Pak belastingontwijking aan met Europees minimum vennootschapsbelasting - Main contents
Eén Europese vennootschapsbelasting maakt het voor grote Europese bedrijven moeilijker om belasting te ontwijken door te 'shoppen' voor de gunstigste tarieven in een van de zevenentwintig EU-landen. Daarom steunt GroenLinks het voorstel van de commissie Economische zaken van het Europarlement voor één Europese grondslag voor vennootschapsbelasting, zodat als eerste stap in ieder geval de regels voor het berekenen van vennootschapsbelasting in heel Europa gelijk worden getrokken.
“We bezuinigen dat het een aard heeft, maar ondertussen lopen we belastinginkomsten mis doordat bedrijven de gaten zoeken in 27 verschillende belastingstelsels”, constateert GroenLinks-Europarlementariër Bas Eickhout. “Dit voorstel is een noodzakelijke stap om daaraan een einde te maken. Bovendien zorgt één Europese manier om de vennootschapsbelasting te berekenen juist voor lagere administratieve lasten in het bedrijfsleven.”
Het Europarlement past het eerdere voorstel van de Europese Commissie op een cruciaal punt aan: De gemeenschappelijke heffingsgrondslag (de manier van belasting berekenen) is niet langer een vrijwillige optie naast de zevenentwintig nationale belastingregels, het Europarlement wil dat de Europese grondslag verplicht wordt voor alle grote bedrijven. Het midden- en kleinbedrijf kan er zelf voor kiezen of het de Europese grondslag wil gebruiken.
Begin van lange weg
Eickhout tekent wel aan dat dit slechts het begin is van een lange weg naar een einde aan belastingontwijking door bedrijven in Europa. “Een gemeenschappelijke grondslag voor vennootschapsbelasting is niet voldoende om belastingconcurrentie tussen EU-landen tegen te gaan. Een Europees minimumtarief zou de logische en de juiste vervolgstap zijn. Verdere stappen naar een echt Europees belastingbeleid zijn nodig om postbusbedrijven en belastingparadijzen effectief aan te pakken.”
Van de EU-lidstaten - die deze voorstellen unaniem moeten goedkeuren - hoopt Eickhout een proactieve houding te zien. “Het is niet te verkopen dat landen enerzijds hard en snel ingrijpen in het beperken van overheidsuitgaven, terwijl maatregelen die de overheidsinkomsten verbeteren in een slakkengang vooruit gaan.”