Woensdag 4 mei 2011

Source: H.C.M. (Henk) Krol i, published on Wednesday, May 4 2011.

Tijdens de Dodenherdenking mocht ik een toespraak houden op het Homomonument bij de voet van de Westerkerk in Amsterdam over Zichtbaarheid en Roze Burgerschap

“Complimenten aan de mensen die dit thema hebben bedacht. Vaak krijg ik vragen van mensen die zeggen, wat ik kan nu nog doen om de emancipatie van homo’s nog verder te bevorderen?

Mijn antwoord is dan steevast: zichtbaar zijn.

Dan bedoel ik niet dat je met roze driehoeken op hoeft te lopenl.

Vergeet niet dat jonge mensen die tot een minderheidsgroep behoren, bijna altijd ouders hebben die tot een zelfde minderheidsgroep behoren, Joods, Marokkaans, een afwijkende huidskleur. Die opvoeders helpen je dan met het weerbaar worden tegen vooroordelen van de maatschappij.

Een homokind heeft bijna nooit homoseksuele ouders. Die moet de weerbaarheid dus van buiten halen. Dan zijn voorbeelden belangrijk. In mijn jeugd bleef dat beperkt tot enkele bekende Nederlanders.

Dat is tegenwoordig vele malen beter. In de media zijn lesbiennes en homoseksuelen zichtbaarder geworden. Maar hoe is dat in de directe omgeving van een opgroeiend kind?

Hier binnen de Grachtengordel heb je dan niet te klagen, maar als je woont in Oisterwijk, in Schin op Geul of in Paterswolde?

Mijn groenteboer in Eindhoven spreekt altijd over zijn vrouw als hij zijn vriend bedoelt; afgelopen vrijdag nog mocht ik ambtenaar van de burgerlijke stand zijn van twee vrouwen die elkaar bijna waren misgelopen. Ze zaten in dezelfde klas en hadden een oogje op elkaar, maar de een sprak steeds over vrienden als ze vriendinnen bedoelde. Daardoor dacht de ander dat ze dan misschien toch hetero zou zijn.

Hoe vaak hebben we dat niet? Dat iemand je aanziet voor hetero en dat je het zo maar laat, geen zin om iets uit te leggen?

Als we nu eens afspreken dat we dát niet meer doen.

Dan worden we ineens veel zichtbaarder en helpen we een komende generatie.

Ook voor gehuwde stellen onder ons: stop nu eens met het spreken over je vriend of over je vriendin, spreek met trots over je vrouw of over je man. De eerste keer komt dat misschien wat onwennig uit je strot, maar het went snel en het wordt zelfs een terugkerend moment van trots. Zeker als je ziet dat sommigen dan twee seconden knipperen met hun ogen en vervolgens laten merken: Oh, ja, dat kan natuurlijk ook.

Daarmee worden we allemaal meer betrokken burgers. We geven iets van onszelf prijs maar als maatschappij krijgen we er juist veel voor terug.

En ik heb vandaag nog een wens: laten we nu eens goed inventariseren hoe het staat het met het vermeende anti-homogeweld! Ja er zijn incidenten. Vandaag weer een hier in Amsterdam. Dit keer in de Bijlmer, daar werd een 28-jarige jongeman met een hamer bedreigd en vorige kwam Steven van Helvoort uit Amsterdam-West in het nieuws. Hij koos ervoor zichtbaar te zijn. Hulde. Daardoor krijgt hij nu onder meer steun van het Tweede Kamerlid Ahmed Marcouch, van het COC en van Marokkaanse buurtvaders. Nu maar eens de pesters de buurt uit en ik hoop dat deze trotse Steven het aankan om gewoon te blijven wonen waar hij woont, te midden van mensen die hem willen helpen. Zou dat 30 jaar geleden ook zijn gebeurd na het potenrammen van toen? Er is dus winst en reden om ons af te vragen of we ons zelf niet te snel de put in praten door alle negatieve berichten!

We zijn mondiger geworden, we laten niet met ons sollen. Maar meer aangiftes wil niet zeggen ook meer geweld. Ik ken meer mensen die bang zijn geworden na alle mediaberichten, maar die - zeker buiten Amsterdam - eigenlijk nooit gekke dingen hebben meegemaakt. Ja er roept wel eens iemand ‘homo’, maar ze roepen ook ‘schele’, ‘blinde’ of ‘dove’. Jongeren roepen meestal ‘homo’ omdat ze knokken tegen hun eigen gevoelens en aan hun vrienden willen laten zien dat ze zelf o-zo ‘normaal’ zouden zijn.

Onderzoek leert dat bijna alle jongeren die aanzetten tot homofoob gedrag, na verloop van tijd uit de kast kruipen en moeten toegeven dat ze zelf homoseksueel zijn.

We herdenken vandaag de mensen die in het verleden stonden voor de goede zaak.

Het is aan ieder van ons om in die lijn een steentje bij te dragen aan het verder verbeteren van onze maatschappij. Dat is een heerlijke uitdaging. Goed om daar vandaag even bij stil te staan."