Openheid van goede doelen

Source: P.H. (Pieter) Omtzigt i, published on Tuesday, July 10 2012.

De overheid bevordert goede doelen met een aantal belastingvoordelen, die honderden miljoenen waard zijn. Terecht. Maar daar hoort wel een stuk openheid bij: wie zit in het bestuur, waar wordt het geld aan uitbetaald en worden er topsalarissen van betaald.

Al in 2010 pleitte ik samen met Helma Nepperus voor meer openheid een register, zoals in Engeland bestaat in de uitzending van Brandpunt. Na drie maanden antwoordde staatssecretaris Weekers (VVD) dat hij over een register zou nadenken.

Er leek een doorbraak met het convenant “Ruimte voor Geven” in juni 2011: daarin beloofde de sector, vertegenwoordigd door de SBF aan de ene kant en de regering vertegenwoordigd door de Minister-President om voor 1 juli met een visie op openheid te komen.

Samen met Roland van Vliet (PVV) diende ik in het najaar van 2011 een motie in met een opsomming van de zaken die open moeten zijn (zie onder). Hij werd kamerbreed gesteund.

De regering beloofde aan de Kamer om nog voor de zomer van 2012 met een wetsvoorstel te komen.

Beiden hebben we niet gezien, noch het wetsvoorstel, noch visie op openheid, ondanks een rappel in de commissie.

Dus anderhalf jaar later heeft Weekers nog geen actie ondernomen, terwijl meer openheid bij goede doelen en vermogensfondsen zeer gewenst is en in omliggende landen ook zeer normaal is. Vandaar dat het CDA vandaag aanvullende vragen stelt. De oorverdovende stilte op de roep om meer openheid bij ANBI’s moet maar eens afgelopen zijn.

Vragen van het lid Omtzigt aan de staatssecretaris van Financiën over het toegezegde maar nog steeds niet gerealiseerde ANBI-register

  • 1. 
    Herinnert u zich de motie Omtzigt-Van Vliet (33033, nr. 52) waarin de regering verzocht wordt met een voorstel te komen voor een anbi-register, waarin de volgende zaken openbaar gemaakt worden en gratis toegankelijk zijn:

1.naam, adres en contactgegevens van de anbi;

2.bestuurssamenstelling van de anbi;

3.een verkort jaarverslag, waaronder een overzicht van de bestedingen van de anbi;

4.de beloningen van bestuurders en tevens de beloningen van medewerkers, voor zover deze de dg-norm overschrijden ?

  • 2. 
    Herinnert u zich nog uw antwoord dat u er naar streeft samen met de minister van Veiligheid en Justitie een wetsvoorstel van deze strekking in te dienen bij de Tweede Kamer voor de zomer van 2012? (aanhangsel handeling 2011/2012, nr. 1550)?
  • 3. 
    Herinnert u zich dat u samen met oa de Minister-President en het SBF het convenant “Ruimte voor Geven” getekend heeft, waarin onder andere de afspraken staan dat
  • afspraak 7: “Uiterlijk in het eerste kwartaal van 2012 heeft de SBF een plan van aanpak gereed, met daarin opgenomen een concrete doelstelling en bijbehorende aanpak voor het verhogen van het aantal bij de SBF aangesloten organisaties. Daarbij wordt gestreefd naar aansluiting van zo veel mogelijk grote organisaties, een goede spreiding over de subsectoren en voldoende vertegenwoordiging van de kleinere organisaties.”
  • afspraak 8: “De ministeries van Veiligheid en Justitie en van Financiën en de SBF hebben uiterlijk in het tweede kwartaal van 2012 een gezamenlijk document opgesteld met daarin een moderne visie op toezicht en verantwoording.”
  • 4. 
    Kunt u het plan van aanpak van de SBF over de representativiteit en doelstellingen aan de Kamer doen toekomen, samen met een appreciatie uwerzijds over de huidige en nagestreefde representativiteit?
  • 5. 
    Kunt u het gezamenlijke document over de visie op toezicht en verantwoording aan de Kamer doen toekomen samen met de planning voor de realisatie van de plannen?
  • 6. 
    Vindt u niet vreemd dat u op 4 juli aan de Kamer meedeelt dat u nog met de SBF gaat overleggen, terwijl u eigenlijk al lang het wetvoorstel en het plan van aanpak klaar had moeten hebben?
  • 7. 
    Wilt u het wetsvoorstel, dat voortvloeit uit de motie Omtzigt-Van Vliet per ommegaande indienen?
  • 8. 
    Kunt u deze vragen per ommegaande beantwoorden of wilt u het signaal geven dat de regering openheid in de goede doelensector niet langer nastreeft?