Groen en groei: flexibiliteit voor lidstaten bij uitvoering richtlijn energie-efficiëntie

Source: L.J.J. (Lambert) van Nistelrooij i, published on Tuesday, February 28 2012.
alttekst ontbreekt in origineel bericht
Bron: Blog Lambert Van Nistelrooij

Lidstaten behouden flexibiliteit bij het invoeren van maatregelen voor meer energie-efficiëntie. De doelstellingen zijn bindend, maar er is vrijheid voor lidstaten hoe deze verder in te vullen. Dat is de kern van het vandaag gestemde pakket maatregelen in de Industrie & Energie commissie van het Europees Parlement. De nieuwe richtlijn beoogt 20% energie-efficiëntie in 2020.

Groen en groei kunnen samen blijven gaan nu EU-lidstaten flexibiliteit krijgen bij het invoeren van maatregelen voor meer energie-efficiënte. Dat is ook goed voor Nederland, want door simpelweg verplichtende maatregelen op te leggen aan lidstaten zouden we gedwongen kunnen worden niet rendabele investeringen te doen. Met deze richtlijn kunnen we op een kostenefficiënte manier verder werken aan het reduceren van CO²-uitstoot, concurrentiekracht bevorderen en nieuwe banen creëren.

Als EVP-fractie hebben we ingezet op een politiek akkoord: instemming met een bindende doelstelling voor energie-efficiëntie, maar vrijheid voor lidstaten hoe deze doelstelling in te vullen. Oplossingen die in Polen, Italië en Ierland goed werken kunnen in andere landen minder goed uitpakken. Het is beter om alle opties op tafel te houden dan bijvoorbeeld overheden op te leggen om een verplicht aandeel van de gebouwen te renoveren. Met een nieuw verwarmingssysteem kun je bijvoorbeeld net zoveel besparen.

Met meer flexibiliteit wordt ook gesneden in de Europese bureaucratie. We moeten niet zoals de Europese Groenen willen regelen of het in lidstaten toegelaten is om een oude koelkast die vervangen is door een energiezuinige nog in de garage te gebruiken. De EU moet zich richten op de grote lijnen voor de toekomst. Verstrikt raken in het creëren van gedetailleerde regels is een verspilling van energie!

Voordat lidstaten de richtlijn om moeten zetten in nationale regelgeving dient het Europees Parlement nog tot overeenstemming te komen met de ministers van energie van de 27 EU-lidstaten.