Agenda

Source: J.A. (Judith) Merkies i, published on Thursday, February 23 2012, 1:43.

De energie efficiëntie richtlijn beheerst al maanden het energiedebat in Brussel. De Europese Commissie kwam in juni 2011 met een voorstel dat ervoor moet zorgen dat de energie efficiëntie in 2020 20% hoger is dan in 1990.

Over deze richtlijn werd al veel gespeculeerd en op 28 februari stemt de industriecommissie van het Europees Parlement over haar rapport. Een overzicht van de voornaamste pijnpunten.

  • 1. 
    Doelstellingen vs. maatregelen (art. 3)

Samen met de doelstelling van 20% minder broeikasuitstoot en 20% duurzame energiebronnen tegen 2020 maakt de energie efficiëntie doelstelling deel uit van EU2020, de groeistrategie van de EU voor de komende tien jaar. Maar in tegenstelling tot de andere twee objectieven werden hiervoor nooit bindende doelen vastgelegd. Om toch die 20% te halen stelde de Commissie dan maar een pakket bindende maatregelen voor. Toch blijft er heel wat discussie over het al dan niet opnemen van een bindende doelstelling voor elk land in de richtlijn. De Conservatieve fracties zijn tegenstander en pleiten ook voor meer flexibiliteit in de maatregelen. De Sociaaldemocraten en Groenen willen een bindende doelstelling maar pleiten bij gebrek aan steun daarvoor voor strenge bindende maatregelen.

Standpunt PvdA-EP: Het belangrijkste blijft dat de doelstelling van 20% op welke manier ook bereikt wordt. Maar we moeten voldoende ruimte bieden aan lidstaten om hun eigen methoden te kiezen om de efficiëntie te bereiken. Dus, wel het doel voorschrijven, maar niet de methode.

  • 2. 
    Renovatie van gebouwen (art. 4)

In het voorstel van de Commissie werd gesteld dat overheden jaarlijks 3% van hun vloeroppervlak moeten renoveren zodat deze meer energie efficiënt worden. De overheid moet namelijk het goede voorbeeld geven en de bouwsector stimuleren om te investeren in energie efficiënte renovaties. Er zijn veel tegenstanders van dit voorstel omdat het de kosten voor de lidstaten kan doen oplopen en omdat er niet gedifferentieerd wordt tussen de verschillende lidstaten. Er lijkt een compromis gevonden te zijn in een jaarlijks renovatietarget van 2,5% van de overheidsgebouwen met als voorwaarde dat het gaat over diepe renovatie die leidt tot een vermindering van 75% in de afgeleverde energie en de finale energieconsumptie. Dit zou uiteindelijk een grotere energie efficiëntie opleveren dan het oorspronkelijke voorstel.

Standpunt PvdA-EP: Deze target zorgt ervoor dat overheden ook in economisch moeilijke tijden blijven investeren in een groene economie. Het stimuleert de bouwsector en kan naar schatting tot 2 miljoen jobs creëren in Europa. Maar, het is belangrijk dat landen die al veel investeringen hebben gedaan daarvoor beloond worden en een minder dwingende doelstelling krijgen. We moeten ook voldoende vrijheid voorzien opdat overheden zelf kunnen beslissen wanneer ze welke gebouwen renoveren.

  • 3. 
    Publiek en/of privaat (art. 4)

In het kader van de doelstelling van renovatie van gebouwen ontstond ook controverse rondom de reikwijdte van de definitie van publieke gebouwen. Gaat dit enkel over gebouwen die in bezit zijn van een overheid of ook over door overheden gebruikte, gehuurde, gebouwen? Over de definitie is geen compromis gesloten en zal pas na de stemming meer duidelijkheid zijn.

Standpunt PvdA-EP: Het is belangrijk dat de maatregel ook gebouwen in handen van sociale woningbouwcorporaties en particuliere beleggersfondsen in onroerend goed betreft, omdat deze een maatschappelijke functie hebben. Zo krijgen huurders van sociale woningen ook toegang krijgen tot een energiezuinige woning. Maar, al gedane diepteinvesteringen in energiezuinigheid door de corporaties moeten meegerekend mogen worden

  • 4. 
    Slimme meters, verplicht of vrijwillig? (art.8)

In Nederland was de laatste jaren al heel wat te doen rond slimme meters, elektriciteitsmeters die het verbruik zeer precies weergeeft en van op een afstand gelezen kunnen worden. De Commissie wil dat elke consument over een individuele meter beschikt. De partijen in het Europees Parlement zijn het er echter over eens dat er onvoldoende bewijzen zijn dat een investering in zo´n meter echt loont om deze verplicht in te laten voeren door alle consumenten. Het Europees Parlement legt wel enkele voorwaarden vast waaraan de meters moeten voldoen indien ze geïnstalleerd worden. Deze gaan ondermeer over begeleiding van de consument bij het gebruik van slimme energiemeters en de bescherming van de privacy van de consumenten. De beslissing voor de uitrol van slimme meters blijft bij de lidstaten, er wordt wel een verplichting opgelegd voor energie-intensieve bedrijven.

Standpunt PvdA-EP: Deze bepaling pakt heel wat kritieken op slimme meters aan en is daarom een belangrijke verbetering voor consumenten.

  • 5. 
    Set-aside van ETS veilingrechten (art.6, art. 19)

Er wordt gevreesd dat de energie efficiëntie richtlijn de werking van het emissiehandelssysteem, ETS,zal tegenwerken. In de richtlijn werd namelijk een verplichtingsregeling voor energiedistributeurs opgenomen, die deze verplicht om jaarlijks 1,5% energie te besparen bij hun klanten, de eindgebruikers. Dit zal de bedrijven een verplichting opleggen om meer energie te besparen. Daardoor stoten ze minder CO2 uit en worden binnen het energiehandelssysteem meer CO2 rechten beschikbaar aan een lagere prijs. Deze rechten zijn nu al sterk in prijs gedaald door de verlaagde productie als gevolg van de economische crisis. De invoering van de energie efficiëntie richtlijn kan de effectiviteit van het hele systeem verder verzwakken. Daarom wordt in de tekst een 'set-aside' voorgesteld, de mogelijkheid voor de Europese Commissie om een pakket rechten uit de markt te nemen en zo de werking van het systeem te bewaren. Er wordt echter gevreesd dat het systeem dan te onderhevig wordt aan ad hoc beslissingen van de Commissie

Standpunt PvdA-EP: De verplichtingsregeling voor energiedistributeurs is een bepaling die veel energiebesparing zal opleggen en dus belangrijk is voor het behalen van de 20% doelstelling. Maar ook de effectiviteit van het ETS-systeem moet behouden blijven tegelijk met lange termijn investeringszekerheid voor de industrie. Om beiden te verzekeren is een tijdige eenmalige noodingreep in de vorm van een set-aside van ETS rechten nodig.