Voetbaldier Pierre Heijnen - Main contents
Even lijkt ons plan om Tweede Kamerlid en HBS A4-leider Pierre Heijnen tijdens het coachen van zijn team te volgen en te bevragen, volledig in het water te vallen. Want kort na aanvang van de topper tegen GDA A2 wordt het spel stilgelegd en stuurt de immer onverbiddelijke scheidsrechter Mellink, met een blik alsof wij zojuist de Champions League finale hebben verstoord, uw verslaggevers achter het hek. Ons verweer dat we werken aan een reportage voor het toonaangevend sportmagazine van HBS -Craeyenhout maakt geen enkele indruk op deze ambitieuze leidsman. Regels zijn regels, ook voor de Craeyen. Verschenen in Craeyen Magazine, editie december 2011. Door Ivar Noordenbos en Jaap van Gorkum.
Gelukkig blijkt Pierre Heijnen een duizendpoot; Hij coacht zijn jongens naar een eenvoudige 5-1 overwinning, wisselt zijn spelers regelmatig door, regelt ondertussen nog een ouder voor de bardienst na de wedstrijd, probeert zijn collega van de A3 te helpen door de spelers tijdens het voetballen te strikken voor nog een extra pot voetbal na afloop van deze wedstrijd, praat bij met de familie van zijn keeper en heeft hij tussendoor ook nog tijd om ons, met een lichte maar onmiskenbaar aanwezige Haagse tongval, aan het hek te woord te staan. ‘Moeten jullie zo eens even meelopen naar die ouders daar, een praatje met hen is altijd lachen’ Even later zitten we in alle rust in het clubgebouw met deze veelzijdige parlementariër. Pierre Heijnen was gemeenteraadslid, wethouder en locoburgemeester van Den Haag, klom op tot de landelijke politiek en combineerde zijn Kamerlidmaatschap voor de PvdA in het voetbalseizoen 2007-2008 met een bestuursfunctie bij ADO Den Haag. Daarnaast is hij fanatiek hardloper, zette hij aan het einde van het vorige seizoen pas een punt achter zijn 46-jarige carrière als speler van voetbalvereniging Escamp en is hij al jaren actief als vrijwilliger voor HBS, waar zoonlief Richard (18) sinds zijn jonge jeugd voetbalt. Dit jaar heeft Heijnen de A4 onder zijn hoede, een sympathiek en gemêleerd gezelschap van goede en minder goede voetballers, die na afloop in de kleedkamer de grootste lol met elkaar hebben. Zo krijgt één van de spelers zelfs een staande ovatie van zijn teamgenoten, omdat hij vandaag voor het eerst in zijn carrière een bal heeft gekopt. Ook coach Heijnen spreekt zijn mannen na de wedstrijd kort toe. Hij haalt de sterke en minder sterke momenten terug en benoemt de man of the match. Zijn oproep om volgende week vrijdag allemaal toch vooral voor 02:00 in bed te liggen ter voorbereiding op de uitwedstrijd tegen Ter Werve A2, wordt met hoongelach ontvangen.
‘Het lukt me niet om er elke week te zijn, mijn agenda is als Tweede Kamerlid vol, ook in het weekend’, vertelt Heijnen ons zittend op een barkruk met een cola voor de neus. ‘Maar zolang mijn zoon het leuk vindt dat ik hem coach, ga ik ermee door. Daarnaast zit er ook voor mezelf een uitdaging in. Namelijk om die jongens aan het voetballen te houden, ondanks alle verleidingen van deze leeftijd. Ze gaan studeren in andere stad, hebben daarnaast een bijbaantje, gaan in het weekend op stap en krijgen een meisje. Dan is het logisch dat voetballen wat naar de achtergrond verdwijnt.’ En Heijnen slaagt heel aardig in zijn streven, want hoewel zijn team op papier uit slechts 14 spelers bestaat, lukt het hem toch om wekelijks een elftal op de been te krijgen. Een elftal dat inmiddels zelfs de ranglijst van de 4e klasse aanvoert. Heijnen voelt zich thuis op HBS.
‘HBS is een prachtige club, met zoveel vrijwilligers met hart voor de club, die van alles doen voor de vereniging. Ook de huidige werkwijze, met een verenigingsmanager, vind ik een goede. Als je club zo groot is al HBS, ontkom je gewoon niet aan een betaalde kracht. Dat is een noodzakelijke investering die zich ook echt terugbetaalt. Wel vind ik dat er bij HBS, net als bij veel andere clubs, wel heel erg veel aandacht naar de selectie uitgaat. Ik snap het ook wel, spelen in de Topklasse is mooi, dat klinkt ook goed, maar daar krijg je niet ineens meer leden door. De rest van de club, juist de lage elftallen, dat is het vaste kader van je vereniging. Die mensen moet je koesteren. Het eerste team is natuurlijk belangrijk, maar veel mobieler. Bij HBS lijkt dat overigens veel minder het geval.’ Hoewel erg te spreken over HBS, is er een andere club die Pierre Heijnen als zijn grote liefde beschouwt; ’Ik ben opgegroeid bij LENS, daar heb ik vanaf mijn 10e gevoetbald. Vorig jaar ben ik pas gestopt met voetballen daar, na 46 jaar. Ik speelde nooit hoog, altijd in het laagste seniorenteam, een echte vriendengroep. Na de fusie van LENS met Cromvliet en VIOS, en daarmee het ontstaan van voetbalvereniging Escamp, zag je dat 1+1+1 niet altijd drie is. De club heeft allerlei problemen. Dus als ik na m’n pensioen serieuzer aan de slag ga als vrijwilliger, dan zal ik dat niet bij HBS doen, maar bij Escamp. Juist omdat die vereniging het zo ontzettend hard nodig heeft. Ik ben er ook echt van overtuigd dat een voetbalclub veel meer moet zijn dan een plek om te komen trainen en een wedstrijdje spelen. Een vereniging moet een soort buurthuisfunctie hebben, met allerlei activiteiten die veel verder strekken dan het voetbal alleen. Dat is niet iets dat je alleen aan vrijwilligers kunt overlaten, daar moet je professionals voor inzetten. De overheid heeft daar een rol in, want een betere investering in jeugdwelzijn kun je denk ik niet doen. Daar ben ik sowieso een groot voorstander van, op lokaal niveau allerlei maatschappelijke problemen aanpakken. Een voetbalclub is een ideale plek daarvoor’ Heijnen’s politieke carrière is een imposante. In 2006, na 20 jaar gemeente politiek, waarvan 9 jaar als fractievoorzitter van zijn partij, en 8 jaar als wethouder, is hij toe aan een nieuwe stap. Hij stelt zich beschikbaar als Tweede Kamerlid en de 33 zetels die PvdA krijgt bij de verkiezingen van november van dat jaar, zijn genoeg voor een plek in Kamer. ‘Als Kamerlid houd ik me voornamelijk bezig met binnenlands bestuur en bestuurlijk vernieuwing. Dat zijn geen sexy onderwerpen waarmee je veel in de publiciteit komt. Ik zie mezelf dan ook niet als een prominent Tweede Kamerlid, ik acteer meer op de achtergrond. Ik heb daarbij ook een soort coachrol, ik begeleid jonge ambitieuze Kamerleden en zoek geschikte burgemeesterskandidaten. Een van mijn persoonlijke hoogtepunten als Kamerlid was het voorzitten van de commissie Jeugd en Gezin. Het rapport van de ‘Commissie Heijnen’ dient ook voor dit kabinet nog als de basis van het jeugdzorgbeleid, daar ben ik best trots op. Een ander hoogtepunt is de oprichting van het huis voor de democratie, ProDemos. Daar heb ik me samen met anderen enorm voor ingezet. De bedoeling is dat elke scholier in ons land daar een keer komt, om te leren over onze rechtstaat en het belang van een democratische samenleving. Ik geef zelf ook weleens een lesje aan klassen die ons parlement bezoeken, dat vind ik zo ontzettend belangrijk. De helft van die kinderen interesseert het geen bal, maar als het bij een paar blijft hangen dan is het al goed. En natuurlijk zijn die 100.000 extra bezoekers per jaar aan mijn geliefde Den Haag mooi meegenomen.’
Naast Escamp en de politiek heeft Heijnen nog een grote liefde. ADO Den Haag kent hij van binnen en buiten. Als supporter, wethouder en als bestuurder van de club. ‘Ik stond als jochie voor een kwartje op de Moerwijk-zijde van het Zuiderpark stadion, ik heb ADO daar bij de rust nog 4-0 zien voorstaan tegen West Ham United, fantastisch was dat. Je zag zelden lokale politici op de tribune bij Den Haag. Ik zat er altijd, later samen met collega raadslid Anja Overhoff (ook HBS- Craeyenhout red.). We wilden ADO Den Haag terughalen bij de stad, laten zien dat we als gemeente niet met de rug naar onze club stond, ondanks alle problemen die er toen waren. Zo stonden we daar, midden in de winter in de sneeuw met min 5 te kijken naar een wedstrijd tegen Veendam. We organiseerden daarnaast ook allerlei bijeenkomsten om de club weer op de kaart te zetten, investeerders te vinden. Het nieuwe stadion was daar het resultaat van. Ik was in mijn tijd als wethouder verantwoordelijk voor onderwijs, sociale zaken, werkgelegenheid en integratie, maar werd door mijn betrokkenheid bij ADO en de sport door mijn collega’s vaak ‘de reserve-wethouder sport’ genoemd. Na de degradatie van ADO uit de Eredivisie in het seizoen 2006-2007, en het aftreden van de Raad van Commissarissen was de club in werd ik gevraagd als president-commissaris. Ik zei ja en het werd een ontzettend zwaar jaar. Ik kwam erachter dat betaald voetbal veel ingewikkelder is dan politiek, er zijn zo ontzettend veel verschillende belangen. Ik heb als politicus nooit een slapeloze nacht gehad, bij ADO had ik die wel. Het ging financieel toen zo slecht dat ik me echt bezig hield met vragen als: hoe betalen we in godsnaam de bus naar de volgende uitwedstrijd? Na de financiële injecties van de gemeente en Mark van der Kallen ging het beter, ook sportief gezien. We haalden alsnog de zesde plaats in de Eerste Divisie en daarmee de nacompetitie. En tegen alle verwachtingen in promoveerden we terug naar het hoogste niveau. Wat een ontzettend feest was dat, echt een van mijn hoogtepunten. Toen ben ik ook gestopt als bestuurder bij de club. Het was een enorm vol jaar geweest, want ik was toen ook al Tweede Kamerlid.’
En inmiddels zit Pierre Heijnen alweer bijna vijf jaar in de Kamer. ‘Toen ik begon als Kamerlid zat de PvdA nog in de regering, nu doen we mee als oppositiepartij. En dat oppositievoeren is totaal anders, veel meer theaterspel. Daar ben ik persoonlijk minder sterk in, ik zie mezelf als iemand van de inhoud. Anderen vinden dat toneel juist heerlijk, zoals bijvoorbeeld mijn collega’s Martijn van Dam en Mariëtte Hamer, die genieten daar echt van. Ik houd me liever een beetje op de achtergrond. Om in voetbaltermen te spreken; ik ben meer een voorstopper dan een spits.’
Leuk detail is dat Heijnen in het parlement zijn liefde voor ADO Den Haag deelt met PVV Kamerlid Richard de Mos: ‘Ja dat zijn mooie dingen, hij is ook een echte enorme ADO-fan. Het klinkt misschien gek uit mijn mond, maar ik zie die man als een Haagse vriend. Hij heeft totaal krankzinnige ideeën, echt idioot, maar toch mag ik hem wel. Dat is dat echte Haagse gevoel, wat je niet hebt met collega’s uit bijvoorbeeld Limburg. Het zijn in de politiek en samenleving wel rare tijden. De opkomst van de PVV, de financiële crisis en de eurocrisis. Naar mijn idee ben ik dicht betrokken bij een historisch breekpunt in de geschiedenis van ons land, waarvan de uitkomst nog niet bekend is.