VVD kritisch over Iraanse studenten die nucleaire studies mogen volgen - Main contents
in Politiek, Hoger onderwijs
De VVD heeft kritische vragen gesteld over het feit dat studenten uit Iran niet langer worden uitgesloten van het volgen van bepaalde masteropleidingen of stages. Het betreft hier bijvoorbeeld nucleaire specialisaties of stages bij de kerninstallaties in Petten en Borssele. Mark Harbers: “De rechter heeft recent besloten dat de sanctieregeling niet langer van toepassing is en iemand uit Iran voortaan kan stage lopen in een kernreactor of bepaalde nucleaire specialisaties in zijn masteropleiding kan volgen. Ik wil weten wat de minister hier van vindt, aangezien hij bij de begrotingsbehandeling in 2008 nog stelde dat die sanctieregeling een strikte uitvoering van de VN-resolutie 1737 betreft en dat hij verwachtte dat de rechter dit oordeel van de regering zou delen.” De VVD-fractie is van mening dat het nog steeds van groot belang is om de VN-resolutie uit te voeren en aldus waakzaamheid te betrachten en te verhinderen dat gespecialiseerde vorming of opleiding aan Iraanse onderdanen wordt verstrekt die bijdraagt aan proliferatiegevoelige nucleaire activiteiten en aan de ontwikkeling van systemen voor de overbrenging van kernwapens. Harbers: “Ik wil weten of de minister bereid is op korte termijn een (aangepaste) wettelijke regeling te ontwerpen die hierin voorziet.” Lees hier de vragen: Schriftelijke vragen Mark Harbers over het bericht dat Iraanse studenten voortaan wel nucleaire studies mogen volgen Mark Harbers heeft de volgende schriftelijke vragen aan minister Plasterk gesteld: 1. Wat vindt u van het feit dat de rechter in Den Haag de sanctieregeling die studenten uit Iran uitsluit van enkele masteropleidingen en locaties, waaronder de kerninstallaties in Petten en Borssele als onrechtmatig heeft beoordeeld? 2. Betekent deze uitspraak dat de sanctieregeling niet langer van toepassing is en iemand uit Iran voortaan kan stage lopen in een kernreactor of bepaalde nucleaire specialisaties in zijn masteropleiding kan volgen? Zo ja, wat vindt u hiervan? 3. Hoe is het mogelijk dat de rechter de sanctieregeling als onrechtmatig heeft beoordeeld, terwijl u bij de begrotingsbehandeling in 2008 nog stelde dat de sanctieregeling volgens u een strikte uitvoering van de VN-resolutie 1737 betreft’ en u verwachtte dat de rechter dit oordeel van de regering zou delen? 4. Bent u het met de VVD-fractie eens dat het nog steeds van groot belang is om de VN-resolutie uit te voeren en aldus waakzaamheid te betrachten en te verhinderen dat gespecialiseerde vorming of opleiding aan Iraanse onderdanen wordt verstrekt die bijdraagt aan proliferatiegevoelige nucleaire activiteiten en aan de ontwikkeling van systemen voor de overbrenging van kernwapens? Zo ja, bent u bereid op korte termijn een (aangepaste) wettelijke regeling te ontwerpen die hierin voorziet? Zo nee, waarom niet? |