Vóór Europa - uit eigenbelang - Main contents
Voor de VVD wordt het een lastige campagne. De partij was altijd kritisch over Europa, maar dat kan amper meer, met de eurocrisis. En dan zijn er nog de bezuinigingen uit het Lenteakkoord die de liberalen moeten verdedigen.
Europarlementariër Hans van Baalen noemt Europa „een verstandelijk project. We vormen met 550 miljoen burgers een interne markt en dat is voor Nederland van het grootste belang. Dat moeten we duidelijk maken.”
Het zijn „arrogante eurofielen” die toestaan dat „Brussel de portemonnee van de Nederlanders plundert”. Zo beschreef PVV-leider Geert Wilders de politieke partijen die deze week voor het permanente euronoodfonds ESM stemden. De VVD luistert van die partijen misschien wel met de meeste zorgen naar het nieuwe verkiezingsthema van Wilders: de tirannie van Europa.
Met goede reden. De PVV is een geduchte electorale concurrent, niet alleen op het gebied van immigratie, maar ook als het gaat om het beschermen van de nationale identiteit.
Voordat de eurocrisis uitbarstte, toonde de VVD zich de meest eurokritische van de middenpartijen. Maar onder druk van de eurocrisis benadrukt de partij al een tijdje de economische verworvenheden van de Unie.
Premier en VVD-leider Mark Rutte kan zo vaak hij wil uitleggen dat een maximaal begrotingstekort van 3 procent voor 2013 geen Brussels dictaat is, dat het voor Nederlands eigen bestwil is. Maar veel mensen zullen, met hulp van Wilders, het tegenovergestelde denken. Dat VVD aan de leiband van de ondemocratische eurocraten loopt. Daar komt bij dat de VVD toch al kwetsbaar is door de 8,5 miljard euro aan weinig liberale lastenverzwaringen voor 2013 die in het Lenteakkoord zijn afgesproken.
„Het is heel moeilijk uit te leggen”, zegt voormalig VVD-Kamerlid en Europakenner Arend Jan Boekestijn. „Ik ben de eerste om te erkennen dat we een moeilijke verkiezingsstrijd tegemoet gaan. Maar wat moet dat moet.”
De enige oplossing, zeggen VVD’ers, is „eindeloos uitleggen”. Boekestijn: „Dat we 60 procent van onze verzorgingsstaat via de export in het buitenland en vooral Europa verdienen. En als we dat verliezen, dat we dan een gigantische werkloosheid krijgen. Wil de PVV dat?” Zonder overigens iets te verdoezelen, benadrukt Boekestijn: „Ik geloof niet in de politiek van achterhouden als er problemen zijn. De helft van het Nederlandse publiek heeft minstens hbo-niveau. Dus we moeten over de euro blijven nadenken. Zelfs over de optie van een geordende ontbinding, als het niet te voorkomen is.”
VVD-Kamerlid Klaas Dijkhoff is bij zijn fractie verantwoordelijk voor het uitdragen van het Europabeleid: „Op argumenten verliezen wij het sowieso niet. Die blinde afkeer maakt het wel lastig, maar ik wil de Nederlandse kiezer niet onderschatten. Die zal ook een afweging maken, en zien dat er misschien een hoop mis is met de Unie, maar dat weglopen niet de oplossing is.”
Die uitleg bestaat deels uit het benadrukken dat Europa geen ideaal is, maar een middel. Een middel om geld te verdienen. Liefde voor Europa voelt de VVD niet. In Liber, de ledenkrant, werd het een half jaar geleden nog eens uitgelegd: „De VVD steunt zwakke eurolanden niet uit barmhartigheid, maar in het belang van onze burgers en bedrijven.” Dijkhoff: „Ik heb Europa altijd alleen als een bestuurslaag gezien. Ik heb niets met het dogmatisch fanatieke van felle tegenstanders die Europa als bron van alle kwaad zien. Maar ook niets met de voorstanders, die de Unie zien als iets waar je niet aan mag komen.”
Het zijn pragmatische woorden, met een andere klank dan de preambule van het Europees Verdrag van 1992, waarmee de deelnemende landen destijds hun samenwerking binnen de Unie verdiepten en uitbreidden. Daarin gaat het over het verlangen „de solidariteit tussen volkeren te verdiepen” de vastbeslotenheid „voor de onderdanen van hun landen een gemeenschappelijk burgerschap in te voeren”, en „een steeds hechter verband tussen de volkeren van Europa tot stand te brengen”.
Dijkhoff: „Dat zijn allemaal mooie plechtige teksten waar je amper tegen kunt zijn, maar waar je niet veel mee kan. Ik ben voor samenwerking van de Unie als de burger daar beter van wordt. Waar solidariteit met andere landen en eigenbelang tot hetzelfde leiden. We moeten niet een overdrachtsunie worden, waar rijke landen geld en welvaart overhevelen naar andere landen.”
Toch waren het teksten waar de VVD zich toen in kon vinden. Maar de partij heeft een evolutie meegemaakt. Die begint bij voormalig leider Frits Bolkestein. Onder invloed van een steeds eurosceptischer maatschappij, een uitdijende Unie en politieke druk op de flanken, lijkt de VVD zich sindsdien meer te richten op het maximaliseren van het eigen economisch belang.
Die ontwikkeling wordt zichtbaar in het verkiezingsprogramma van de VVD. In 2002 schreef de partij nog: „Het Europese integratieproces heeft als doel het vestigen van vreedzame, stabiele, democratische verhoudingen.” In 2010 lag de nadruk anders: „De EU is het resultaat van een integratieproces dat vrijhandel, vrede en veiligheid bevordert en daarmee de welvaart voor Nederland. De VVD staat voor een Europese Unie waar je iets voor terugkrijgt.”
Ook in het Europees Parlement moet dat de boodschap zijn. Europarlementariër Hans van Baalen noemt Europa „een verstandelijk project. We vormen met 550 miljoen burgers een interne markt en dat is voor Nederland van het grootste belang. Dat moeten we duidelijk maken.”
Zullen deze koopmansargumenten in de campagne stand houden tegen het emotionele oratorische geweld van Wilders? Die praatte donderdag in oorlogstermen: „Weg met de tirannie van Brussel. Wij moeten als Nederlanders weer baas worden over eigen grenzen en over onze eigen portemonnee. Dat is onze boodschap en dat wordt de boodschap van Nederland op 12 september. Baas in eigen land, baas in eigen huis.”
Wilders wil nu zelfs Nederland uit de Unie halen, en zal in zijn verkiezingsprogramma vooral aandacht besteden aan de positie van Zwitserland. Geen lid van de Europese Unie, welvarend, in bezit van een eigen munt en in staat om zelf de grens te bewaken. Wilders wilde zo duidelijk maken dat er „alternatieven zijn voor het lidmaatschap van de Europese Unie”.
Dit standpunt is zo extreem, denkt Van Baalen, dat Wilders zich ermee „irrelevant” maakt. „Aan de kiezer moeten we uitleggen dat de snelste weg naar werkloosheid een stem is op de PVV. Als u wilt dat er gras op de kade van de Rotterdamse haven gaat groeien, moet u op Wilders stemmen.”