Wijziging Zorgverzekeringswet - Main contents
Dit wetsvoorstel betreft de verzachting van de eigen bijdrage geestelijke gezondheidszorg, en de verhoging van het verplichte eigen risico voor de zorgverzekering met de daarmee samenhangende wijziging van de uitkering voor compensatie eigen risico.
Een flink aantal jaren geleden las ik een prachtig interview met Thomas Rau, een in Nederland wonende en werkende architect. Hij is onder andere bekend van het gebouw van de Triodos Bank en van het WNF in Zeist en van het stadhuis van de gemeente Zutphen. In dat interview hekelde hij vanuit bezorgdheid en betrokkenheid dat wij bij grote en complexe problematiek -- hij noemde mobiliteit als voorbeeld -- altijd aan amendering doen en nooit helemaal opnieuw bedenken wat er nodig is. Hij zei: wij amenderen auto's; wij maken auto's steeds schoner, maar wij weigeren om na te denken over nieuwe vormen van mobiliteit, nieuwe vormen van je verplaatsen. Daardoor zouden een hele hoop problemen wellicht duurzamer kunnen worden opgelost.
Dat interview is mij altijd bijgebleven. Wij
doen bij het stelsel van sociale zekerheid namelijk
hetzelfde: wij amenderen het iedere keer maar
weer, waardoor het hele stelsel eigenlijk houtjetouwtje
is. De ene verbouwing volgt op de andere,
waardoor de balans zoek is. Wij doen het overigens
niet alleen bij de sociale zekerheid zo, maar ook bij
de zorg en het zorgstelsel. Eigenlijk verzucht ik
vanavond namens GroenLinks: wat is het toch
jammer dat wij niet eens de tijd nemen om grondig
na te denken over waar het naartoe moet met de
zorg, het zorgstelsel, de zorgproductie en de
zorgconsumptie. Wij zouden daarbij moeten uitgaan
van de vraag wat er werkelijk nodig is voor de
volksgezondheid, wat de overheid moet borgen en
garanderen voor iedereen en wat de rol zou kunnen
zijn van de markt en marktpartijen.
Ik vind met andere woorden dat wij
eigenlijk een totaalconcept zouden moeten
bedenken voor de samenhang tussen wonen, zorg,
sociale zekerheid en sociale voorzieningen.
Wij nemen er de tijd niet voor. Het probleem met
dit wetsvoorstel, dat wij van harte ondersteunen, is
eigenlijk dat de tijd te kort is om eens over deze
fundamentele vragen na te denken. Ik voorspel dat
partijen het straks ook weer zo druk zullen hebben
met de formatie, dat die fundamentele vragen aan
de kant worden geschoven, omdat in het kader van
het meerjarenperspectief 2013 tot 2018
kostenbeheersing, ombuigingen en bezuinigingen
nodig zijn. De gestage groei van de kosten van de
zorg is niet afgeremd, alle voornemens en
maatregelen van opeenvolgende kabinetten ten
spijt, aldus hoogleraar Marcel Olde Rikkert van de
Radboud Universiteit Nijmegen afgelopen vrijdag in
NRC Handelsblad: de gezondheidszorg van
Nederland en de VS zijn onbestuurbare
koekiemonsters geworden. Hij heeft een tijdlang in
de Verenigde Staten rondgelopen tijdens zijn
sabbatical en daar met professor Jack Wennberg
gesproken.
Een van de conclusies is dat een
zorgsysteem zich niet laat verkleinen, maar er alles
aan doet om de capaciteit te laten groeien of in
ieder geval constant te houden. De zorgaanbieder,
de arts, heeft namelijk de unieke mogelijkheid om
zijn eigen markt te bepalen. Hij is de expert en
monopolist op het terrein dat wij allemaal het
grootste goed vinden: onze eigen gezondheid.
Verderop in het artikel staat dat de intensiteit van
de diagnostiek meeverandert als patiënten
verhuizen naar een intensieve zorgregio, waar dus
veel zorgaanbod is. "Die intensievere diagnostiek
gaat echter niet gepaard met een betere overleving
of betere kwaliteit van het leven", aldus onderzoek
uit de Verenigde Staten. Ik citeer Marcel Olde
Rikkert: "Beleidsmakers en politici miskennen deze
zelfsturende kracht van de gezondheidszorg en
tonen zich nog steeds verrast dat hun maatregelen
niet de logisch voorspelde effecten hebben ... Het
zorgdebat moet dus niet gaan over algemene
economische maatregelen, maar over de vraag
welke zorgexperimenten wij moeten uitvoeren en
hoe wij de sturingsmogelijkheden van de patiënt
daadwerkelijk kunnen vergroten." Met dit voorstel
wordt vooral het kostenbewustzijn van de
zorgconsument bevorderd, althans dat is de
achtergrond van het denken.
Ik spreek vanavond namens de fractie van
GroenLinks, maar als ik naar de sprekerslijst kijk,
zie ik dat de enige ben van het lenteclubje die
vanavond het woord voert over dit voorstel. Dat
valt mij wat tegen van de collegae van VVD, CDA,
D66 en ChristenUnie. Wij hadden allemaal samen
dat lenteakkoord gemaakt. Dan is het toch raar dat
ik dat hier vanavond alleen sta te verdedigen,
wellicht samen met de minister, maar dat hoor ik
straks wel.
GroenLinks is trots op het bereikte
resultaat. Natuurlijk hadden wij veel liever gehad
dat wij een grote stap hadden gezet op weg naar de
inkomensafhankelijke eigen bijdrage en naar
inkomensafhankelijke zorgverzekeringspremies. Wij
hadden een grote stap willen zetten om de
zorgproductie wat meer in te tomen en wat meer
corrigerend op te treden ten aanzien van
markteffecten die er langzamerhand in gekomen
zijn. Wij hadden ook graag de conclusies willen
horen van de evaluatie van de
Zorgverzekeringswet. Waar wij markt hebben willen
creëren, hebben wij nu te maken met een
verkleinde markt, waar eigenlijk nog vier heel grote
spelers zijn en waar eigenlijk sprake is van
oligopolie. Ik heb nog opgezocht wat dat betekent.
Er zijn nog maar vier grote zorgverzekeraars, die
met elkaar eigenlijk doen alsof wij als klanten,
cliënten, burgers, in ons land wat te kiezen hebben
in de zorgverzekeringspolissen.
Wat heeft de zorgverzekering tot nu toe
opgeleverd aan stijging van onverzekerden? Ik heb
het zowel over de niet-kunners -- de mensen die
onvermogend zijn -- als over de niet-willers. Die
laatste groep noem ik wanbetalers. De eerste groep
niet, dat zijn onvermogende betalers. Wat is het
resultaat van de verhoging van het eigen risico,
ondanks de compenserende maatregelen aan de
onderkant van het inkomensgebouw of het
loongebouw, voor deze groep? Is daar al zicht op?
GroenLinks is er trots op dat wij in ieder
geval met het pakket dat nu voorligt, de wijziging
van de Zorgverzekeringswet cum annexis, de
laagste inkomens hebben kunnen ontzien en dat wij
de eigen bijdrage in de ggz hebben kunnen
mitigeren. Wij zouden graag in een volgende
periode de fundamentele vragen aan de orde willen
hebben die ik aan het begin stelde. Wij zouden
graag in de volgende periode echt eens willen
praten over de vraag hoe het zorgstelsel eruit moet
zien en hoe er aan de zorgproductiekant, de
zorgaanbodkant gemitigeerd kan worden.
Het verontrust mij namelijk dat uit onderzoek uit de
Verenigde Staten blijkt dat mensen, naarmate er
meer zorgaanbod is, ook meer gebruikmaken van
zorg, zonder dat de kwaliteit van leven of de
levensduur daardoor toeneemt. Dat debat gaan we
eigenlijk veel te veel uit de weg. Ik zou dat debat
graag willen voeren. Met het voorliggende voorstel
kunnen wij het echter eens zijn.
Mevrouw Meurs (PvdA): Voorzitter. Ik heb het
betoog van de heer Thissen gevolgd en ben nu toch
een beetje verbaasd. Hij zegt dat hij deze
wetswijziging van harte ondersteunt, terwijl uit zijn
hele betoog blijkt dat hij liever iets heel anders zou
willen. Wat deze wetswijziging in ieder geval
teweeg zal brengen, is een vergroting van de
lappendeken waar de heer Thissen zelf zo graag
vanaf wil. Kan hij eventjes toelichten waarom hij
dan toch zo'n groot voorstander is van deze
wetswijziging, terwijl hij tegelijkertijd de effecten
van dezelfde wijziging zo hekelt?
De heer Thissen (GroenLinks): Er zijn twee lijnen
die heel erg moeilijk een parallel kunnen vormen.
Je hebt de lijn van de begroting 2013, die gemaakt
moest worden. Drie partijen uit de oppositie in de
Tweede Kamer hebben hun verantwoordelijkheid
genomen -- ik zeg altijd ze hebben lef en
daadkracht getoond -- door daar samen met het
restant van het vorige kabinet, de VVD en het CDA,
hun schouders onder te zetten. Dat is gelukt. Daar
is heel veel op af te dingen. Er zijn allerlei plussen
en minnen. GroenLinks is niet over alles heel
tevreden, maar over onder andere dit voorstel wel,
omdat we hierin bij de verhoging van het eigen
risico hebben kunnen voorkomen dat de laagste
inkomens weer de zwaarste lasten moeten dragen.
Ik sta er van harte achter dat ons dat gelukt is. Dat
is lijn een, de lijn voor de korte termijn, de
begroting voor 2013. Ik vind het zo verschrikkelijk
dat we eigenlijk in de Staten-Generaal nooit eens
de tijd nemen om fundamenteler na te denken over
de vraag waar we met onze zorg en met ons
zorgstelsel naartoe willen. Hoe moet
Volksgezondheid er anno 2020 uitzien? Wat voor
stappen zouden we moeten zetten om daar te
komen? Dat debat zou echter, zo neem ik aan, te
veel tijd hebben gevergd voor de begroting van
2013, maar dat debat zou ik heel erg graag willen
initiëren met een volgend kabinet. Of GroenLinks
daar nu aan tafel zit of niet -- gezien de huidige
peilingen worden wij graag uitgenodigd -- zou ik
graag zien dat in ieder geval de partijen die een
kabinet gaan vormen over die fundamentele vragen
eens nadenken en die horizon ook voor de burgers
in ons land durven te definiëren. Gezien de tijd die
we nu hadden, kan dat niet. Ik ben iemand die
graag eens wat langer de tijd zou nemen voor dit
soort fundamentele dingen, vooral ook voor de
samenhang tussen wonen, sociale zekerheid en
volksgezondheid. Daar zitten zo veel
relatiemogelijkheden in en die pakken we niet.