Afghanistan: hebben we in 10 jaar iets bereikt? - Main contents
Door Thijs Berman. "De weg vooruit ligt vol stenen en is moeilijk", zegt Guido Westerwelle, de Duitse minister van buitenlandse zaken. Hij opent vandaag de Afghanistan-conferentie in Bonn, tien jaar na de eerste conferentie over het land. In de tussentijd is er veel gebeurd en te weinig veranderd.
Er zijn vier maal meer buitenlandse soldaten dan in 2001, maar de hulp komt niet bij de mensen aan, vanwege de onveiligheid. De corruptie is zo alomtegenwoordig dat geen Afghaan vertrouwen heeft in de nieuwe machthebbers. Het buitenland is deel van het probleem: wij overgieten het land met meer dollars dan er in de wereld aan ontwikkelingshulp wordt uitgegeven. Dat geld is vooral militair, maar toch. De verschillen tussen de elite, de Afghanen die voor buitenlandse donoren werken, en het straatarme volk zijn eenvoudig te groot, dat werkt corruptie in de hand.
Karzai spreekt de zaal toe, hij meldt trots aan gastvrouw Angela Merkel en de meer dan honderd ministers en buitenlandse organisaties dat een kwart van het Afghaanse parlement uit vrouwen bestaat. Hij somt op welke grote stappen het land heeft gezet en geeft toe dat er nog veel te doen valt. Armoede en onderontwikkeling, de achtergebleven opbouw van het staatsapparaat en van de rechtspraak. Karzai’s speech is goed geschreven, helder. Maar dat kan niet verhullen dat ook hij een deel van het probleem is: vanuit het presidentieel paleis worden procureurs teruggefloten als ze te enthousiast pogen de corruptie aan te pakken.
Ik sprak gisteravond met Hamid Karzai, tijdens de receptie. Hij bezwoer me dat het land eensgezind vooruit gaat. Op mijn vraag of er niet veel meer decentralisatie van de macht nodig is antwoordde hij ontkennend: zijn land heeft een sterk centraal gezag nodig. Ik kon er sceptisch bij kijken (de zwakte van het lokaal bestuur is echt een kwestie), hij bleef erbij. Voortgaan op de ingeslagen weg. "Vandaag is de culminatie van een decennium van gezamenlijke inspanning", zegt hij nu in zijn speech.
Een ander geluid
Twee weken geleden organiseerde ik, samen met een netwerk van NGO’s, in Brussel een conferentie in het Europees Parlement over Afghanistan. Daar was de sfeer heel anders. Geen eindeloze veiligheidsmaatregelen, geen obligate glimlachjes, geen chique badges met verschillende kleuren. De Afghaanse en niet-Afghaanse kenners van het land waren ronduit pessimistisch. Straffeloosheid voor oorlogsmisdadigers, drugsbaronnen en warlords, corruptie van hoog tot laag in de samenleving, de grote ongelijkheid tussen de elite en het volk - een recept voor burgeroorlog zodra de buitenlandse troepen vertrekken. Welgestelde Afghanen zenden hun kinderen nu massaal naar het buitenland, naar Islamabad, Delhi of Londen. Ik vrees dat die werkelijkheid hier in Bonn vandaag niet aan de orde zal kunnen komen, tenzij in de omfloerste taal van diplomaten.
Bron afbeelding: European Parliament Audiovisual