Japanse markt is nog veel te gesloten - Main contents
Europese Unie moet alleen kiezen voor vrijhandelsverdrag met Japan als dat een echte vrije markt oplevert.
Hans van Baalen
Nederland weet al ruim vierhonderd jaar dat Japan een belangrijke handelspartner is. Sinds de 17de eeuw drijven we handel met Japan, eerst via de factorij in Hirado en later vanaf het eiland Deshima.
De Europese Unie ziet ook het belang van de Japanse markt in en wil de handel met het Aziatische land intensiveren. Afgelopen zaterdag besloten Japan en de EU, tijdens een speciale top in Brussel, om een vrijhandelsverdrag overeen te komen.
De Japanse markt is op dit moment nog gesloten. Het is moeilijk voor westerse bedrijven om de markt te penetreren. Aan de ene kant kent Japan nog importtarieven, aan de andere kant leiden weten regelgeving van de Japanse overheid tot problemen.
Vergunningen moeten vaak in het Japans worden aangevraagd.
Ook worden veiligheidseisen gesteld die niet in te zien zijn voor westerse bedrijven. Voorts gunt de overheid aanbestedingen zelden aan buitenlandse bedrijven.
De EU straft Japanse producten, zoals auto’s, met importheffingen.
Op dit moment is er dus geen sprake van een vrije markt tussen Japan en de EU. Onlangs sloot de Europese Unie een vrijhandelsverdrag met Zuid-Korea, waardoor Europese bedrijven makkelijker de Zuid-Koreaanse markt kunnen betreden en Zuid-Koreaanse bedrijven de Europese.
Dit betekent dat in de huidige situatie Zuid-Koreaanse bedrijven geen belemmeringen kennen op de Europese markt. Dit wordt door de Japanse autoriteiten ervaren als een economische bedreiging en dat is de concrete aanleiding geweest voor Japan om een soortgelijk vrijhandelsverdrag met de Europese Unie te willen sluiten.
Tijdens de EU-Japantop van afgelopen zaterdag is voorzichtig begonnen met de start van het proces om te komen tot een vrijhandelsverdrag.
Voorzichtig omdat Japan tot nu toe nog geen concrete verbeteringen heeft kunnen laten zien aangaande het wegnemen van handelsbarrières.
Onlangs leidde ik een delegatie van het Europees Parlement naar Japan en daar werd mij, in gesprekken met ministers en oud-president Hatoyama, duidelijk waarom dit tot op heden niet gebeurd is. Japan kent een bureaucratische cultuur. Niet de politici, maar de ambtenaren hebben het voor het zeggen. Het zijn de ambtenaren die vooralsnog het openstellen van bijvoorbeeld de voedselmarkt blokkeren, uit angst voor banenverlies binnen de Japanse landbouwsector.
Over het vooruitzicht van een vrije markt tussen Japan en de EU ben ik positief, maar dan moeten wel alle barrières zijn geslecht zodat Europese bedrijven volledig kunnen meedingen naar de gunst van de Japanse consument en de Japanse overheid. De rampen die Japan getroffen hebben, zoals de aardbeving, de tsunami en de nucleaire meltdown, kunnen voor Japan en de Europese Unie een mogelijkheid bieden om door samenwerking bij de wederopbouw de onderlinge handelsproblemen het hoofd te bieden.
Sinds het Verdrag van Lissabon moet het Europees Parlement zijn toestemming geven voor het sluiten van vrijhandelsverdragen met derde landen als Japan. Alleen wanneer dit nieuwe verdrag een echte vrije markt oplevert, zal ik als voorzitter van de Japandelegatie het Europees Parlement adviseren hiermee in te stemmen.
Want een vrije Japanse markt biedt kansen voor Europese en dus ook Nederlandse bedrijven.
Hans van Baalen is delegatieleider voor de VVD in het Europees Parlement en voorzitter van de EP-delegatie voor betrekkingen met Japan