Gehavend leider met groeipotentieel - Main contents
Als premier bereikte VVD-leider Mark Rutte veel met zijn charme. Maar die bleek uiteindelijk niet toereikend. Zeven weken aandacht en begrip konden niet voorkomen dat PVV-leider Wilders hem liet vallen als een baksteen. Portret van een pleaser die op zijn gevoel afgaat en mensen op hun woord wil kunnen vertrouwen.
Het Catshuisoverleg is nog geen week gaande als CDA-onderhandelaars Maxime Verhagen en Sybrand van Haersma Buma elkaar verbaasd aankijken. Wat gebeurt hier in hemelsnaam?
Bij aanvang van het overleg, op 5 maart, is PVV-leider Geert Wilders meteen in de aanval gegaan. Hij heeft een belangrijke eis op tafel gelegd. Eerst moeten kwesties als het asielbeleid en de gezinsmigratie worden besproken: de zogenaamde ‘immaterialia’. Daarna pas mag het gaan over bezuinigingen, 3-procentregels en andere financiële kwesties. De twee christen-democraten voelen ’m al aankomen: eerst moet het CDA allerlei concessies aan de PVV doen op het gebied van immigratie, daarna schiet Wilders al hun financiële en hervormingsvoorstellen af.
Maar wat hun het meest ergert, is dat Mark Rutte, de premier en voorzitter van het Catshuisberaad, zo makkelijk met Wilders’ wens meegaat. „Ach joh, begrijp dat nou. Voor Geert is dat belangrijk.” Zulke frasen gebruikt hij. Eén in het bijzonder blijft lang hangen: „Geert heeft comfort nodig”. Het lijkt Rutte in de mond bestorven te liggen. „Wij willen óók comfort!” roept Van Haersma Buma tijdens een van de sessies geïrriteerd terug.
Eindelijk, na bijna een week bakkeleien, grijpt voorzitter Rutte in en komt er een compromis. Er zal om de beurt over de ‘immaterialia’ van de PVV en de hervormingen van het CDA worden gesproken.
Veel later in de onderhandelingen geeft Rutte de PVV-leider opnieuw veel ruimte. Wilders, ontregeld door het vertrek van Hero Brinkman uit de PVV en afgeleid door gedoe in de Staten van Limburg, gaat akkoord met een voorstel om gevangenen op proefverlof voortaan een enkelband mee te geven. Dat bespaart geld. Even later beseft Wilders te hebben ingestemd met een veel te ‘softe’ maatregel. Hij komt erop terug. Rutte staat dat toe.
Het blijkt een patroon tijdens de zeven onderhandelingsweken: Rutte die Wilders ruimhartig tegemoet treedt. Een arm om hem heen slaat zelfs, tijdens een wandeling in de tuin van het Catshuis, zoals alle televisiekijkers kunnen zien.
„Rutte was erop gebrand de relatie met Geert goed te houden”, zegt Edith Schippers die als vertrouweling van Rutte en VVD-minister de onderhandelingen op de voet volgde. „Dat hij meer aandacht had voor Geert dan voor het CDA, snap ik wel. De gespreksonderwerpen lagen nu eenmaal verder van het PVV-programma af dan van het CDA-programma.”
Een CDA-ingewijde trekt een heel andere conclusie: „Mark was gewoon bang voor Geert”.
Ruttes opstelling in het Catshuis zegt veel over zijn kracht en zwaktes. En bovenal over zijn relatie met de man die hem na 555 dagen premierschap - ondanks alle ruimte en begrip - als een baksteen liet vallen: Geert Wilders.
Eén ding valt meteen op als Mark Rutte op 14 oktober 2010 aantreedt als eerste liberale minister-president: hier staat iemand met grote persoonlijke en sociale vaardigheden.
Dat blijkt al tijdens de kabinetsformatie in de lange politieke zomer van 2010. Als onderhandelaar is de aanstaande premier in de eerste plaats een sfeermaker. Rutte maakt grapjes, raakt mensen aan, kijkt ze goed in de ogen als hij met hen spreekt. Als geen ander kan hij mensen aan zich binden, zonder meteen een sfeer van wederzijdse verplichtingen te creëren. „Mark is warm en persoonlijk, zonder dat er een afhankelijkheidsrelatie ontstaat”, zegt VVD-Kamerlid Han ten Broeke, die in één van Ruttes campagneteams zat. „Dat vind ik knap. Het is de eigenschap van een moderne, empathische leider.”
In dezelfde periode komt echter ook een van Ruttes zwaktes aan het licht: De VVD-leider imponeert niet door inhoudelijk overwicht op grote dossiers. „Die liet hij over aan zijn secondant Edith Schippers”, zegt een deelnemer aan het formatieoverleg van 2010. Schippers zelf zegt: „Mark Rutte onderhandelt op hoofdlijnen”.
Later in zijn premierschap zal Rutte zich soms verslikken in ingewikkelde kwesties. Zo zag hij juli vorig jaar tijdens een Brusselse reddingsdeal voor Griekenland 50 miljard euro over het hoofd.
Uit de formatie van 2010 rolt een akkoord dat op het gebied van veiligheidsbeleid en overheidsfinanciën (18 miljard euro bezuinigingen) een herkenbaar VVD-document is. Maar op het gebied van structurele hervormingen - één van zijn speerpunten - haalt Rutte weinig binnen.
Zijn bereidheid om in te schikken heeft te maken met het karakter van de premier, zeggen mensen die hem goed kennen. „Hij hecht aan posities, meer dan aan inhoud. Mark wilde per se premier worden, en was bereid daarvoor veel in te leveren.”
VVD-europarlementariër Hans van Baalen overlegde tijdens de formatie vaak met Rutte. Hoewel hij voorstander was van de gedoogconstructie, waarschuwde hij de aanstaande premier dat de houdbaarheid van afspraken met Wilders beperkt is. „Ik ken Geert uit het ‘klasje van Bolkestein’ in het midden van de jaren negentig. Hij is permanent onzeker en kan de media niet weerstaan. Geert moet altijd reageren en zoekt constant bevestiging. Hij legt zich nooit vast. Hij wordt door emotie gedreven.”
De unieke politieke constellatie waarin Rutte als premier opereert - een minderheidskabinet met gedoogsteun van de PVV - zit hem als gegoten, zo blijkt al snel. Met zijn charme en directe manier van opereren weet hij de oppositie in de Tweede Kamer voor zich te winnen. De PvdA stemt voor het pensioenakkoord. GroenLinks helpt de politiemissie in Kunduz aan een meerderheid. Het gehele politieke midden (behalve SP en PVV) steunt het eurobeleid van het kabinet.
„Dealen met de oppositie doet Mark persoonlijk”, vertelt Edith Schippers, al jaren een vertrouweling van Rutte. „Hij belt zelf met de Kamerleden, schakelt zelden een tussenmannetje in. Hij doet niets per e-mail. Zelfs als ik sms, zegt hij vaak: waarom bel je niet even? Hij is zich ervan bewust dat dingen op schrift harder overkomen dan via de telefoon.”
Ook buiten de Tweede Kamer is men zeer te spreken over de laagdrempelige aanpak van Rutte. De premier maakt tijd voor je, ondanks zijn drukke agenda - dat is het beeld. In de laatste, beslissende week van het Catshuisoverleg spreekt hij gewoon een zaal van 4.000 man toe in het kader van de Week van de Ondernemer.
MKB Nederland-voorzitter Hans Biesheuvel vertelt: „Rutte deed dat fantastisch. Hij weet zo’n zaal echt te inspireren. Het gekke is dat hij dat zelf niet eens lijkt te beseffen. Alsof hij zichzelf een beetje onderschat. Alsof hij nog steeds een beetje in zijn schulp zit, omdat het nog maar kort geleden is dat zijn partij door de ruzies met Rita Verdonk aan de rand van de afgrond stond”.
Met het klassieke polderoverleg heeft Rutte minder affiniteit dan zijn voorgangers. De werkgeverslobby VNO-NCW heeft anderhalf jaar lang het luisterend oor van het kabinet. Maar de vakbeweging krijgt minder gedaan. Dat leidt bij FNV-voorzitter Agnes Jongerius tot de verzuchting dat hij leiding geeft aan een „werkgeverskabinet”. Ze noemt Rutte een „leuke, energieke man wiens beleid van weinig compassie getuigt. Voor hem geldt: geluk is je eigen keuze, ongeluk je eigen schuld”.
Als minister-president zoekt Rutte naar nieuwe netwerken en verbindingen. Hij organiseert „luistersessies” op het Catshuis, waarin vertegenwoordigers uit het onderwijs, de zorg, justitie en milieubranche hem bijpraten. In de nazomer van 2011 bezoeken drie Marokkaanse ondernemers het Torentje van de premier. Ze vertellen dat ze „gedemotiveerd” raken door de anti-islam retoriek van gedoogpartner PVV. Later, tijdens de Algemene Beschouwingen van 2011, begint hij in een debat met Geert Wilders over de „vele hoog opgeleide, hardwerkende Marokkanen die Nederland absoluut niet kwijt zou willen”.
Uitlatingen als deze blijven in allochtone kring niet onopgemerkt. „Gaandeweg het premierschap van Rutte kreeg ik de indruk dat het gedoogakkoord met de PVV steeds slechter bij hem paste”, zegt jongerenimam Yassin Elforkani, actief in Amsterdam Slotervaart. „Rutte is een leuke man, die als jonge premier voor jongeren een inspirerend voorbeeld is. Maar door dat gedoogakkoord met Wilders dat de islamitische bevolkingsgroep uitsluit, kon hij nooit premier voor alle Nederlanders zijn. Terwijl hij dat volgens mij wel wilde. Maar hij was te bang voor Wilders om dat te laten merken.”
Ondanks zijn informele stijl en spontaniteit ontwikkelt Rutte zich tot een echte baas. Dat merkt voormalig PvdA-leider Job Cohen in het najaar van 2011, wanneer hij met het kabinet onderhandelt over het pensioenakkoord. „Henk Kamp (minister van Sociale Zaken, red.) stribbelde een paar keer tegen. Maar dan zei Mark tegen hem: ‘Kom Henk, laten we het toch nog eens proberen met Job’. Hij ‘overrulede’ zijn minister”.
Hier toont Mark Rutte duidelijkheid en daadkracht. In andere gevallen is daar nog wel eens twijfel over. De premier wil aardig gevonden worden, hij is een pleaser. Dat levert hem veel op, maar het leidt soms ook tot verwarring bij gesprekspartners. Die interpreteren zijn vriendelijkheid en belangstelling als een toezegging - waarna ze toch met lege handen blijken te staan.
Jaap Smit, voorzitter van het christelijk vakverbond CNV, bezocht Rutte enkele malen op het Torentje. Tijdens een gesprek voorafgaand aan het Catshuisberaad, zegt Smit, toonde de premier „oprechte interesse” in zijn visie. Maar veel leverde dat niet op. „Rutte heeft niets gedaan met mijn oproep om kabinet en sociale partners met elkaar te laten overleggen over de bezuinigingen.”
Job Cohen heeft persoonlijke redenen om te twijfelen aan de oprechtheid van de premier. In de zomer van 2011 polste Rutte de toenmalige PvdA-leider tijdens een etentje of hij interesse had in het vice-presidentschap van de Raad van State.
„Achteraf geloof ik er weinig van dat Rutte mij echt serieus en oprecht gepolst heeft”, zegt Cohen nu. „Het kabinet wilde van meet af aan Donner op die plek. Nou, zeg dat dan gewoon eerlijk. Maar zeg niet tegen mij, zoals Rutte deed: ‘Nou Job, als jij belangstelling hebt voor die positie, dan verandert dat de zaken wellicht.’ Ik geloof daar achteraf niets van”.
De jovialiteit en soepelheid van Mark Rutte leveren nog andere vragen op. Waar staat hij eigenlijk? Waar liggen zijn onwrikbare, ononderhandelbare grenzen? Wat is zijn diepste overtuiging?
„Rutte had in 2010 bijna met GroenLinks geregeerd”, zegt historicus Henk te Velde, expert op het gebied van politiek leiderschap. „Maar kort daarna stak hij over naar de andere kant van het politieke spectrum, de PVV. Om een jaar later op een toogdag van de SGP te roepen dat dat zo’n fantastische partij is. Nu is hij weer terug bij GroenLinks. Compromisbereidheid is prima, maar is er iets dat hij zelf echt vindt?”
CNV-voorman (en dominee) Jaap Smit: „Zijn mens- en maatschappijbeeld bleef voor mij tijdens onze gesprekken wat vaag, anders dan dat we een kleinere overheid moeten hebben, en meer eigen verantwoordelijkheid moeten nemen”.
Partijgenoten zeggen: Rutte is slim en snel, maar zijn gesprekspartners grondig doorlichten - dat ligt niet in zijn aard. De premier gaat uit van vertrouwen. „Hij is niet zo van het dooranalyseren”, zegt staatssecretaris Halbe Zijlstra. „Uiteindelijk gaat Mark op zijn gevoel af en daar is niets mis mee.”
Toch lijkt Ruttes gevoel dat hij PVV-leider Wilders kon vertrouwen, een van de redenen te zijn dat de gedoogcoalitie klapte. Europarlementariër Hans van Baalen is niet verbaasd dat het misliep in het Catshuis: „Rutte en Verhagen gaan uit van het gegeven woord, van vertrouwen. Geert Wilders niet. Elke overeenkomst is een stap naar een betere deal voor hemzelf”.
De afgelopen dagen speelde Rutte geen hoofdrol meer. „Mij passen geen pretenties”, zei hij herhaaldelijk. De ster van de week was de minister van Financiën, Jan Kees de Jager. „Ik zag tijdens het Kamerdebat over het mislukken van het Catshuisoverleg een ontredderde premier die out of options was”, zegt bestuurskundige Jouke de Vries, auteur van enkele boeken over recente kabinetten. „Het gemak waarmee Rutte vervolgens zijn goedkeuring gaf aan het akkoord van minister De Jager en de fractieleiders in de Kamer, deed zelfs opportunistisch aan.”
Wil een eventueel kabinet-Rutte II een succes worden, dan zal de naamgever lessen moeten trekken uit de recente gebeurtenissen, zeggen mensen in zijn omgeving. Om te beginnen moet hij meer en beter kritiek organiseren. „Mark laat zich nooit een spiegel voorhouden”, zegt een ingewijde. „De sociale vaardigheden zitten in zijn dna. Maar uitgebreide kritiek, dat vindt hij gedoe. Hij moet leren accepteren, zelfs waarderen, dat mensen hem tegenspreken.”
De kans op Rutte-II is, ondanks alle gebeurtenissen de afgelopen weken, zeker aanwezig. In de peilingen staat de VVD er goed voor. En Rutte is een uitmuntende campaigner, zo bewees hij in 2010. Ook beschikt hij over het nodige persoonlijke gezag. „In een recente enquête onder ondernemers kreeg Rutte een voldoende, en zijn kabinet juist een onvoldoende”, zegt MKB-voorman Hans Biesheuvel. „Rutte heeft genoeg gezag om het land uit de crisis te trekken.”