Europese online geschillenbeslechting

Source: K.H.D.M. (Klaas) Dijkhoff i, published on Monday, March 5 2012.
alttekst ontbreekt in origineel bericht
Bron: Blogs PoMo

De Europese Commissie is onlangs gekomen met voorstellen om online geschillenbeslechting te reguleren.

Hoewel het in principe gunstige effecten kan hebben voor de Europese digitale markt, kan het ook belemmerend werken als het niet goed wordt ingericht.

Daarom heeft VVD-fractie een behandelvoorbehoud aangevraagd om te zorgen dat de Tweede Kamer nauw betrokken is bij dit proces. Onderstaand de inbreng van collega Afke Schaart bij het debat over dit voorbehoud:

Inbreng Behandelvoorbehoud ADR/ODR (16 februari 2012)

Een goede werking van de interne markt bij grensoverschrijdende e-commercetransacties kan een sterke bijdrage leveren aan verdere economische ontwikkeling in Europa. De VVD heeft zich daar altijd sterk voor gemaakt. De komende wordt verwacht dat deze markt met 10% procent groeit. Per jaar. Internet en ICT zijn de motor achter de Nederlandse, maar ook de Europese concurrentiekracht en groei. Nederland heeft wat dit betreft de Europese koppositie. Nergens kopen consumenten meer online dan hier, en Nederland heeft een digitale infrastructuur ontwikkeld die daarbij past.

Het is dus in ons eigen belang om online shoppen gemakkelijk te maken. De VVD heeft onlangs nog voorgesteld van de voltooiing van de digitale interne markt een absolute prioriteit te maken. Daarom staat de VVD in beginsel positief tegenover het voorstel tot een richtlijn voor alternatieve beslechting van consumentengeschillen. Een Europees systeem hiervoor maakt het makkelijker voor Nederlandse consumenten en bedrijven om ook digitaal over de grens te opereren.

Dit voorstel heeft echter meer gevolgen dan het verbeteren van de interne digitale markt. Het raakt het klassieke probleem waar wij als Nederland bij justitiële samenwerking met andere lidstaten in de EU vaak tegenaan lopen. In Nederland hebben we een goed werkend systeem voor alternatieve geschillenbeslechting, dat zelfregulerend is. Eigenlijk zou dat als voorbeeld moeten gelden voor andere landen. Wij kunnen er niet akkoord mee gaan dat Nederland een stap terug zet, om anderen een stap vooruit te laten zetten. De VVD steunt harmonisering op EU-niveau maar dan wel zonder wettelijke verplichting en naar Nederlands voorbeeld.

Voor de VVD is het belangrijk dat partijen in Nederland niet belemmerd worden in het optimaliseren van activiteiten betreffende e-commerce. Tegelijkertijd willen wij voorkomen dat er aan het goed functionerende Nederlandse systeem wordt gemorreld. Met een behandelvoorbehoud wil de VVD dicht betrokken blijven bij dit onderwerp en overzicht behouden op wat er gebeurt.

Daarom vragen wij van het kabinet het volgende.

• De onderhandelingen zijn inmiddels al begonnen, ondanks dit behandelvoorbehoud. Wat is daar besproken? Is de Nederlandse inzet veranderd? Is er steun voor de Nederlandse inzet? Is er al gesproken in de Raad en met de EC over het Nederlandse systeem en het hebben van ruimte voor zelfregulering, zonder formeel toezicht en kwaliteitseisen? Wat was daarvan de uitkomst? Is de Commissie het ermee eens dat Nederland al aan de vereisten voldoet?

• Daarnaast willen wij gedurende de onderhandelingen (niet alleen in de Raad, maar ook in de raadswerkgroep of Coreper) schriftelijk op de hoogte gehouden worden van bewegingen die gevolgen hebben voor het bestaande Nederlandse systeem, en wat deze gevolgen zijn. Met name op het gebied van:

o Instellen van kwaliteitseisen die gevolgen hebben voor het Nederlandse systeem

o Gevolgen voor de zelfregulering en vrijwilligheid van het Nederlandse systeem

o Het verplicht houden van toezicht op ADR-instanties in Nederland door de overheid

o Het verplicht informeren van bedrijven aan hun klanten over het bestaan van ADR

o Het verschuiven van de verantwoordelijkheid van ADR naar de overheid

o Het stapeleffect van de richtlijn op de richtlijn bemiddeling in burgerlijke- en handelszaken

Vóórdat een concept van het ‘gemeenschappelijk standpunt’ wordt behandeld in de Raad, dus zowel na een eerste lezing als na een tweede lezing, verzoeken wij dat deze met een appreciatie naar de kamer wordt gezonden.