Nederland, bemoei je niet te veel met Libië

Source: J.C. (Hans) van Baalen i, published on Wednesday, August 24 2011.

Nu de val van het regime-Kadhafi toch echt nabij lijkt, blikt de wereld vooruit op de volgende fase. Het afzetten van een dictator is één ding, maar de ervaring leert dat de opbouw van een democratie nog veel moeilijker is. Nederland moet zich niet te gretig op het 'nieuwe' Libië storten, vinden politici en experts.

door Jannie Schipper

De situatie in Libië is anders dan in bijvoorbeeld Egypte, waar Nederland jarenlang contacten heeft opgebouwd met organisaties of activisten. 'Libië moet op nul beginnen', zegt de liberale Europarlementariër Hans van Baalen. Hij was namens de EU nauw betrokken bij de democratisering van Oost-Europa en volgde ook de ontwikkelingen in Egypte op de voet.

Van Baalen zegt: 'In Egypte hadden we partijen met een lange historie. In Libië is dat niet het geval, dus moeten partijen van de grond af aan worden opgebouwd. Dat vraagt tijd. Er komen ongetwijfeld verkiezingen. Uiteindelijk zal er een grondwet moeten worden gemaakt. Ze hebben al een proeve van de grondwet gepubliceerd. Die ziet er op het oog goed uit, met een seculiere, niet-godsdienstige staat.'

Arabische lente

De opbouw van het maatschappelijk middenveld is het eerste waar Nederland aan zou kunnen bijdragen, zegt Marc Waanders van de Adviesraad Internationale Vraagstukken, die in juni een advies aan de regering uitbracht over Nederland in de Arabische lente. Democratiseringsprocessen kosten jaren. 'Voor Egypte hebben wij het gehad over zeker twee jaar, voor Libië zou dat nog veel langer zijn.'

'Je moet vooral investeren in krachten die op langere termijn kunnen zorgen voor een stuk stabiliteit. Dat betekent dat je naast de ontwikkeling van institutionele staatsstructuren ook moet werken aan het versterken van het maatschappelijk middenveld. Uiteindelijk moet dat ook de controle hebben over de staat die de komende jaren ook in Libië zal ontstaan.'

Terughoudend

Het Westen moet maar eens beginnen zich terughoudend op te stellen, vindt Van Baalen: 'Het is nu aan de Overgangsraad, aan de rebellen die straks de regering vormen. Zij moeten legitiem zijn, ook in de Arabische wereld.' Volgens Van Baalen zou het machtige buurland Egypte een belangrijke rol kunnen spelen, bijvoorbeeld bij het trainen van de politiemacht. Verder zouden ook China en Rusland bij de toekomst van Libië moeten worden betrokken.

Europese bemoeienis is momenteel ongewenst, zegt ook historicus en journalist Gerbert van der Aa. 'Dat is al een keer goed fout gegaan namelijk, bij de onafhankelijkheid in 1951. Toen was de VN ook betrokken bij het vormen van een regering van het nieuwe onafhankelijke Libië, dat een voormalige Italiaanse kolonie is.'

'En toen werd koning Idriss uitgekozen als staatshoofd, maar die had eigenlijk alleen maar aanhangers in het oosten van het land en hij bleek ook nog eens tamelijk corrupt te zijn. Daardoor begon toen het land al uiteen te vallen. Dus ik denk dat het nu belangrijk is dat de Libiërs dit zelf proberen op te lossen.'

Met bijdragen van Johan van der Tol