Een Touareg-vluchteling in Dakar: "Het zijn schurken maar ik steun ze" - Main contents
Soms ben je gewoon per ongeluk waar het nieuws is. Britse Groene collega Jean Lambert en ik zaten in een taxi naar het kantoor van Unicef in Dakar voor een briefing en verbaasden ons over de enorme aanwezigheid van gewapende militairen langs de weg. Buiten bij Unicef was het een enorme herrie. Sirenes bleven loeien. Gek. Toen we na de bijeenkomst weer buiten kwamen was het gebouw omringd door ordetroepen. We waren midden in een motorparade van Afrikaanse staatshoofden terecht gekomen. Ze hadden de installatie van Senegals nieuwe president Mackie Sall aangegrepen voor een extra bijeenkomst van de ECOWAS (Economische Gemeenschap van West-Afrikaanse staten) over de coup d'etat en de oprukkende Touareg rebellen in buurland Mali. De bijeenkomst vond plaats in t chicste hotel van de stad Le Meredièn President. What's in a name! En die staat op de chicste plek van de stad omringt door ambassades en internationale instituten.
Ik belde een vriend van vroeger die nu voor de VN werkt in Senegal, om te vragen of we die avond nog een hapje gingen eten. “Ja”, zei hij, “ik heb de tijd want ik sta nu op de stoep van het Meridièn President. Ik ben net uit de ECOWAS vergadering gegooid. De staatshoofden gingen ruzie maken, en daar mochten de kleine jongens niet bij zijn. En, Judith, ga je zo mee op bezoek bij een Malinese vriendin die haar Touareg-vader net uit Timboektoe heeft geëvacueerd?” Soms zit je per ongeluk zo boven op het nieuws.
De vriendin schonk zoete thee. Ze had alle tijd. Haar reisbureau voor Mali zat sinds de coup twee weken geleden zonder werk. Haar vader zat op zijn praatstoel: “U, madame la parlementaire, komt tenminste vragen wat er aan de hand is. U praat met ons Touareg, in het Meredièn praten ze over ons, zonder ons. '
Vader vertelde van de profeet Mohammed, en hoe zijn clan, de helpers van de profeet, naar Noord Afrika was gestuurd om de barbaren tot de Islam te bekeren. (Berber komt van barbaar en is een onomatopee), hoe ze bij Poitiers door Karel Martel verslagen werden; dat hij een Maraboe is, evenals zijn voorvaders. Dat de vrouw bij de Touareg boven alles komt. Vader kon goed op schieten met het Frans koloniaal bestuur, maar hoe de Touareg na de onafhankelijkheid door de zwarte meerderheid in het land stelselmatig gediscrimineerd werden vanwege hun blanke huid. Kinderen werden op school met de nek aangekeken, jongens werden mishandeld, meisjes werden verkracht. Dat al zijn kinderen, jongens en meisjes gestudeerd hadden, maar dat geen van zijn kinderen nog in Mali woont. Toch leefden de Touareg en Bambara, de grootse zwarte etnische groep, in de hoofdstad Bamako vreedzaam samen. Maar daar komt nu een einde aan.
Touareg verschillen onderling enorm. Vader's clan zou in het verleden zwarten beschermd hebben tegen slavernij door andere Touaregs. “Wij hielden geen slaven, we hadden zwarten voor ons werken”. Zijn clan maakte deel uit van het Frans bestuur, anderen hielden afstand en hielden zich onledig met smokkel. Jonge jongens uit het Noorden vertrokken na de onafhankelijkheid naar Libië en vochten voor Khadaffi. Het zijn die jongens die ouder werden, families kregen, die na de val van Kadhaffi zijn teruggekeerd naar Mali. “Ze tooien zich met een verhaal over onafhankelijkheid of een Islamitische vlag maar het zijn rovers. En die jongens hebben nog nooit gebeden. Ze weten niet wat Islam is.”
Vader is een gematigd man. Zijn Islam is er een van leven en laten leven. Hij is stads. Vader verlangt terug naar de Fransen. Is kwaad op de Fransen. Ze hebben hem laten zitten, en met hen, de rest van de wereld. Hij is kwaad op ECOWAS, dat zijn allemaal zwarte staatshoofden die hem niet moeten. Vader is elitair en vind die andere Touaregs schurken. Toch zegt Vader tegen het eind van het gesprek” “Ik steun ze. Vroeger steunde ik ze niet, maar wij Touaregs willen ons land terug. Wij hebben ook rechten.”
Afbeelding: By Orionist [CC-BY-SA-3.0], via Wikimedia Commons