EP neemt jaarlijks standpunt over Turkije in

Source: J.A. (Jeanine) Hennis-Plasschaert i, published on Wednesday, May 21 2008, 13:06.

in Nieuws

VVD-Eurofractie: "Doorgevoerde wijziging van artikel 301 van Turkse Strafwet positieve ontwikkeling, maar vooral een eerste stap."

Zojuist heeft het Europees Parlement zijn jaarlijkse Turkije-rapport aangenomen waarin het zich uitspreekt over de al dan niet geboekte vooruitgang van Turkije in het toetredingsproces tot de Unie. Verschillende, jaarlijks terugkerende thema's, komen in het rapport aan bod. Zo is er aandacht voor het feit dat Turkije nog altijd niet de verplichtingen voortvloeiend uit de associatieovereenkomst tussen de EU en Turkije, en het aanvullend protocol daarbij, ten uitvoer heeft gelegd, evenals voor de situatie van zowel vrouwen als etnische minderheden in het land (hierbij specifieke aandacht voor de Koerden).

Tegelijkertijd gaat het rapport in op actuele gebeurtenissen in Turkije, waarbij in het bijzonder aandacht voor de onlangs doorgevoerde wijziging van artikel 301 van de Turkse strafwet. Op grond van dit omstreden artikel, waarin o.a. het beledigen van de Turkse staat als het beledigen van Atatürk strafbaar wordt gesteld, is al menig Turk voor de rechter gesleept, onder wie wijlen Hrant Dink en Nobelprijswinnaar Orhan Pamuk. De door het parlement aangenomen en inmiddels door president Gül bekrachtigde wijziging van artikel 301 regelt niet alleen de aanpassing van de reikwijdte en strafmaat van de bepaling maar introduceert tegelijkertijd de verplichting de minister van Justitie om toestemming te vragen voordat een zaak bij de rechter aanhangig kan worden gemaakt.

De VVD-Eurofractie beschouwt de doorgevoerde wijziging als een positieve ontwikkeling, maar ziet het vooral als een eerste stap. Jeanine Hennis-Plasschaert: "Met de wijziging van artikel 301 alléén is Turkije er nog lang niet. De aanpassing laat immers nog altijd veel ruimte over voor inperking van de vrijheid van meningsuiting. Bovendien staat artikel 301 niet op zichzelf. Tal van artikelen uit de Turkse Strafwet kunnen op soortgelijke wijze als dit artikel worden gehanteerd. Hiermee is de vrijheid van meningsuiting dus geenszins zeker gesteld."

Ook volgens fractievoorzitter Jules Maaten heeft Turkije nog een lange weg te gaan: "Het Oomen-rapport is een degelijk stuk werk, en zij beschrijft terecht dat Turkije enige voortgang boekt. De grote vraag voor mij blijft hoe we uiteindelijk de kwestie van het vrij verkeer van personen aanpakken, in het geval dat Turkije op termijn toetreedt tot de EU. Echter, zo ver is het nog lang niet."