Ontpolderen is voor volhouders. - Main contents
De gedachten gaan waarschijnlijk uit naar de Hedwigespolder.
Maar ik bedoel iets anders.
Deze week stemde de Eerste Kamer over de Initiatiefwet Koser Kaya (D66)/Blok (VVD). In de wandeling: KKB. Vorige week mocht ik het voorstel plenair behandelen namens de Fractie van D66.
Eindelijk was dan het moment aangebroken dat een héél langdurig wetgevingstraject werd afgerond. Dankzij de volharding van de initiatiefnemers was het huidige voorstel tot deze fase van behandeling gekomen.
Bent U in de samenstelling van besturen van pensioenfondsen geïnteresseerd? Nu het spannend wordt en er wellicht gekort gaat worden op de uitkeringen neemt de belangstelling toe. Wie bestuurt die gigantische geldbeherende instellingen eigenlijk? Zijn ze deskundig genoeg? Maar vooral, en daarom was dit initiatief begonnen: hebben de pensioengerechtigden er iets over te zeggen?
De initiatiefwet KKB diende ervoor - kort gezegd -om pensioengerechtigden de mogelijkheid te geven om rechtstreeks in besturen vertegenwoordigd te kunnen zijn en niet via de vakbond. Het doel is een evenwichtig en gelegitimeerd samengesteld bestuur van pensioenfondsen waarin hun uitgesteld loon wordt beheerd.
In de polder vanaf 1980 tot nu toe was dit ongepaste en een ongewenste inmenging in de zaken die de werkgevers en vakbonden samen beheerden. D66 dacht daar anders over.
De eerste die de moed toonde om de onrechtvaardigheden weg te nemen in het pensioenstelsel was het Tweede Kamerlid Erwin Nypels (D66) en zijn oproep stamt al uit 1980. Nypels was een van de allereerste Tweede Kamerleden van D66 na oprichting.
Het eerste initiatiefvoorstel sneuvelde, het werd in varianten opnieuw ingediend in 2002, weer tegengehouden en uiteindelijk maar ingetrokken. Maar zelfs veel later, inmiddels schrijven we 2008, wordt alles uit de kast gehaald vanuit de “polder” (werkgevers en vakbonden) om het te blokkeren. Toen de combinatie met de VVD werd gezocht onstond er een breder draagvlak.
Een belangrijk neveneffect van de parlementaire behandeling is daarna te zien: het oorspronkelijke voorstel is verbreed. Het voorstel heeft een niet onbelangrijke “bijvangst” die al preludeert op wat langzamerhand in vele andere wetgevingsterreinen gemeengoed wordt: het bevorderen van diversiteit en deskundigheid in bestuur en toezicht van rechtspersonen.
Dit jaar zullen er door de besturen van pensioenfondsen belangrijke keuzes gemaakt moeten die voor de continuïteit van de fondsen (ik denk aan de kortingen aan pensioengerechtigden, het beleggingenbeleid etc.) en dus voor de toekomstige aanspraken van gerechtigden. Er staan dus grote belangen op het spel. De generatiebestendigheid is een issue. Terecht werd opgemerkt in het debat dat het wel een zorg is dat de positie van ouderen nu hiermee wordt versterkt. Dat is zo, maar zij moeten in het belang van alle stakeholders handelen. Bovendien, een beetje flauw na ruim 40 jaar te zeggen: U komt op het verkeerde moment. Op de ticket van het bevorderen van diversiteit en deskundigheid kunnen jongeren een plaats verwerven, als zij niet al namens werkgevers of werknemers in het bestuur deelnemen.
Toch probeerde de PvdA, SP en het CDA (in afgezwakte vorm) de wet op de lange baan te schuiven. Zonder succes omdat Minister Henk kamp, Stef Blok en Fatma Koser Kaya een verstandige aanpak kozen. De wet wordt pas per 1 jan 2013 van kracht. Zo kon ook het CDA de wet steunen. Die laatste vertraging kan er nog wel bij, al was het eigenlijk onnodig. Ontpolderen gaat kennelijk alleen maar heel langzaam…
Onze poldereconomie heeft vele verdiensten, geen misverstand daarover, maar het is wel treurig om te constateren dat het zo kon zijn dat deze bescheiden poging om de legitimiteit van een arrangement te vergroten door zeggenschapsverhoudingen te moderniseren, zolang onderweg moest zijn. Het werd niettemin voor volhouder Erwin Nypels (in de tachtig inmiddels)die avond een van zijn finest hours. Vanachter de regeringstafel mocht als adviseur de indieners bijstaan en zien dat het toch nog goed kwam. Voor mij een voorrecht om er een klein steentje aan te hebben kunnen bijdragen.