Een nieuwe Europese keizer kan alleen een democratisch gekozen president zijn - Main contents
Het zomernummer van tijdschrift De Helling is geheel gewijd aan De ziel van Europa. GroenLinks-Europarlementariër Judith Sargentini leverde deze bijdrage waarin ze schrijft over drie grote 'Europese methodes': een Duitse, een Romeinse en een Griekse.
Een scholier kijkt uit het raam van zijn klaslokaal, de zon schijnt, er is geen wolkje aan de hemel. Hij zucht diep. “Wat een prachtige dag. Het zou vandaag kunnen zijn.” Hij kijkt nog eens en verzucht weer: “Het zou vandaag kunnen zijn.” Zijn leraar hoort hem en vraagt: “Wat zou vandaag kunnen zijn?” De jongen antwoordt: “Vandaag zou de dag kunnen zijn dat het communisme aan zijn einde komt, want mijn vader zegt: 'Het zal een prachtige dag zijn wanneer het communisme aan zijn einde komt.'”
Deze grap hoorde ik van een Slowaakse collega. Het was vrijdagavond in Yerevan. We zaten aan tafel met ambassadeurs en parlementariërs. Allemaal aanwezig in Armenië om de verkiezingen waar te nemen. Er was een Spaanse wier ouders de burgeroorlog meemaakten, een Let die opgroeide achter het IJzeren Gordijn, een Hongaar met familie in Oostenrijk, een Oost-Duitser, twee Nederlanders van 'na de oorlog' en de Slowaak, die soms nog spreekt van Tsjecho-Slowakije. Het was een plechtige avond. Twintig jaar onafhankelijkheid van Armenië liet ons mijmeren over de lotgevallen van de vrijheid in de eigen geschiedenis. En ieders geschiedenis bleek weer verbonden met die van de anderen. De ziel van Europa zat aan tafel die avond.
De historische sensatie die je overvalt bij dit soort gesprekken, of als je op de Engelenburcht in Rome staat, of op het slagveld van Verdun. Ik ben er enorm gevoelig voor. Maar de ziel van Europa kan niet alleen bestaan uit een gedeeld verleden van wisselende vijandschappen. Dat we inmiddels uit de loopgraven gestapt zijn en gezamenlijke lessen getrokken hebben uit een verleden vol moordpartijen, dat hoort er ook bij. Mensenrechten, tolerantie voor minderheden, vrijwillige integratie in plaats van verovering, ze gelden inmiddels als Europese waarden.
De vraag naar de ziel van Europa is typisch Duits, zou Luuk van Middelaar vermoedelijk zeggen. In zijn boek De Passage naar Europa (2009) onderscheidt hij drie methoden om het Europees 'wij-gevoel' te versterken. De Duitse, romantische methode probeert een gemeenschappelijke culturele en historische identiteit te smeden. Het benoemen van 'Europese waarden' past daarin. De Romeinse methode is prozaïscher: brood en spelen. We voelen ons meer Europeaan naarmate we meer voordeel hebben van de Europese samenwerking. De Griekse methode tenslotte beoogt de democratische participatie van burgers te vergroten: hoe meer zeggenschap we hebben, hoe meer we Europese besluiten als 'onze zaak' ervaren.
Met de Duitse methode alleen redt Europa het niet, zo vrees ik. De Europese waarden staan onder druk. Zo heeft het idee postgevat dat de bescherming van mensenrechten elitair en achterhaald is. De VVD zet vraagtekens bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. De Britse regering riep onlangs de lidstaten van de Raad van Europa bijeen in Brighton, om te discussiëren over de inperking van de bevoegdheden van dat Hof. Ze kreeg goeddeels nul op het rekest, dat dan weer wel.
Als conservatieve en populistische politici over vrijheid spreken, dan gaat het steeds vaker om de vrijheid van het collectief, van de natiestaat. De vrijheid van het individu is daaraan ondergeschikt - dat geldt in elk geval voor het afwijkende individu. Omdat Europese mensenrechten eenieder bescherming bieden - ook de vreemdeling, de dissident en de delinquent - kan Europa als bedreiger van de vrijheid worden weggezet.
Conservatieven en populisten grijpen vaak terug op een glorieus nationaal verleden. Ook al heeft dat feitelijk maar kort bestaan. Er staat een boekje in mijn kast uit het eerste jaar van mijn geschiedenisstudie: De Eenwording van Nederland (1988). Ik herinner me een hoofdstuk over het gelijkstellen van de klokken. Lang had iedere stad zijn eigen tijd. In de negentiende eeuw pleitten uitbaters van diligence-diensten voor een standaard Nederlandse tijd, om hun dienstregelingen eenduidiger te maken. Pas in 1909, onder druk van spoorbedrijven, kwam er één Nederlandse tijd. Een handige vernieuwing, die Nederland ook tot een hechter land maakte.
Van Middelaar zou de eenheidstijd scharen onder de Romeinse methode voor het creëren van een wij-gevoel. We groeien tezamen vanwege het praktische voordeel. En zoals het voor Nederlanders inmiddels vanzelf spreekt dat Den Haag beslist hoe laat het is, zo vinden Europeanen het straks wellicht vanzelfsprekend dat Brussel beslist hoeveel onze euro waard is. Maar voorlopig is dat noch vanzelfsprekend, noch werkelijkheid. Het zwaartepunt van de besluitvorming over economisch beleid ligt in de nationale hoofdsteden. Groeiende verschillen in concurrentievermogen en lichtzinnige markten hebben de euro in een crisis gestort, die eindeloos voortduurt vanwege onenigheid tussen regeringen. De machtigste regering, die in Berlijn, blokkeert elk reddings- en investeringsplan dat ook maar het geringste risico van geldontwaarding met zich meebrengt, vanwege het Duitse inflatietrauma uit het Interbellum.
In deze situatie is het veelgevraagd van burgers om de voordelen van de Europese integratie te blijven zien en het gezag van 'Brussel' te accepteren. Bij tegenslag bijt de Romeinse methode in haar eigen staart. De keizer die geen brood en spelen meer kan bieden, riskeert de volkswoede.
Een andere keizer kiezen, dat zou een elegante oplossing zijn. Zeg maar de president van Europa. Laat hem of haar niet door 80 miljoen Duitsers gekozen worden, maar door 500 miljoen Europeanen, uit de lijsttrekkers voor het Europarlement. Volgens de Griekse methode worden dan allemaal medeverantwoordelijk voor de keuze tussen bezuinigen en investeren, tussen straf en solidariteit. We kunnen wat minder makkelijk de schuld afschuiven op frivole Zuid-Europeanen of starre Duitsers.
Een president met een kiezersmandaat, met voldoende gezag om knopen door te hakken, dat is wat Brussel in crisistijd zo node mist. Democratie is lastig en tijdrovend, maar verschaft ook legitimiteit.
Een bezield Europa, kortom, zal én Duits én Romeins én Grieks moeten zijn.