VVD, CDA en PVV op de bres voor woonbootbewoners? - Main contents
Nadat de Ombudsman in zijn uitzending van 4 februari jl. aandacht besteedde aan de megahuurverhogingen tot 350% voor ligplaatsen van woonboten in rijkswateren kwam er een golf van verontwaardigde schriftelijke vragen los. Wat leverden die op voor de woonbootbewoners?
Het RVOB (de voormalige Dienst Domeinen) was door VVD-staatssecretaris Frans Weekers op pad gestuurd met de opdracht om een miljoen euro per jaar extra op te halen bij de 900 ligplaatsen in rijkswater. De huur van die ligplaatsen was afgelopen 15 jaar “slechts” (FW) geïndexeerd met de prijsindex voor gezinsconsumptie.
RVOB bedacht een systeem, waarbij de m2 prijs van het ligwater afhankelijk van de locatie op drie niveau’s kan liggen: basis, midden of hoog. Opvallend veel huurders kregen vervolgens eind 2010 de mededeling dat ze in het hoge tarief gingen vallen. Dat levert een huurverhoging tot €150 per maand op. Voor bestaande contracten.
Dat bedrag mag voor een deel van de woonbootbewoners geen probleem zijn, met een modaal inkomen is die verhoging een aanslag op je portemonnee. Nog vervelender is dat de waarde van je boot, waar je hypotheek op gebaseerd is, keldert als de huur stijgt. De bank kan in dergelijke gevallen zelfs eisen dat je een deel van je hypotheek vervroegd aflost omdat het onderpand minder waard wordt. Dat kan een flink deel van de bewoners niet betalen.
Na de grote woorden in februari en een feitelijke vragenronde waar bijna alle partijen aan mee deden zou je verwachten dat iedereen staat te dringen om een debat aan te vragen. Niets was minder waar. De commissie Financiën nam begin oktober de antwoorden van Weekers voor kennisgeving aan. Toen ik daar achter kwam heb ik alsnog een debat aangevraagd dat gisteravond plaatsvond.
Vooraf had ik twee ontwerp-moties aan alle fracties aangeboden, met de volgende voorstellen: de nieuwe waardebepalingsmethode moet worden opgeschort; in overleg met de Landelijke Woonboten Organisatie moet er een nieuwe methode worden ontwikkeld, die meer rekening houdt met de verschillen tussen locaties en de specifieke meerkosten voor woonbootbewoners; in geval va huurverhoging moet er een betere overgangsregeling komen; er moet een onafhankelijk onderzoek komen om te bekijken hoe de rechtsbescherming van de huurders van ligplaatsen meer in lijn gebracht kan worden met de (veel betere) rechtsbescherming van huurders van woningen en woonwagens. GroenLinks, PvdA lieten weten beide moties te steunen, D66 een van de twee. Van de zijde van VVD, CDA en PVV bleef het stil. Alleen SP, PvdA en D66 hadden sprekers aangemeld.
De week voor het debat kwam er een stroom woedende mailtjes van gedupeerde woonbootbewoners op gang, waar ook de coalitiepartijen knap zenuwachtig van werden. Vandaar dat gisteravond, met een aardig gevulde pubieke tribune, plotseling ook woordvoerders van VVD, CDA en PVV zich op het laatste moment inschreven. Pieter Omtzigt (CDA) diende namens deze fracties (en SGP, CU en D66) een motie in waarin gevraagd wordt om de huurverhoging ten gevolge van het nieuwe model veel geleidelijker te laten ingaan. Maximaal mag de huur per jaar met 5% boven inflatie verhoogd worden. Ook moeten huurders die bezwaar maken tegen de hogere huur niet gestraft worden door ze uit te sluiten van de overgangsregeling.
Opvallend is dat de motie niet vraagt om het openbreken van het waarderingsmodel of het principe van enorme huurverhogingen binnen bestaande huurcontracten aan de kaak stelt. Bij de discussie over de hypotheekaftrek voeren de coalitiepartijen altijd aan dat ieder aanpassing onacceptabel is vanwege de gevolgen voor lopende hypotheekcontracten. Is dat beginsel nu op eens niet meer van toepassing?
Maar zelfs de minimale motie van de coalitiepartijen zorgde voor grote onrust bij de staatssecretaris: hij rekenende voor dat de overgangstermijn zo kan toenemen tot 12 jaar of langer. Dus bood hij aan om dat in een brief zijn rekensom nog eens uit te leggen aan de indieners. En Pieter Omtzigt hield zijn motie –waar een kamermeerderheid- direct aan. Ik ben benieuwd of de dappere strijders voor de belangen van de huurders van ligplaatsen het lef hebben de motie na de brief van Weekers in te trekken.