"Europese Voedselwarenautoriteit heeft informatie aspartaam nooit gezien" - Main contents

BRUSSEL, 27 mei 2011 - De Europese Voedselwarenautoriteit (EFSA) heeft geen bewijs in handen dat de veiligheid van aspartaam onderbouwt. Dat blijkt vandaag uit een artikel van vaktijdschrift EU Food Policy. Het vakblad stelt verder dat de EFSA zelfs nooit officiële informatie over aspartaam te zien heeft gekregen. In februari stelde de EFSA nog dat ‘op basis van de informatie die voorhanden is geen twijfel bestaat over de veiligheid van aspartaam’ Er blijkt nu helemaal geen informatie voor handen te zijn.

Europarlementariër Kartika Liotard (Verenigd Links) heeft hierover vandaag vragen gesteld aan de Europese Commissie. Als de EFSA geen informatie over aspartaam heeft, hoe kan ze dan de veiligheid ervan garanderen?” aldus de Europarlementariër. Liotard wil dat de Commissie de aspartaam dossiers zo snel mogelijk aan het Europees Parlement overhandigt. Ook andere Europarlementariërs reageren verontwaardigd. Ze noemen de vervroegde herevaluatie die EFSA gaat uitvoeren ‘een zoethoudertje voor het Parlement.’ Volgens Liotard is er niet eens sprake van een herevaluatie. “De evaluatie heeft immers nooit plaatsgevonden. Aspartaam ligt in de winkel en de EFSA heeft geen informatie die dit rechtvaardigt,” aldus Kartika Liotard.

Schriftelijke vragen Liotard aan de Europese Commissie:

• 1) 

  Heeft de Commissie kennis genomen van het artikel in EU Food Policy van 27 mei 2011, waarin wordt gesteld dat de EFSA niet in het bezit is van het dossier waarop de autorisatie van aspartaam in 1984 is gebaseerd?

• 2) 

  Kan de Commissie dit dossier aan het Europees Parlement overleggen?

• 3) 

  Waarom is dit dossier nooit aan EFSA overgedragen, vooral gezien de herhaalde oproep voor data op aspartaam door EFSA in de afgelopen 5 jaar?

• 4) 

  Als het dossier niet in het bezit is van de EFSA, danwel door de Commissie niet kan worden overlegd aan het Europees Parlement, op basis waarvan kan de Commissie nu dan instaan voor de voedselveiligheid met betrekking tot de vrije verkoop van aspartaam?

• 5) 

  In hoeverre voldoet de originele autorisatie van aspartaam uit 1984 door het Scientific Committee on Food (SCF) van de Commissie aan de huidige vereisten voor een wetenschappelijk dossier voor additieven?

• 6) 

  Waarom reageert de Commissie nu pas op herhaalde oproepen van leden van de Europees Parlement om aspartaam te herevalueren, vooral gezien de wetenschappelijke studies (Sofritti, Halldorsson) uit voorgaande jaren die de veiligheid van aspartaam betwisten?