D66: "Grondstofcrisis is de grootste bedreiging voor onze industrie" - Main contents
Niet de eurocrisis of de politieke onzekerheid in de eurozone bepalen de komende jaren de winstgevendheid van het Europese bedrijfsleven. De meest bepalende factor is de wereldwijde grondstofcrisis. D66-Europarlementariër Gerben-Jan Gerbrandy is daarom verheugd dat de Milieucommissie van het Europees Parlement woensdag instemde met zijn rapport Routekaart naar een grondstofefficiënt Europa . "Europa is verslaafd aan goedkope grondstoffen. Dit rapport biedt een afkickstrategie."
Interne markt voor afval
De Milieucommissie ging vandaag akkoord met een concreet 6-puntenplan om de grondstofschaarste te lijf te gaan. Allereerst (1) moet er een Europese interne markt komen voor afval. De administratieve drempels die de export van afval nu nog frustreren, moeten uit de weg worden geruimd zodat afval makkelijker de grens over kan. Gerbrandy: "Er zijn landen waar nog steeds 90 procent van het vuilnis op de storthoop belandt, terwijl recyclebedrijven in West-Europa capaciteit over hebben. Dood- en doodzonde."
Milieuschadelijke subsidies
Daarnaast (2) moeten milieuschadelijke subsidies, zoals jaarlijks 54 miljard euro op leaseauto's in Europa, uiterlijk in 2020 zijn afgebouwd. De budgettaire krapte in lidstaten biedt een mooie gelegenheid er met een stofkam doorheen te gaan. "Deze subsidies zijn duur én vies. En de belastingbetaler betaalt dubbel: eerst de subsidie, daarna de kosten voor herstel van de natuur", aldus Gerbrandy. Het aangenomen rapport pleit tevens (3) voor een fiscale stimulans voor gerecycled materiaal. Een lager btw-tarief kan bijvoorbeeld helpen om gerecyclede grondstoffen goedkoper en concurrerend te maken met primaire (rechtstreeks aan de aarde onttrokken) grondstoffen.
Meetbare doelen
Het Europees Parlement eist (4) meetbare doelen, zodat het niet blijft bij vage afspraken maar plannen ook daadwerkelijk worden nageleefd. Door uitbreiding van de Europese Ecodesign-richtlijn (5) mogen er alleen nog producten op de Europese markt komen die zodanig zijn ontworpen dat de materialen herbruikbaar zijn. De EU moet volgens Gerbrandy bovendien investeren in de zoektocht naar alternatieve grondstoffen. Europese taskforces (6) met daarin vertegenwoordigers van overheid en industrie moeten per sector uitzoeken wat nodig is. De meeste winst is te halen in de sectoren voedsel, bouw en transport.
Kampioen grondstofefficiëntie
"Europa moet kampioen grondstofefficiëntie worden", stelt Gerbrandy. "Wie het goedkoopst produceert, wint de wereldwijde rally." Bedrijven ondervinden het aan den lijve. Unilever bijvoorbeeld meldde over 2011 een stijging van de grondstofkosten met 2,5 miljard euro. Niet de arbeidskosten, maar de grondstofprijzen bepalen tegenwoordig de winstmarge. Daarnaast zijn stijgende grondstofprijzen een sluipmoordenaar van de koopkracht van consumenten en is Europa voor zijn grondstoffen ongemakkelijk afhankelijk van politiek instabiele regio's als Noord-Afrika en China. Gerbrandy: "Europa heeft weinig eigen grondstoffen, behalve in de vorm van producten: de ontelbare auto’s, koffiezetapparaten, mobieltjes en spijkerbroeken van de Europese consument. Nu grondstofprijzen zo hard stijgen, wordt het rendabel die opnieuw te gebruiken. Door te recyclen krijgt de economische groei een stabiele basis."
De plenaire stemming in het Europees Parlement vindt plaats tussen 21 en 24 mei.