Vragen aan de staatsecretaris EL&I over Natura 2000

Source: W.J.H. (Helma) Lodders i, published on Friday, April 8 2011.

In december 2010 heb ik een meldpunt Natura 2000 gestart. Nog wekelijks komen meldingen binnen waarin ondernemers, agrariërs, particulieren, bedrijven of (sport)clubs hun bevindingen met Natura 2000 melden. De meldingen die tot op heden zijn binnengekomen bevestigen dat Natura 2000 veel beperkingen oplegt. Ook tijdens verschillende werkbezoeken wordt duidelijk dat de gevolgen voor naastliggende bedrijven onevenredig groot zijn; wat vervolgens weer leidt tot schrijnende situaties. Neem het voorbeeld van de Deurnsche Peel. Zware ingreep in de natuur maar een bedrijf wat al tientallen jaren naast een Natura 2000 gebied ligt krijgt geen vergunning. Op dit moment maak ik een overzicht van de problemen om gericht aan de slag te kunnen met mogelijke oplossingen. Vooruitlopend op dit overzicht en het debat met de staatssecretaris heb ik samen met collega Dijkgraaf van de SGP vragen gesteld over dit dossier. Onderstaand de vragen aan de staatssecretaris:

Vragen van de leden Lodders (VVD) en Dijkgraaf (SGP) aan de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over de nationale koppen op Natura 2000

  • De staatssecretaris heeft met dhr. Gerrits gesproken over het rapport ‘Natura 2000 - Europese verplichtingen en Nederlandse koppen’ van IQuatro. Kunt u de Kamer informeren over de uitkomsten van het gesprek met de heer Gerrits?
  • Kunt u in de reeds toegezegde brief over de nationale koppen op Natura 2000 (te ontvangen in mei 2011) ook uitgebreid inhoudelijk ingaan op het rapport van IQuatro? Kunt u daarbij ook aandacht besteden aan de verschillende voorbeelden uit het rapport van onrechtmatigheden?
  • In het rapport wordt geconcludeerd dat op een totaal van 1192 doelstellingen voor habitattypen en habitat van soorten er 340 kunnen worden geschrapt omdat de betreffende habitattypen en soorten als ‘aanwezig, maar verwaarloosbaar’ zijn aangemeld dan wel niet zijn aangemeld en derhalve buiten het kader van de richtlijnverplichtingen als nationale koppen zijn toegevoegd. Kan de staatssecretaris aan de hand van de tabellen in het rapport per gebied aangeven waar inderdaad sprake is van een nationale kop en waar niet en in het laatste geval, waarom niet?
  • Waarom is de Leenherenpolder (in agrarisch gebruik; geen bestaande natuur) opgenomen in het concept-aanwijzingsbesluit voor Natura 2000 gebied Haringvliet? Wat is de ecologische onderbouwing/noodzaak voor deze keuze? Hoe verhoudt deze keuze zich tot de Vogel- en Habitatrichtlijn die gericht is op de bescherming van bestaande natuur?
  • Kunt u voor het Natura 2000 gebied Stelkampsveld aangeven waarom in het ontwerpbesluit het habitattype ‘zwakgebufferde vennen’ is opgenomen met als doel uitbreiding oppervlakte en verbetering kwaliteit, terwijl het habitattype in het betreffende gebied bij de Europese Commissie is aangemeld als ‘aanwezig, maar verwaarloosbaar’? Wat is de ecologische onderbouwing van deze keuze?
  • Welke wijzigingen van de standaardgegevensformulieren zijn er per Natura 2000 gebied sinds 2004 aan de Europese Commissie doorgegeven? In hoeverre zijn deze wijzigingen daadwerkelijk doorgevoerd?
  • Is per Natura 2000 gebied de toenmalige ecologische onderbouwing van gemaakte keuzes ten aanzien van de selectie van Natura 2000 gebieden en van de in en voor 2004 bij de Europese Commissie aangemelde gegevens beschikbaar en openbaar? Zo nee, waarom niet? Zo ja, bent u bereid de ecologische onderbouwing van de Natura 2000 gebieden Westerschelde & Saeftinghe, Wierdense Veld, Stelkamspveld en Groote Peel naar de Kamer te sturen?