnen de NAVO als binnen de EU keuzes worden gemaakt, die ertoe leiden dat beide, elkaar deels overlappende bondgenootschappen voldoende militaire capaciteit overhouden om gedurende lange tijd, breed en hoog in het geweldsspectrum te opereren. Dat vergt voldoende kwaliteit en kwantiteit.

Ik ben geen voorstander van één Europees leger, maar wel van efficiency-voordelen door gemeenschappelijke aanschaf, onderhoud en taakspecialisatie. Hierbij zal Nederland wel een inzetbare Koninklijke Landmacht, Marine, Luchtmacht en Marechaussee overhouden, maar op onderdelen capaciteit bij bondgenoten kunnen inhuren indien de eigen krijgsmachtdelen daarin niet meer voorzien. Duitse tanks bijvoorbeeld, zouden aan een Nederlandse militaire missie kunnen worden toegevoegd. De wereld is niet veiliger geworden en de krijgsmacht moet overal ter wereld, in bondgenootschappelijk of coalitieverband, kunnen optreden.

De Europese gevechtsgroepen (zgn. Battle Groups) zouden in Libië moeten kunnen worden ingezet om humanitaire operaties mogelijk te maken. Tevens zouden zij gevechtsoperaties op de grond kunnen uitvoeren indien de noodzaak daartoe door de VN-Veiligheidsraad wordt onderkend. Hiervoor is de inzet van tanks een absolute voorwaarde. Of dat nu Duitse, Brits of Franse tanks zijn doet minder ter zake. Ook hier geldt “if you don´t use them, you lose them”. NAVO en EU zouden elkaar politiek en militair moeten aanvullen.

De Europese Unie moet dan wel in staat en bereid zijn militaire operaties uit te voeren. De EU kan zich niet tot militaire ondersteuning van civiele operaties beperken. Dat vergt een gemeenschappelijke visie op het gebied van de buitenlandse politiek. Tot nu toe hebben Frankrijk en Groot-Brittannië daartoe, denk aan Libië en Ivoorkust, steeds het voortouw moeten nemen. Duitsland aarzelt. Die aarzeling van het economisch sterkste EU-lid is hét grootste probleem bij het vormgeven van een gemeenschappelijk Europese buitenlands-, veiligheids- en defensiebeleid. De bondgenoten in NAVO en EU moeten politiek veel investeren in een grotere Duitse rol binnen beide organisaties.

Hans van Baalen, leider van de VVD in het Europees Parlement